Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen da        dereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wetboek van strafvordering
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Titel IV. Beslissingen omtrent verdere vervolging

Artikel 242Verdere vervolging moet plaats hebben

1.Indien naar aanleiding van het ingestelde voorbereidende onderzoek het openbaar ministerie van oordeel is dat verdere vervolging moet plaats hebben, door het uitvaardigen van een strafbeschikking of anderszins, gaat het daartoe zoo spoedig mogelijk over.

2.Zoolang het onderzoek op de terechtzitting nog niet is aangevangen, kan van verdere vervolging worden afgezien, ook op gronden aan het algemeen belang ontleend.



Artikel 243Verdachte niet verder vervolgen

1. Indien de officier van justitie afziet van verdere vervolging, doet hij de verdachte daarvan onverwijld schriftelijk mededeling.

2. Indien terzake van het feit aan de verdachte een bestuurlijke boete is opgelegd, dan wel een mededeling als bedoeld in artikel 5:50, tweede lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht is verzonden, heeft dit dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging.

3. De kennisgeving van niet verdere vervolging wordt aan de verdachte betekend.

4. De officier van justitie doet in geval van vervolging wegens een misdrijf aan de rechtstreeks belanghebbende die hem bekend is, onverwijld schriftelijk mededeling van de kennisgeving van niet verdere vervolging.

5. Indien in de zaak een bevel krachtens de artikelen 12 of 13 is gevraagd of gegeven, doet de officier van justitie een mededeling dat van verdere vervolging wordt afgezien niet dan nadat daarin is bewilligd door het gerechtshof binnen wiens rechtsgebied de vervolging is ingesteld. De officier van justitie doet te dien einde de processtukken, vergezeld van een verslag houdende de gronden voor de mededeling dat van verdere vervolging wordt afgezien, toekomen aan het gerechtshof.



Artikelen 244 t/m 245a [Vervallen per 01-01-2013]



Artikel 246Een kennisgeving eindigt de zaak

1. Door eene kennisgeving van niet verdere vervolging eindigt de zaak.

2. Ingeval van onbevoegdheid der rechtbank kan het onderzoek echter voor een ander gerecht worden voortgezet. Zulks is eveneens mogelijk indien de zaak wordt verenigd met een strafzaak welke voor een andere rechtbank in onderzoek is.



Artikel 247Melding grond in kennisgeving

Indien de zaak niet verder wordt vervolgd op grond van:
a. onbevoegdheid van de rechtbank tot kennisneming van het feit,
b. vereniging met een strafzaak welke voor een andere rechtbank in onderzoek is,
c. niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie,
d. niet-strafbaarheid van het feit of van de verdachte,
e. onvoldoende aanwijzing van schuld,
wordt van die grond in de kennisgeving melding gemaakt.



Artikel 248 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 249 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikelen 250 en 250a [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 251 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikelen 252 t/m 254 [Vervallen per 01-01-2013]



Artikel 255Niet opnieuw in rechten betrokken

1. De verdachte kan na zijn buitenvervolgingstelling, na de hem betekende beschikking, houdende verklaring dat de zaak geëindigd is, of na de hem betekende kennisgeving van niet verdere vervolging, in het laatste geval behoudens artikel 12i of artikel 246, ter zake van hetzelfde feit niet opnieuw in rechten worden betrokken tenzij nieuwe bezwaren bekend zijn geworden.

2. Als nieuwe bezwaren kunnen enkel worden aangemerkt verklaringen van getuigen of van den verdachte en stukken, bescheiden en processen-verbaal, welke later zijn bekend geworden of niet zijn onderzocht.

3. In dat geval kan de verdachte niet ter terechtzitting van de rechtbank worden gedagvaard, dan na een ter zake van deze nieuwe bezwaren ingesteld opsporingsonderzoek.

4. Tot de instelling van een opsporingsonderzoek als bedoeld in het derde lid wordt niet overgegaan dan na machtiging door de rechter-commissaris, verleend op vordering van de officier van justitie die met de opsporing van het strafbare feit is belast.



Artikel 255aNiet opnieuw in rechten worden betrokken

1.Indien tegen de verdachte een strafbeschikking is uitgevaardigd die volledig ten uitvoer is gelegd, kan hij, behoudens het bepaalde bij artikel 12i, ter zake van hetzelfde feit niet opnieuw in rechten worden betrokken.

2.Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de officier van justitie een strafbeschikking intrekt.

3.Indien de verdachte wegens een in een strafbeschikking vermeld feit wordt gedagvaard, is de strafbeschikking niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar. De tenuitvoerlegging die reeds is aangevangen, wordt geschorst of opgeschort.

-

Het wetboek van strafvordering is voor het laatst geactualiseerd op: 18 februari 2014.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl