wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
Bron: www.rechtspraak.nl.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws
Datum en nieuws - januari 2016:
25 januari 2016 Geen terugvordering ouderschapsverlof na ontslag 'De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn uitspraak van 19 januari 2016 dat het ontbreken van een waarschuwing en het niet geven van afdoende voorlichting bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan het bestuur niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten appellante niet volledig te ontheffen van de terugbetalingsverplichting. Appellante is over de perioden 8 februari 2010 tot en met 2 januari 2011 en 17 januari 2011 tot en met 2 juli 2011 enige uren per week (betaald) ouderschapsverlof toegekend. Vanaf 6 juli 2011 werd haar voor vier uur per week onbetaald ouderschapsverlof toegekend; dit is per 4 maart 2013 stopgezet. Met ingang van 1 juli 2013 is appellante op haar verzoek ontslag verleend. Bij besluit van 18 november 2013 heeft het bestuur 50% van wat appellante over het ouderschapsverlof is toegekend teruggevorderd. Van belang is dat de regelgever bij een wijziging van artikel 33g van het ARAR in 1992 de aanbeveling heeft gedaan om het bestaan van de terugbetalingsverplichting uitdrukkelijk te vermelden bij de verlofverlening opdat de ambtenaar zich welbewust is van de verplichting die hem opgelegd zal worden indien hem tijdens of na een ouderschapsverlofperiode ontslag verleend wordt (Nota van Toelichting Stb. 1992, 111). Deze aanbeveling krijgt bijzonder gewicht in situaties als hier aan de orde waarin als gevolg van de mogelijkheid van het opdelen van ouderschapsverlof eerder vervallen terugbetalingsverplichtingen weer herleven. De waarschuwingen bij de toekenningen van beide periodes van betaald ouderschapsverlof aan appellante waren beperkt tot een terugbetalingsverplichting van hetgeen in de desbetreffende verlofperiode was genoten. De Raad stelt verder vast dat het bestuur appellante bij toekenning van het onbetaald ouderschapsverlof niet heeft gewaarschuwd dat zij, als zij op haar verzoek zou worden ontslagen binnen een jaar na het einde van dat onbetaalde verlof, verplicht was hetgeen haar aan bezoldiging over de genoten uren van het betaalde ouderschapsverlof was toegekend terug te betalen, ook al zou het dienstverband na het einde van het betaalde verlof een jaar of langer hebben voortgeduurd. Voorts is van betekenis dat appellante onweersproken naar voren heeft gebracht dat zij na het tijdvak van het betaalde ouderschapsverlof met de afdeling personeelszaken de voor- en nadelen heeft besproken van enerzijds een onmiddellijk ingaande werktijdvermindering met vier uren per week en anderzijds het eerst nog opnemen van onbetaald ouderschapsverlof en daarna beslissen over een verzoek om werktijdvermindering. Hierbij is niet aan de orde gekomen dat het opnemen van onbetaald ouderschapsverlof uitstel geeft van het begin van het tijdvak van een jaar dat in artikel 33g, achtste lid, van het ARAR wordt genoemd. De Raad ziet in het ontbreken van een waarschuwing en het niet geven van afdoende voorlichting bijzondere omstandigheden op grond waarvan het bestuur niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten appellante niet volledig te ontheffen van de terugbetalingsverplichting.' |
25 januari 2016 Op de rol: 'Ik heb haar tegen de muur geduwd omdat ze flipte' 'Buren bellen op dinsdagavond 6 oktober met 112. Al een kwartier lang roept een huilende vrouw om hulp. Als 2 agenten poolshoogte komen nemen in de Utrechtse straat, is het licht uit en de deur potdicht. De agenten breken de deur open en treffen de vrouw liggend op de grond in de woonkamer aan. Foto niet zaakgerelateerd Ze wil eerst niet vertellen wat er is gebeurd, maar uiteindelijk komt het hoge woord eruit: haar vriend Miguel heeft haar toegetakeld. Ze was boos op hem geworden omdat hij zijn oog op een andere dame zou hebben laten vallen, waarna Miguel in woede was ontstoken en haar tegen de muur had gesmeten en had geslagen. De agenten zien akelige plekken op haar gezicht, maar ze wil geen aangifte doen. ‘Ik ben bang dat hij mij doodmaakt.’ Boeien Terug op straat zien de agenten Miguel op huis aankomen, maar een aanhouding uit het boekje wordt het niet. 4 agenten zijn nodig om hem in de boeien te slaan. Hij verzet zich niet alleen, hij slaat ook dreigende taal uit. ‘Kom maar op, dan maak ik jullie af.’ Kom maar op, dat kan hij hebben geroepen, dat laatste niet, zegt Miguel (19) in het Utrechtse gerechtsgebouw tegen politierechter Eelkema. ‘Dat zijn mijn woorden niet.’ Hij geeft wel toe zich te hebben verzet tegen de aanhouding. ‘Ik was opgefokt. Ik was er klaar mee om opgepakt te worden voor iets dat ik niet heb gedaan.’ Miguel verliet op zijn 17de het ouderlijk huis en heeft geen contact meer met zijn familie. Hij bivakkeert bij vrienden. ‘U moet al heel lang voor uzelf zorgen, een beetje te lang’, constateert de politierechter. Jointjes Zijn (inmiddels ex-)vriendin mag geen aangifte hebben gedaan, de politie ontwaart zoveel sporen van huiselijk geweld dat de officier van justitie later overgaat tot ambtshalve vervolging. Onterecht, aldus Miguel, want niet hij is de kwade pier, maar zijn ex-vriendin. ‘Ik heb haar tegen de muur geduwd omdat ze flipte.’ ‘Hebt u haar geslagen?’ vraagt politierechter Eelkema. ‘Niet echt. Ik heb haar een tik gegeven.’ ‘Denkt u dat u haar pijn hebt gedaan?’ vervolgt de politierechter. ‘Ik denk het wel, maar ik moest mij verdedigen.’ ‘Zij zegt dat u boos werd en haar verweet zelf de vorige dag vreemd te zijn gegaan.’ Miguel: ‘Ik heb haar niets verweten; ze zegt vaak maar wat.’ Maar waarom is zijn ex-vriendin dan zo bang’, vraagt officier van justitie Leuven. ‘Dat zegt ze omdat ze borderline is. Als het moeilijk wordt en ze blowt, dan flipt ze. Dan schreeuwt ze dat mensen haar dood willen hebben.’ Keel Officier van justitie Leuven wil best geloven ‘dat de agressie niet alleen van de verdachte kwam’, maar hij acht wel degelijk bewezen dat Miguels zijn ex heeft mishandeld door haar tegen de muur te gooien, bij de keel te grijpen en haar arm te draaien. Miguel zegt de agenten niet te hebben bedreigd, maar het proces-verbaal spreekt boekdelen. ‘De verbalisanten beschrijven los van elkaar het verzet en de bedreiging. Dan ga ik er vanuit dat dat gebeurd is.’ Hij rekent Miguel vooral de mishandeling aan. ‘Het slachtoffer heeft geen aangifte gedaan. Is dat omdat ze bang is of omdat ze niet wil dat haar aandeel aan het licht komt? In die zin geef ik de verdachte het voordeel van de twijfel, ook omdat ik in de documentatie geen recente geweldsdelicten heb gevonden. Maar mijnheer is wel te ver gegaan.’ Hij eist 70 uur werkstraf, waarvan 30 uur voorwaardelijk. Nalatig Miguels ex heeft een kwalijke rol gespeeld, meent zijn raadsvrouw Jansse. ‘De politie is nalatig geweest door niet door te rechercheren op de psychiatrische problemen van mevrouw. Had ze dat wel gedaan, dan zou het verhaal van mijn cliënt beter over het voetlicht zijn gekomen. Haar kinderen wonen bij haar moeder. Ze heeft via het Leger des Heils bezoekrecht. Mevrouw grijpt kennelijk liever naar weed dan naar haar medicijnen. Mijn cliënt heeft tegen de muur geduwd om haar in bedwang te houden. Ze wilde bijten. Dan doen vrouwen als ze aanvallen.’ Miguel heeft zich inderdaad verzet tegen zijn aanhouding. ‘Dat mag niet’, aldus raadsvrouw Jansse. ‘Het was een menselijke emotie. Hij was opgefokt door de situatie.’ Een voorwaardelijke werkstraf is op zijn plaats, meent de raadsvrouw. Grens Net als de officier van justitie wil politierechter Eelkema aannemen dat er van alles speelde in hun relatie, ‘maar ik vind wel dat u een grens bent overgegaan. U hebt haar in ieder geval geslagen en zo hard bij haar gezicht vastgepakt dat de politie plekken zag. U hebt haar pijn gedaan. Dat vind ik mishandeling.’ Miguel heeft zich verzet tegen zijn aanhouding en de agenten bedreigd. ‘Ik ga er vanuit dat zij dat niet voor niets opschrijven.’ De politierechter houdt rekening met Miguels problematische achtergrond, ‘maar er moet wel een straf volgen.’ Ze deelt een werkstraf uit van 60 uur, waarvan 30 voorwaardelijk.' |
25 januari 2016 Huissens stel veroordeeld voor drugshandel 'Een gevangenisstraf van 8 maanden. Dat heeft de rechtbank een 29-jarige man uit Huissen opgelegd voor het handelen in cocaïne, het houden van een hennepkwekerij en diefstal van stroom. Werkstraf voor vriendin Bij de bepaling van de straf neemt de rechtbank het de Huissenaar vooral kwalijk dat hij kort nadat hij was aangehouden voor drugshandel nog een hennepkwekerij is gestart. Zijn vriendin (27), die ook in Huissen woont, kreeg een werkstraf voor van 120 uren en een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden opgelegd als mededader in de cocaïnehandel.' |
25 januari 2016 Celstraf voor vrijheidsberoving GGZ-medewerkers in Oss 'De rechtbank Oost-Brabant veroordeelt een 39-jarige man uit Oss voor vrijheidsberoving van 2 medewerkers van de GGZ. De man krijgt een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk. De man sloot vorig jaar in maart 2 medewerkers van de GGZ Oss en zichzelf op in hun kantoor en barricadeerde de uitgang. Hij zei tegen de medewerkers dat er sprake was van een gijzeling en gaf een van hen opdracht de politie te bellen. Toen korte tijd later de politie ter plaatse kwam, liet de verdachte de agenten binnen en konden de medewerkers worden bevrijd. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte een ontoelaatbare inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van beide medewerkers. Anderzijds weegt de rechtbank ook mee dat de man geen geweld heeft gebruikt tegen de medewerkers en de vrijheidsberoving van relatief korte duur was. Er is niet gebleken dat hij de medewerkers iets wilde aandoen. Met deze schreeuw om aandacht heeft de man slechts willen bereiken dat hij door de politie zou worden aangehouden. De rechtbank legt een deel van de celstraf voorwaardelijk op en koppelt aan die voorwaardelijke straf een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de man zich laten opnemen in een gesloten instelling en moet hij aansluitend begeleid gaan wonen en zich poliklinisch laten behandelen.' |
25 januari 2016 15 jaar celstraf voor liquidatie in Sint-Oedenrode 'Een 42-jarige man uit Sint-Oedenrode is vandaag door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor moord en krijgt een gevangenisstraf van 15 jaar. De verdachte vierde op 7 juli vorig jaar een verjaardagsfeestje van zijn zoon op de plaats van zijn woonwagen. ’s Avonds verscheen een bekende met wie de verdachte volgens eigen zeggen in gesprek ging over een openstaande schuld. Na dit gesprek liep de man naar familieleden van hem, die naast de verdachte wonen. De verdachte groef in het plantsoen achter zijn woonwagen een pistool op dat daar lag begraven en wachtte ongeveer een uur buiten de poort van zijn woonwagen tot de man kwam aanrijden. De verdachte liet hem stoppen, liep naar de bestuurderskant van de auto en schoot meerdere keren door het openstaande raam op de man. Dit in de veronderstelling dat die man hém wilde neerschieten. Het slachtoffer werd geraakt door 10 kogels en overleed aan zijn verwondingen. Foto: ministerie van Algemene Zaken Uit dit handelen blijkt volgens de rechtbank dat de verdachte doelbewust en weloverwogen het slachtoffer met geweld van het leven heeft beroofd. De rechtbank oordeelt dan ook dat het om een liquidatie gaat. Het kwalijke handelen van de verdachte wordt nog verzwaard, omdat hij niet heeft geschroomd het slachtoffer neer te schieten voor de ogen van de broer en een nichtje van het slachtoffer. Zij hebben de schietpartij gezien, maar konden die niet voorkomen. Ook hieruit blijkt dat de verdachte met niets of niemand rekening heeft gehouden en gewetenloos te werk is gegaan. Uit de verklaringen van deze familieleden en getuigen is gebleken hoe zwaar het is om het verlies van een dierbare te dragen. De rechtbank veroordeelt de verdachte ook tot het betalen van een schadevergoeding aan de nabestaanden van ruim 6.000 euro.' |
25 januari 2016 Geen extra schadevergoeding vanwege overlast Bartenbrug 'De eigenaren van een pand aan het Hinthamereinde in ’s-Hertogenbosch krijgen geen extra schadevergoeding voor de gevolgen van langlopende werkzaamheden aan de Bartenbrug. De rechtbank Oost-Brabant bepaalde vandaag dat de gemeente de reeds uitgekeerde schadevergoeding op juiste wijze heeft vastgesteld. In een tweede zaak is bepaald dat de exploitant van een schoonheidssalon in dit pand geen compensatie ontvangt. De voorgeschiedenis De werkzaamheden om de Bartenbrug te vervangen zijn in juni 2012 gestart. De eigenaren en exploitant verzochten de gemeente ’s-Hertogenbosch in januari 2014 om de schade te vergoeden die ze zouden hebben geleden door de sloop en aanleg van de brug. De werkzaamheden zorgden ervoor dat het pand lange tijd slecht bereikbaar was. Een huurder ging failliet en de eigenaren kregen het pand niet opnieuw verhuurd. De exploitant kreeg minder klanten in haar schoonheidssalon en had daarom minder inkomsten. De Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) adviseerde de gemeente over aanvragen van alle gestelde gedupeerden. De stichting stelt dat de eigenaren, toen zij het pand in januari 2007 kochten, moesten weten dat de gemeente van plan was de Bartenbrug te vervangen. Dat was namelijk al sinds juni 2004 bekend. Wel duurden de werkzaamheden langer dan de gemeente regelmatig heeft gecommuniceerd, zodat het pand gedurende een langere periode slecht bereikbaar was. Volgens de stichting hadden de eigenaren redelijkerwijs moeten uitgaan van een uitvoeringsperiode van 10 maanden. De schade die daarna is opgetreden, komt voor vergoeding in aanmerking. Dit gaat om de periode april tot en met december 2013. De gemeente kende de eigenaren uiteindelijk een vergoeding van 5.400 euro toe. De schade die de exploitant zegt te hebben geleden, houdt niet aantoonbaar verband met de werkzaamheden. Daarom werd aan de exploitant niets uitgekeerd. Oordeel rechtbank De eigenaren maakten bezwaar en eisten een hogere schadevergoeding en een vergoeding van de deskundigenkosten (5.525 euro) die zij hadden gemaakt. De gemeente wees de hogere schadevergoeding af en kende – na nader advies van SAOZ – de deskundigenkosten wel toe. Hierop stapten de pandeigenaren naar de rechter. Volgens de pandeigenaren hebben zij recht op een langere periode schadevergoeding dan de periode april tot en met december 2013. Bovendien stellen zij er alles aan gedaan te hebben hun schade zoveel mogelijk te beperken. De gemeente heeft daarom volgens de pandeigenaren – op advies van SAOZ – ten onrechte de vergoeding gehalveerd. De rechtbank ziet geen reden om het deskundigenadvies van SAOZ over de periode van de schade niet juist te achten. Ook oordeelt de rechtbank dat de gemeente niet heeft hoeven aannemen dat de pandeigenaren er alles aan hebben gedaan om de schade te beperken. De eigenaren hebben hun beweerdelijke inspanningen onvoldoende onderbouwd. Verder merkt de rechtbank op dat het rapport van SAOZ een deskundigenrapport is, waarvan de gemeente mag uitgaan en dat slechts voldoende kan worden weersproken door een deskundig tegenadvies. Daarvan is hier geen sprake. Ook de exploitant stapte naar de rechter. SAOZ constateerde dat reeds vóór de werkzaamheden aan de brug een omzetdaling was ingezet, zodat het verband tussen de werkzaamheden en de omzetdaling niet aannemelijk is. Volgens de exploitant komt dit doordat zij minder heeft gewerkt vanwege ziekte en zorg voor haar kinderen. De rechtbank oordeelt dat deze stelling niet is onderbouwd met bewijsstukken. Daarom heeft de exploitant onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de schade die zij heeft geleden door de afsluiting van de brug is veroorzaakt.' |
25 januari 2016 Opnieuw 15 jaar cel in Zuiderdiepzaak 'Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de twee mannen die op 16 september 2011 aan het gedempte Zuiderdiep in Groningen een 65-jarige man met geweld om het leven hebben gebracht. De beslissing van de rechtbank De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft beide verdachten op 26 augustus 2013 (ECLI:NL:RBNNE:2013:5099 en ECLI:NL:RBNNE:2015:5096) veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf voor gekwalificeerde doodslag en diefstal met geweld de dood ten gevolge hebbend. Beide verdachten hebben hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De beslissing van het gerechtshof Het hof acht bewezen dat verdachten tezamen het slachtoffer hebben gedood teneinde hem te kunnen beroven. Er wordt door het hof anders dan de advocaat generaal maar met de rechtbank in beide zaken 15 jaren gevangenisstraf opgelegd.' |
22 januari 2016 Utrechtse Milieuzone blijft 'De Utrechtse Milieuzone mag blijven. De bestuursrechter oordeelde dat het college van B&W 'in redelijkheid' de zone mocht instellen. Het feit dat de positieve milieueffecten van de Milieuzone mogelijk beperkt zijn. doet daar niets aan af. Dat is de uitkomst van een rechtszaak die Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club (KNAC) en de Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht (SSLU) tegen de gemeente Utrecht waren begonnen. Beide organisaties zijn om verschillende redenen tegen de zone. De gemeente stelde per 1 januari 2015 een milieuzone in het centrum van Utrecht in om de luchtkwaliteit te verbeteren. Met de zone worden personen- en bestelauto's op diesel van voor 2001 geweerd. Plaatselijk verkeersbord Anders dan eisers vindt de rechtbank dat de gebruikte combinatie van verkeersborden U verlaat Rechtspraak.nl die de milieuzone aanduidt door de beugel kan, ook al komt deze nergens anders in Nederland voor. KNAC vindt dit verwarrend, maar de rechter oordeelde dat uit de regelgeving blijkt dat Utrecht de mogelijkheid heeft om een plaatselijke combinatie van verkeersborden en onderborden te gebruiken. Effecten wellicht marginaal SSLU stelde zich op het standpunt dat de effecten van de milieuzone marginaal of mogelijk zelfs negatief zijn, zeker omdat de aanvankelijke plannen om ook bepaalde benzineauto's te weren niet doorgingen. De rechter oordeelde dat de gemeente een incompleet beeld heeft gegeven van de effecten die milieuzone heeft na bijstelling van de plannen, maar vond dit onvoldoende om een streep door het besluit te halen. Daarbij woog mee dat de effecten van de milieuzone op zichzelf wellicht marginaal zijn, maar dat de maatregel onderdeel is van een groter pakket aan maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in Utrecht. De rechtbank zag niet in waarom elke maatregel op zichzelf zou moeten leiden tot een in absolute termen significant groot effect. Euroklassen Naast een serie andere argumenten, die de rechtbank verwierp, stelde de SSLU ook vraagtekens bij het gebruik van Euroklassen, omdat deze norm weinig zegt over emissies bij het dagelijkse gebruik van een auto. De rechtbank oordeelde dat de gemeente er op het moment dat het besluit genomen werd van uit mocht gaan dat de Euroklassennorm representatief is. De omstandigheid dat in de media en het publieke debat na de behandeling ter zitting informatie bekend is geworden waardoor aan de representativiteit van de euroklasse bij bepaalde auto's moet worden getwijfeld, was toen nog niet bekend. Gemeenteraad De rechtbank benadrukt in de uitspraak dat de afweging van alle betrokken belangen die bij het instellen van de zone een rol speelden in de gemeenteraad, heeft plaatsgevonden. De rechter heeft niet de taak om de waarde of het maatschappelijk gewicht dat aan die betrokken belangen moet worden toegekend, naar eigen inzicht vast te stellen, maar toetst alleen of het besluit dat de gemeente heeft genomen redelijk is.' |
21 januari 2016 Sluiting woning Bandidos-president onterecht 'De burgemeester van Echt-Susteren was niet bevoegd om de woning van de president van de Bandidos in maart 2014 te sluiten, oordeelt de rechtbank Limburg. Het beroep tegen deze sluiting is daarom gegrond verklaard. De burgemeester besloot destijds de woning voor 3 maanden te sluiten, nadat onbekenden explosieven naar de woning hadden gegooid. De bewoner, net geïnstalleerd als president van MC Bandidos, ging in beroep. Oordeel van de rechtbank Sluiting van een woning op basis van artikel 174a van de Gemeentewet kan alleen als er sprake is geweest van 'gedragingen in de woning' die tot de verstoring van de openbare orde hebben geleid. Daarvan is hier geen sprake geweest. Vast staat namelijk dat de verstoring van de openbare orde het gevolg was van explosieven die richting de woning werden gegooid. Dit zijn geen gedragingen in de woning, maar gedragingen buiten de woning. Hoewel de sluiting op zichzelf begrijpelijk was, geeft de wet hiervoor in dit geval geen mogelijkheid. De burgemeester was dus niet bevoegd de woning te sluiten en het beroep is gegrond.' |
21 januari 2016 Voorwaardelijke geldboetes voor Uberpop chauffeurs 'De politierechter in de rechtbank Rotterdam heeft op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in 8 zaken tegen chauffeurs die taxidiensten hadden verricht met behulp van de app Uberpop. In alle zaken zijn voorwaardelijke geldboetes tussen de 1.500 en 3.000 euro opgelegd. De politierechter heeft meegewogen dat Uber is gestopt met het aanbieden van de dienst zodat er geen kans op herhaling is. Belangrijk is ook dat het Über is geweest die tegen het optreden van de inspectie is doorgegaan met aanbieden van de app. Dat maakt de chauffeurs niet straffeloos. Maar nu zij, door economische noodzaak of andere persoonlijke omstandigheden gedreven, onder die omstandigheden zijn gaan rijden voor Über, is een voorwaardelijke geldboete de aangewezen straf.' |
21 januari 2016 Ziekenhuizen niet aansprakelijk voor hersteloperaties PIP- implantaten 'De zorgaanbieders die gebruik hebben gemaakt van PIP-implantaten bij borstoperaties zijn niet aansprakelijk voor de schade die patiënten hebben geleden en hoeven de kosten voor hersteloperaties niet te vergoeden aan de zorgverzekeraars. Dat heeft de rechtbank Amsterdam bepaald in een procedure van 21 zorgverzekeraars tegen 27 klinieken/ziekenhuizen. Fraude met silliconegel In de periode 1998-2010 bracht het Franse bedrijf Poly Implant Prothèse (PIP) borstimplantaten op de markt voorzien van een CE-keurmerk. Bij controle door de Franse inspectiedienst bleek dat PIP fraudeerde. In plaats van de goedgekeurde medicinale siliconengel werd industriële siliconengel als vulling voor de implantaten gebruikt. Die zijn niet geschikt voor gebruik in het menselijk lichaam en hebben een verhoogde kans op scheuren en lekken. Diverse vrouwen die een borstreconstructie of een (cosmetische) borstvergroting hebben ondergaan waarbij gebruik is gemaakt van PIP-implantaten hebben inmiddels hersteloperaties ondergaan. De kosten van de operaties zijn vergoed door de zorgverzekeraars. PIP is inmiddels failliet en de directeur veroordeeld voor fraude. Schade voor zorgverzekeraars De zorgverzekeraars achten de zorgaanbieders aansprakelijk voor de schade als gevolg van de PIP-implantaten en willen dat de zorgaanbieders de schade (3.000 euro per hersteloperatie) vergoeden. De rechtbank echter oordeelt dat het niet redelijk is de door de ongeschikte implantaten ontstane tekortkoming toe te rekenen aan de betrokken zorgaanbieders. Die mochten ervan uitgaan dat de met een CE-keurmerk voorziene implantaten voldeden aan de vereisten. Hulpverleners hebben niet de plicht om daar zelf ook nog onderzoek naar te doen. Daar komt de bijzondere omstandigheid bij dat PIP heeft gefraudeerd met de vulling van de implantaten, iets wat door de hulpverleners niet viel te ontdekken. Ook gezien de aard van de zorgverzekering - dekking van gezondheidsrisico’s - ligt het meer voor de hand de schade voor rekening van de zorgverzekeraars te laten komen.' |
19 januari 2016 Vrouw uit Arnhem veroordeeld voor brandstichting bij ex-partner 'Een 45-jarige vrouw uit Arnhem is veroordeeld voor het stichten van brand waarbij gevaar voor personen en goederen is ontstaan. Zij krijgt een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 300 dagen waarvan 227 dagen voorwaardelijk opgelegd. Brandstichting De vrouw heeft in de woning van haar ex-partner en zijn nieuwe vriendin in de slaapkamer door middel van benzine brand gesticht. Hierdoor zijn spullen in die slaapkamer verband. Ook moesten de buren van de brandweer de woning verlaten. Bijzondere voorwaarden Aan de voorwaardelijke straf worden de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een behandeling en een locatie- en contactverbod verbonden.' |
19 januari 2016 Celstraf voor man uit Nijmegen voor inbraken en diefstal 'Een 35-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden voor 2 inbraken in Nijmegen en Beuningen en een diefstal in Groesbeek. Strafblad De rechtbank weegt bij het bepalen van de hoogte van de straf mee dat de man een fors strafblad heeft. Naast deze straf herroept de rechtbank ook de voorwaardelijke invrijheidstelling van een eerder aan de man opgelegde straf. De man moet hierdoor nog eens 279 dagen celstraf uitzitten.' |
19 januari 2016 4 jaar cel voor wapenleveringen Satudarah 'Een 46-jarige leidinggevende binnen motorclub Satudarah moet 4 jaar de gevangenis in. Hij liet automatische vuurwapens leveren aan een nieuw opgerichte afdeling (chapter) van Satudarah in Duisburg, Duitsland. De wapens waren nodig voor een bendeoorlog met de Hells Angels. Daarnaast had hij zelf ook wapens en een hennepplantage in zijn woning. Een 30-jarige medeverdachte krijgt een celstraf van 18 maanden. Een derde, 50-jarige medeverdachte is vrijgesproken. Oorlog met Hells Angels Het Duitse chapter in Duisburg had de wapens nodig omdat zij in een bendeoorlog verwikkeld waren met de Hells Angels, een conflict waarbij al eerder wapens waren ingezet. De kans dat de wapens daadwerkelijk gebruikt zouden worden was daarom reëel. In februari en maart 2013 kwamen de Duitse leden naar het clubhuis in Tilburg. Zij haalden daar automatische vuurwapens op, waaronder twee Scorpion-machinepistolen een Kalasjnikov. Na de tweede levering werden de Duitsers op de terugweg gearresteerd door de Duitse politie. ‘Kapikane’ De 46-jarige man bekleedt als ‘Kapikane’ een hoge functie binnen het dagelijkse bestuur van Satudarah (de ‘Nationals’). Op basis van tapgesprekken stelt de rechtbank vast dat hij de wapenleveringen organiseerde. De 30-jarige medeverdachte speelde een minder belangrijke rol, hij was aanwezig bij de eerste levering aan de Duitse afdeling. Zeer gevaarlijke situatie Door de wapens te leveren hebben de verdachten bijgedragen aan het scheppen van een zeer gevaarlijke situatie. De rechtbank neemt dit de 46-jarige man extra kwalijk omdat hij een leidinggevende en sturende rol had. Ook had hij zelf (andere) wapens voorhanden. Daarom is een forse straf op zijn plaats. Wietplantages De 46-jarige en de 30-jarige man runden beide een wietplantage in hun woning. Beiden stalen de daarvoor benodigde elektriciteit en veroorzaakten brandgevaar. Bij de plantage van de 46-jarige man was al eens succesvol geoogst toen de plantage werd ontdekt. Naast de gevangenisstraf moet hij daarom de geschatte winst van 14.000 euro afstaan aan de Staat.' |
19 januari 2016 Ossenaar veroordeeld voor veroorzaken van en doorrijden na verkeersongeval én mishandeling agent 'Een 51-jarige man uit Oss is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld omdat hij een ongeval veroorzaakte en vervolgens doorreed. Ook mishandelde hij een politieagent. De man krijgt hiervoor een taakstraf van 160 uur, een rijontzegging van 12 maanden en een voorwaardelijke celstraf van 1 maand. De man haalde op 11 oktober 2014 in Uden een auto rechts in, stuurde vervolgens naar links en belandde in de middenberm. Toen hij zijn auto terug de weg op stuurde, week hij te ver uit naar rechts en raakte daarbij een andere auto. De bestuurder van die auto verloor de macht over het stuur en kwam tegen een boom tot stilstand. De politie ging later die dag naar zijn woning vanwege dit incident. De man sloeg bij die confrontatie één van de agenten hard in zijn gezicht. De rechtbank oordeelt dat de man aanmerkelijk onvoorzichtig reed. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij doorreed nadat hij zag dat de andere bestuurder door zijn toedoen van de weg raakte. Ook weegt de rechtbank mee dat hij een agent mishandelde terwijl agenten ongehinderd hun werk moeten kunnen doen. Uit het handelen van de verdachte spreekt minachtig van het gezag. De rechtbank houdt er verder rekening mee dat de man al meerdere malen is veroordeeld voor verkeersdelicten. Uit een rapport van Novadic-Kentron blijkt dat de man inmiddels hulp en begeleiding krijgt, dat hij na het delict een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat hij inmiddels een stabiel leven leidt. De rechtbank houdt hiermee in het voordeel van de man rekening, maar benadrukt dat deze positieve ontwikkeling zeer pril is. Gelet daarop legt de rechtbank de man ook een maand voorwaardelijke celstraf op om hem ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.' |
15 januari 2016 Wel of geen arbeidscontract zelfstandige pakketbezorgers PostNL 'De rechtbank Amsterdam heeft deze week uitspraak gedaan in twee zaken die waren aangespannen door pakketbezorgers tegen PostNL. De kantonrechter is van oordeel dat bij een van de pakketbezorgers sprake was van een arbeidsovereenkomst met PostNL, bij de ander was dit niet het geval. Achtergrond PostNL werkt met zelfstandige pakketbezorgers, de zogeheten subcontractors met wie zij een vervoersovereenkomst hebben gesloten. Naar aanleiding van onvrede onder de subcontractors is het afgelopen jaar onderhandeld tussen PostNL enerzijds en de FNV en de belangenvereniging van de subcontractors, Subco, anderzijds. Dit heeft ertoe geleid dat PostNL aan bijna alle subcontractors die zonder eigen personeel werken, de ZZP-ers, een arbeidscontract heeft aangeboden. PostNL heeft in het derde kwartaal van 2015 met een klein aantal subcontractors de vervoersovereenkomst opgezegd. In totaal zijn in Nederland bij verschillende rechtbanken 19 procedures aanhangig gemaakt die door de betreffende postbezorgers zijn aangespannen tegen PostNL wegens de beëindiging van hun overeenkomst. Inmiddels hebben de rechtbanken Haarlem, Amersfoort en den Bosch uitspraak gedaan in deze zaken. Arbeids- of vervoersovereenkomst? In de twee zaken waarin nu uitspraak is gedaan door de rechtbank Amsterdam gaat het om twee subcontractors aan wie geen arbeidsovereenkomst is aangeboden en met wie de vervoersovereenkomst is beëindigd omdat er klachten bestonden over de uitvoering van hun werk. Zij vorderen onder meer dat de rechtbank voor recht verklaart dat zij werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, en dat PostNL die niet eenzijdig had mogen opzeggen. De kantonrechter oordeelt dat de vervoersovereenkomst, die PostNL afsloot met een van de twee zelfstandig werkende pakketbezorgers inderdaad is te beschouwen als een arbeidsovereenkomst. Die bezorger had zich kort voor het aangaan van de vervoersovereenkomst met PostNL in 2012 als zelfstandige ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en werkte uitsluitend voor PostNL. De zelfstandige pakketbezorgers moesten voor het uitvoeren van hun werk aan zulke strakke voorwaarden voldoen (onder meer bedrijfskleding van PostNL, bepaald type en kleur van bus, vaste routes, vaste tijden waarop bezorgd moet worden, geen reclame van anderen op de bus, straatcontroles) dat zij zich naar het oordeel van de rechter niet onderscheiden van medewerkers in vaste dienst. Door hun economische afhankelijkheid bestaat ‘eerder het beeld van een gezagsverhouding dan van zelfstandig ondernemerschap’, aldus het vonnis. De bezorger kan dan ook als werknemer van PostNL worden gezien. Omdat is opgezegd zonder instemming van de werknemer moet deze worden vernietigd. Ten aanzien van de tweede subcontractor heeft de rechter geoordeeld dat er geen arbeidsovereenkomst aanwezig was. Deze pakketbezorger was al sinds 1989 als zelfstandig koerier werkzaam en had meer routes dan hij zelfstandig ooit zou kunnen rijden. Hij heeft zich dan ook voor het overgrote deel van de routes laten vervangen; een minderheid van de routes heeft hij zelf gereden. Hij werd dus structureel betaald voor diensten die hij zelf niet reed. Deze situatie vertoont meer de kenmerken van zelfstandig ondernemerschap dan van een arbeidsovereenkomst.' |
14 januari 2016 Ossenaar mag standplaats woonwagen overleden moeder blijven huren 'De gemeente Oss moet de huurovereenkomst van een overleden vrouw voor een standplaats van een woonwagen voortzetten met haar zoon. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De vrouw huurde sinds 1 mei 1992 een standplaats voor haar woonwagen van de gemeente Oss. Nadat de vrouw op 13 september 2014 overleed, liet de gemeente aan de erven weten dat de vrijgekomen standplaats niet meer opnieuw zal worden verhuurd en dat ook met eventuele erven geen nieuwe huurrelatie wordt aangegaan. Verder gaf de gemeente aan dat de huurovereenkomst per 1 december 2014 zou worden beëindigd en dat de standplaats uiterlijk die dag ontruimd zou moeten zijn. De zoon van de overleden vrouw stapte daarop naar de rechter. Hij wilde dat de rechtbank zou bepalen dat de huurovereenkomst tussen zijn moeder en de gemeente door hem kan worden voortgezet, omdat sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met zijn moeder. Hiermee zou hij voldoen aan de wettelijke vereisten om de overeenkomst voort te zetten. Volgens de gemeente was er geen sprake van een duurzame huishouding, want volgens haar was er geen intentie om lang samen te wonen. Toen de man voor zijn moeder ging zorgen, had zij een verslechterende gezondheid en konden ze volgens de gemeente weten dat ze niet duurzaam zouden gaan samenleven. Bovendien, zo stelde de gemeente, was de man pas sinds 22 september 2014 ingeschreven op het adres. Beslissing De kantonrechter oordeelt dat de man voldoende heeft onderbouwd dat de woonwagen van zijn moeder al voordat hij zich had ingeschreven zijn hoofdverblijf was. Hij toonde dit aan met tien verklaringen van buurtbewoners, die stellen dat hij sinds augustus 2013 bij zijn moeder woonde om voor haar te zorgen. Dat hij pas later op dit adres is ingeschreven, doet daar volgens de rechter niets aan af. Verder oordeelt de rechter dat de man en zijn moeder wel degelijk de intentie hadden om duurzaam samen te wonen. Uit een verklaring van de huisarts blijkt dat de vrouw plotseling ernstig ziek werd en na een kort ziekbed overleed. Dit hebben zij in augustus 2013 niet kunnen voorzien. Daarnaast verklaarde de man dat hij altijd in een woonwagen heeft willen blijven wonen, maar na zijn trouwen geen standplaats kon vinden en dus in een huurwoning vlakbij zijn moeder is gaan wonen. Nadat de vriend van de vrouw vertrok, ging de man met zijn kinderen bij zijn moeder wonen. Tot slot oordeelt de rechter dat sprake is van een gemeenschappelijke huishouding. De moeder en zoon aten samen, brachten samen de avonden door, de vrouw haalde de kinderen van haar zoon op en verzorgde ze als hij aan het werk was en andersom verzorgde de man zijn moeder waar nodig vanwege haar hernia. Bovendien nam de moeder de huur voor haar rekening en de man de overige huishoudelijke lasten zoals boodschappen en onderhoud van de woonwagen. Dit alles maakt dat de man inderdaad een duurzame gemeenschappelijke huishouding had met zijn moeder en daarmee voldoet aan de eisen die de wet stelt om de huurovereenkomst voort te zetten.' |
14 januari 2016 Levenslang voor dubbele medicijnmoord 'De rechtbank Amsterdam veroordeelt een 25-jarige man uit de Dominicaanse Republiek voor twee moorden tot een levenslange gevangenisstraf. De man heeft zijn slachtoffers (van 22 en 24 jaar) om het leven gebracht door hen succinylcholine toe te dienen, een middel dat wordt gebruikt als spierverslapper bij operaties. In beide gevallen was de man begunstigde van de overlijdensrisicoverzekeringen. Gewetenloos en weldoordacht De man heeft gewetenloos gehandeld en is berekenend te werk gegaan. Hij vervulde voor de slachtoffers – die uit de Dominicaanse Republiek kwamen en geen Nederlands spraken – de rol van vertrouwenspersoon. Eén van de slachtoffers, dat hij sinds zijn jeugd kende, was op initiatief van de man naar Nederland gekomen. De man heeft het slachtoffer na zijn aankomst in Nederland onder zijn hoede genomen en heeft voor hem vrijwel direct een overlijdensrisicoverzekering en drie uitvaartverzekeringen afgesloten. Kort daarop is het slachtoffer, nog geen maand in Nederland, in de woning van de man gestorven. Het andere slachtoffer betrof een jongeman die de man ook vanaf jongs af aan kende. Gedurende de laatste maanden van het leven van het slachtoffer beheerde de man zijn financiën en hielp hij hem bij zaken rondom zijn werk. Er is een overlijdensrisicoverzekering afgesloten ter waarde van driehonderdduizend euro. De man heeft zichzelf als begunstigde opgegeven, waarna het slachtoffer binnen enkele weken is komen te overlijden. De man heeft ook de familie van een van de slachtoffers opgelicht, door twee maal zoveel geld te vragen voor de repatriëring dan de daadwerkelijk kosten. De man heeft daarmee op meedogenloze en kille wijze het vertrouwen van de familie nog verder beschaamd. De man heeft daarnaast getracht verschillende verzekeringsmaatschappijen op te lichten door zijn eigen dood, en die van twee anderen te fingeren. Levenslange gevangenisstraf Een levenslange gevangenisstraf is passend, ondanks het ontbreken van een systeem van toetsing in het Nederlandse strafrecht. De rechtbank moet de rechten van verdachte afwegen tegen de belangen van de maatschappij. Zij ziet zich in deze zaak geconfronteerd met gruwelijke feiten en een verdachte die geen blijk heeft gegeven van enig inzicht in zijn daden. De over hem opgemaakte rapportage doet vrezen voor de toekomst. De rechtbank acht het, kortom, onverantwoord dat de man ooit nog op vrije voeten komt. Het risico dat hij na het uitzitten van een tijdelijke gevangenisstraf nog steeds een gevaar voor de maatschappij vormt, is daarvoor simpelweg te groot.' |
14 januari 2016 Beslag op Vestingwerken Naarden opgeheven 'De voorzieningenrechter heft het beslag op dat de gemeente Naarden eerder legde op de Vestingwerken. Dat is de uitkomst van een kort geding tussen De Staat der Nederlanden en de gemeente Naarden. Beslag De gemeente Naarden legde op 22 december 2015 beslag op de Vestingwerken van Naarden. Hiermee wilde de gemeente voorkomen dat de Vestingwerken worden overgedragen van de Rijksoverheid aan de Stichting NMo, een particuliere monumentenstichting. De levering aan de NMo staat gepland op 15 januari 2016. Koopovereenkomst De Staat heeft op 8 december 2015 een koopovereenkomst gesloten met de Stichting NMo waarbij 29 Rijksmonumenten, waaronder de Vestingwerken, aan de stichting worden overgedragen ter uitvoering van het regeerakkoord uit oktober 2012 om overtollige gebouwen af te stoten. Geen voorkeursrecht De gemeente Naarden beroept zich op haar voorkeursrecht om de Vestingwerken te kopen op grond van de Regeling materieelbeheer Rijksoverheid 2006. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente Naarden geen voorkeursrecht heeft, omdat de Minister voor Wonen en Rijksdienst van zijn afwijkingsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt.' |
13 januari 2016 Celstraf voor geweld tegen politie tijdens jaarwisseling in Oss 'Een 40-jarige man uit Oss krijgt een gevangenisstraf van 102 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk en een werkstraf van 100 uur. De politierechter van de rechtbank Oost-Brabant oordeelde tijdens een snelrechtzitting dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van openlijk geweld tegen politieagenten. De politieagenten gingen vlak na de jaarwisseling op een melding af in Oss en stopten bij een groep mensen die vlakbij hun dienstauto een fles op de grond kapot gooiden. Toen de politieagent aan de bijrijderskant zijn raampje omlaag deed en de personen hierop aansprak, ontstond er een woordenwisseling met onder meer de 40-jarige man. Hij beledigde en bedreigde de agenten en pakte de agent vast. Op het moment dat de agent uit zijn auto stapte en de man wilde aanhouden, sloeg de verdachte de agent twee keer hard tegen zijn hoofd. Vervolgens werden de beide agenten omringd door een groot aantal mensen die probeerden de aanhouding te voorkomen. De agenten werden hierbij aangevallen en een van de agenten kreeg een fles tegen zijn achterhoofd. De verdachte wist te ontkomen en liep naar zijn woning, waar hij even later alsnog kon worden aangehouden. De politierechter oordeelt dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld tegen de politieagenten, terwijl zij ongehinderd hun werk moeten kunnen doen. In het voordeel van de man weegt de rechter mee dat de man geen strafblad had en oprecht spijt heeft betuigd. Naast de cel- en werkstraf moet de verdachte een schadevergoeding betalen aan beide agenten van in totaal 1.310 euro. De zaken tegen een 31-jarige man uit Oss en een 40-jarige man uit Heesch zijn voor onbepaalde tijd aangehouden. Deze verdachten zouden ook bij het geweld tijdens de jaarwisseling betrokken zijn geweest.' |
12 januari 2016 Nijmegenaar krijgt cel en TBS voor downloaden kinderporno 'Voor het bezit en verspreiden van kinderporno is een 37-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot 15 maanden cel en TBS met voorwaarden. De pedofiele man is verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank Overijssel oordeelt dat het erg belangrijk is dat de man voor langere tijd intensief wordt behandeld voor zijn problemen. Gedownload via netwerk De Nijmegenaar heeft van 2013 tot en met 2015 meer dan 620.000 afbeeldingen en 6.500 films met kinderporno via een netwerk gedownload en verspreid. Daarnaast had hij een aantal dierenpornografische afbeeldingen in zijn bezit. Als strafverzwarend oordeelt de rechtbank dat het bij al het beeldmateriaal gaat om kinderen jonger dan 12 jaar. In het voordeel van de man weegt mee dat hij volledig meewerkte aan het onderzoek en dat hij nog niet eerder met justitie in aanraking is geweest voor dit soort feiten. Intensieve behandeling Uit onderzoeken blijkt dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij lijdt aan pedofilie, heeft een persoonlijkheidsstoornis en kent meerdere andere problemen. De rechtbank vindt het erg belangrijk dat de man zo spoedig mogelijk een strikte en intensieve behandeling krijgt. De vrees is anders dat de man weer een (zeden)misdrijf zal plegen.' |
12 januari 2016 Verzoek voor ontslag medewerker universiteit afgewezen 'De kantonrechter in Nijmegen heeft het verzoek van de Stichting Katholieke Universiteit (SKU) afgewezen om de arbeidsovereenkomst met een medewerker te ontbinden. Nieuw ontslagrecht De beslissing is gebaseerd op het nieuwe ontslagrecht dat sinds 1 juli 2015 geldt op grond van de Wet werk en zekerheid (Wwz). De kantonrechter is er daarbij vanuit gegaan dat ontslag op basis van een combinatie van ontslaggronden die op zichzelf genomen niet zwaarwegend genoeg zijn, niet langer mogelijk is. Verstoorde verhouding op werkvloer De kantonrechter gaat in zijn beslissing uit van verstoorde verhoudingen op de werkvloer van de afdeling waar de betreffende werknemer werkt. Dat brengt volgens de kantonrechter niet zonder meer mee dat er ook sprake is van een verstoorde verhouding tussen SKU als werkgever en de werknemer. Dat is ook niet af te leiden uit het rapport van een door SKU ingestelde onafhankelijke commissie. Volgens de kantonrechter heeft SKU daar onvoldoende tegenover gesteld om tot een ander oordeel te kunnen komen. Niet gehandeld als een goed werkgever De kantonrechter komt tot de conclusie dat SKU niet heeft gehandeld als een goed werkgever. Op vordering van de werknemer veroordeelt de kantonrechter SKU daarom tot betaling van een schadevervoeding aan de Stichting Nijmeegs Universiteitsfond voor het symbolische bedrag van 10 euro voor de geleden immateriële schade van de werknemer.' |
11 januari 2016 Bosschenaar mag zijn overleden echtgenote herbegraven op natuurbegraafplaats 'Een man uit 's-Hertogenbosch mag zijn overleden vrouw laten opgraven en herbegraven op een natuurbegraafplaats. De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente hierover een terechte afweging heeft gemaakt bij het verlenen van de vergunning. De vrouw is in maart 1989 begraven op begraafplaats Orthen (destijds Groenendaal) in ’s-Hertogenbosch. Omdat de man na zijn overlijden zelf begraven wil worden op een natuurbegraafplaats, besloot hij de burgemeester van ’s-Hertogenbosch een vergunning te vragen om zijn echtgenote alvast naar die plek over te brengen. Hiervoor kreeg hij in april 2015 toestemming. De zoon van het echtpaar verzette zich tegen de herbegrafenis, onder meer omdat het opgraven en herbegraven op een natuurbegraafplaats tegen de wensen van zijn moeder zouden zijn. De voorzieningenrechter besliste in juni dat de vrouw voorlopig niet mocht worden opgegraven in afwachting van de bezwaarprocedure die de zoon startte. De gemeente verklaarde het bezwaar inmiddels ongegrond. Daarop stapte de zoon opnieuw naar de rechter. Het staat niet ter discussie dat het de wens van de overleden vrouw was om samen met haar man begraven te worden. De zoon stelt dat zij hiervoor echter niet wilde worden op- en herbegraven en dat het haar uitdrukkelijke en stilzwijgende wens was begraven te blijven op de begraafplaats in Orthen. Volgens de rechtbank zijn er inderdaad overtuigende aanwijzingen dat de vrouw samen met haar man begraven wilde worden. Er kan daarbij onvoldoende worden vastgesteld of de vrouw haar man niet wilde volgen naar de natuurbegraafplaats. De rechtbank oordeelt dan ook dat de gemeente terecht heeft overwogen dat er onvoldoende objectieve en verifieerbare gegevens beschikbaar zijn die de stelling van de zoon ondersteunen. Kort gezegd mocht de gemeente een zwaarder belang toekennen aan de wens van de echtgenoot dan aan de wens van de zoon tot grafrust.' |
-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.
Uwwet.nl
Uwwet.nl