Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wet langdurige zorg
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >


Hoofdstuk 6. Het CAK

§ 1. Instelling en taak

Artikel 6.1.1

1 Er is een CAK, dat rechtspersoonlijkheid bezit.

2 Het CAK is gevestigd in een door Onze Minister te bepalen plaats.

3 Het CAK bestaat uit ten hoogste drie leden, onder wie de voorzitter.

4 Het CAK wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.

5 Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van het CAK alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

6 De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar. Herbenoeming kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.

7 In afwijking van artikel 15 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen worden de personeelsleden van de in het eerste lid bedoelde rechtspersoon in dienst genomen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De bepalingen van titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn op deze overeenkomst van toepassing.



Artikel 6.1.2

Het CAK is belast met:
a. de vaststelling en de inning van de eigen bijdragen, bedoeld in artikel 3.2.5;
b. de vaststelling en inning van de eigen bijdragen, bedoeld in artikel 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
c. het namens een WLZ-uitvoerder of het Zorginstituut, verrichten van betalingen aan zorgaanbieders, welke de WLZ-uitvoerders of het Zorginstituut, uit hoofde van de uitvoering van deze wet verschuldigd zijn;
d. de taken met betrekking tot de maatregelen gericht op verzekering van onverzekerden, bedoeld in paragraaf 2.4 van de Zorgverzekeringswet;
e. de heffing en inning van de bestuursrechtelijke premie, bedoeld in artikel 18d of artikel 18e van de Zorgverzekeringswet;
f. de verstrekking van de bijdrage, bedoeld in artikel 34a van de Zorgverzekeringswet;
g. de taken, bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet;
h. de taken met betrekking tot de gemoedsbezwaarden, bedoeld in artikel 70 van de Zorgverzekeringswet, en
i. de verstrekking van de bijdragen, bedoeld in artikel 122a van de Zorgverzekeringswet.



Artikel 6.1.3

1 Het CAK stelt een bestuursreglement vast.

2 Vergaderingen van het CAK zijn niet openbaar, behoudens voor zover in het bestuursreglement anders is bepaald.



§ 2. Planning, financiering en verslaglegging

Artikel 6.2.1

1 Het CAK zendt Onze Minister jaarlijks voor 1 november een werkprogramma en een begroting.

2 Het werkprogramma bevat een beschrijving van de activiteiten die het CAK voornemens is in het volgende kalenderjaar te verrichten. Het werkprogramma behoeft de goedkeuring van Onze Minister.

3 Onverminderd artikel 27 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bevat de begroting een meerjarenraming van de beheerskosten voor de vier kalenderjaren, volgend op het begrotingsjaar.

4 De in de artikelen 26 en 34 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bedoelde begroting en jaarrekening hebben betrekking op de beheerskosten van het CAK en de bijdragen, bedoeld in artikel 122a van de Zorgverzekeringswet.

5 Onverminderd artikel 35, vierde lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen doet de accountant tevens verslag van zijn bevindingen over de vraag of het beheer en de organisatie van het CAK voldoen aan eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid.



Artikel 6.2.2

1 Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 december het budget vast voor de door het CAK ter uitvoering van zijn in artikel 6.1.2 genoemde taken in het volgende kalenderjaar te maken beheerskosten alsmede voor de kosten van de bijdragen, bedoeld in artikel 122a van de Zorgverzekeringswet.

2 Het door Onze Minister vastgestelde budget wordt gedekt uit ’s Rijks kas.

3 Indien het budget niet is vastgesteld voor 1 januari van het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het CAK bevoegd, teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde gedeelte van het in het budget opgenomen bedrag voor beheerskosten dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.

4 Het CAK gaat met betrekking tot de met de uitvoering van zijn taken gepaard gaande beheerskosten geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die leiden tot overschrijding van het in het budget opgenomen bedrag voor de beheerskosten.

5 Onze Minister kan besluiten het in het budget opgenomen bedrag voor de beheerskosten te wijzigen.



Artikel 6.2.3

In afwijking van artikel 29 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen behoeven wijzigingen in de bedragen die in de goedgekeurde begroting zijn opgenomen voor de beheerskosten geen goedkeuring van Onze Minister, mits:
a. de totale omvang van het in die begroting opgenomen bedrag voor beheerskosten geen wijziging ondergaat, en
b. de wijziging per groep van kostensoorten en baten, gerekend over het desbetreffende begrotingsjaar, een bedrag van vijf procent van het in artikel 6.2.2, eerste lid, bedoelde budget, voor zover dat betrekking heeft op beheerskosten, niet te boven gaat.



Artikel 6.2.4

Na de goedkeuring, bedoeld in artikel 6.2.1, tweede lid, alsmede de goedkeuring, bedoeld in de artikelen 29, eerste lid, en 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, stelt het CAK het werkprogramma, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening algemeen verkrijgbaar.



Artikel 6.2.5

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
a. de inhoud en inrichting van het werkprogramma, bedoeld in artikel 6.2.1, eerste lid;
b. de inhoud en inrichting van de begroting, bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
c. de inhoud en inrichting van het jaarverslag en de jaarrekening, bedoeld in de artikelen 18 en 34 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
d. de accountantscontrole van de jaarrekening;
e. de omvang van de door het CAK te vormen egalisatiereserve, bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
f. de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het budget, bedoeld in artikel 6.2.2, wordt vastgesteld;
g. de gegevens die worden verstrekt ten behoeve van de vaststelling van het budget.



Artikel 6.2.6

1 Het CAK zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit een financieel verslag over het voorafgaande kalenderjaar. Artikel 4.3.1, eerste tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2 Het CAK zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit in tweevoud een uitvoeringsverslag. Artikel 4.3.2 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bevindingen van de accountant over de uitvoering bedoeld in het derde lid, onderdeel b, van dat artikel, betrekking hebben op de verplichtingen die op het CAK rusten.

-

De Wet langdurige zorg is voor het laatst geactualiseerd op: 13 maart 2017.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl