Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 05-07-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling -bij afweging van de belangen van partijen- aan toewijzing niet in weg staat (o.a. HR 28 mei 2004, NJ 2004, 602).

De voorzieningenrechter stelt voorop dat crediteuren belang hebben bij een voortvarende afwikkeling van het faillissement. De omstandigheid dat de curator zich enige tijd heeft beraden over mogelijke (andere) gerechtelijke stappen, doet daaraan niet af. De curator heeft een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening gehouden.

Ingevolge artikel 22a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) valt het recht op het doen afkopen van een levensverzekering buiten de boedel, voor zover de begunstigde of de verzekeringnemer onredelijk wordt benadeeld. Ingevolge artikel 22a lid 2 Fw heeft de curator voor het uitoefenen van het recht op afkoop voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris nodig. Het is de rechter-commissaris die het voornemen van de curator heeft te toetsen aan het criterium, zoals dat is neergelegd in artikel 22a lid 1 Fw. Met het criterium “onredelijke benadeling” dient boven al getoetst te worden of en zo ja, in hoeverre het een levensverzekering met verzorgingskarakter betreft, in welk geval uitwinning in beginsel niet is toegestaan. Hierbij staat dan het belang van de begunstigde voorop.

Tegen deze beschikking stond ingevolge artikel 67 Fw het rechtsmiddel van hoger beroep open op de rechtbank, en wel binnen vijf dagen te rekenen vanaf de dag waarop de beschikking is gegeven.

De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. De curator heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl