Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 10-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Van een overgang van een economische eenheid is sprake bij de overgang, ten gevolge van een overeenkomst, een fusie of splitsing, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt (artikel 7:662 lid 2 sub a BW). Een economische eenheid is een geheel van georganiseerde middelen, bestemd tot het ten uitvoer brengen van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit (artikel 7:662 lid 2 sub b BW). Of sprake is van identiteitsbehoud moet aan de hand van alle feitelijke omstandigheden worden beoordeeld, waarbij moet worden gelet op de omstandigheden die kenmerkend zijn voor de overgang, zoals de aard van de betrokken onderneming of vestiging, de al dan niet aan de orde zijnde overdracht van materiële activa en/of van (vrijwel al) het personeel en/of van de klantenkring, de waarde van de immateriële activa op het tijdstip van overdracht, de mate waarin de voor en na de overdracht verrichte activiteiten met elkaar overeenkomen en de duur van een eventuele onderbreking van die activiteiten. Deze zogenaamde Spijkers-factoren (HvJ EG, 18 maart 1986, zaak 24/85, NJ 1987, 502) zijn slechts deelaspecten, mogen niet afzonderlijk worden beoordeeld, maar moeten tezamen een beeld opleveren, dat antwoord geeft op de vraag of sprake is van overgang van een onderneming.

Het HvJ EG heeft in zijn uitspraak van 7 februari 1985 (NJ 1985, 902 (Botzen/RDM)) geoordeeld dat voor de overgang van de rechten en verplichtingen van werknemers in de zin van richtlijn nr. 77/187 EEG (thans richtlijn 2001/23 EG) beslissend is of de afdeling waarbij de werknemers waren aangesteld en die het organisatorisch kader vormde waarbinnen de arbeidsverhouding werd geconcretiseerd, al dan niet wordt overgedragen. Een arbeidsverhouding wordt immers in de hoofdzaak gekenmerkt door de band tussen de werknemer en het onderdeel van de onderneming waarbij hij voor de uitoefening van zijn taak is aangesteld. Waar voor de toerekening van een werknemer aan het over te dragen onderdeel van de onderneming de band tussen de betrokken werknemer en het over te dragen onderdeel van de onderneming beslissend is, kan die toerekening ondanks eerdere aanstelling elders toch gerechtvaardigd zijn, indien die band alsnog ontstaan is en de betrokken werknemer als bij het desbetreffende bedrijfsonderdeel werkzaam heeft te gelden. Hierbij zij aangetekend dat in een dergelijk geval aan de feitelijke status van de betrokken werknemer - hij is in feite blijvend tewerkgesteld bij het over te dragen onderdeel - meer gewicht toekomt dan aan diens formele status (zie ook HR 11 februari 2005 (JAR 2005/67, Memedovic/Asito)). Met andere woorden: indien de gewijzigde feitelijke status een (voldoende) definitief karakter draagt, zal daarvan, en niet van de - achterhaalde - formele status van elders aangestelde worden uitgegaan bij de toerekening van een werknemer aan het over te dragen onderdeel van de onderneming.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl