wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
Bron: www.rechtspraak.nl.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws
Datum en nieuws - oktober 2018:
17 oktober 2018 Veroordeelde Puttense bedrijven moet miljoenen aan Staat terugbetalen 'Twee afvalbedrijven uit Putten moeten geldbedragen van respectievelijk ruim 1 miljoen euro en 155 duizend euro aan de Staat betalen. Deze bedragen hadden zij verkregen door strafbare handelingen. Beiden bedrijven zijn in december 2017 veroordeeld voor onder andere het afvoeren van grote hoeveelheden afvalstoffen naar biovergisters. Met het plegen van deze strafbare feiten behaalden beide bedrijven financieel voordeel. De officier van justitie diende daarom een vordering in om dat voordeel van deze bedrijven af te pakken.' |
16 oktober 2018 Claimstichting in civiele zaak Trafigura niet-ontvankelijk 'Een stichting die vorderingen heeft ingesteld tegen Trafigura, is niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. Dit heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag beslist. Eerder werd de stichting door de rechtbank Amsterdam al niet-ontvankelijk verklaard, zij het om andere redenen. Vorderingen namens slachtoffers In 2006 zijn in Ivoorkust illegaal slops – afvalstoffen na vervoer van olie – gedumpt, afkomstig van het schip de Probo Koala. Naar aanleiding daarvan had de stichting in 2015 bij de rechtbank aanvankelijk als gevolmachtigde/vertegenwoordiger van slachtoffers namens hen vorderingen ingesteld. Dit betrof onder meer een vordering tot betaling van in totaal ruim € 277 miljoen euro als schadevergoeding. ‘Pettenwissel’ in de loop van de procedure niet toegestaan De wet geeft een bijzondere mogelijkheid voor een stichting om een zogeheten collectieve actie te beginnen als er veel gedupeerden zijn. De stichting had die mogelijkheid eerst niet gebruikt, maar wilde toen de procedure bij de rechtbank al liep alsnog als claimstichting eigen vorderingen instellen. Zij vorderde onder meer als claimstichting om voor recht te verklaren dat Trafigura onrechtmatig heeft gehandeld tegenover slachtoffers van de storting. Het hof oordeelt dat een dergelijke wijziging van de vorderingen, waarbij de stichting ineens in een andere hoedanigheid optreedt, niet is geoorloofd. Bestendige lijn Een verandering in de persoon van de formele procespartij gedurende de procedure is niet toegestaan. De rechtspraak is al lang streng op het punt van de ‘pettenwissel’ en het hof volgt die lijn. Geen inhoudelijk oordeel Door deze beslissing is het hof aan de inhoudelijke kant van de zaak niet toegekomen. Ook is het hof niet toegekomen aan het punt waarop de rechtbank de stichting niet ontvankelijk had verklaard. Dat ging over de eisen die de wet aan dit soort claimstichtingen stelt.' |
15 oktober 2018 Veroordeling voor dodelijk liftongeluk bij bedrijf in Beek en Donk 'Een bedrijf uit Beek en Donk is schuldig aan de dood van een oproepkracht die bekneld raakte in een goederenlift. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelt het bedrijf tot een geldboete van 75.000 euro. De oproepkracht voerde in november 2015 schoonmaakwerkzaamheden uit bij een goederenlift in het bedrijf en moest daarbij de liftschacht in. Op enig moment kwam de lift naar beneden en raakte de man bekneld onder de lift. Als gevolg daarvan overleed hij. Geen instructies Het bedrijf draagt als werkgever de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van al haar werknemers -onder wie de oproepkracht- die voor het bedrijf aan het werk zijn. Zij is verplicht passende en adequate maatregelen te treffen tegen de eventuele gevaren op de arbeidslocatie. Volgens de rechtbank liet het bedrijf dit echter na. Het bedrijf hield op alle fronten onvoldoende rekening met de veiligheidsrisico’s die aan het verrichten van onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden bij de goederenlift waren verbonden. Zij liet de man werken bij een lift waarvan de inloopbeveiliging was uitgeschakeld. Het bedrijf liet hem dit doen terwijl de man geen instructies had gekregen om de hoofdschakelaar van de goederenlift uit te zetten en zij toestond dat overbruggingsbedrading werd aangebracht waarmee de inloopbeveiliging kon worden omzeild. Dit leidde ertoe dat de lift naar beneden kon komen terwijl de man in de liftschacht stond. De rechtbank oordeelt dat het bedrijf aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en onzorgvuldig heeft gehandeld en daarmee verantwoordelijk is voor de dood van de man. De rechtbank rekent het bedrijf zwaar aan dat de man door haar schuld op gruwelijke wijze is overleden. Bij het bepalen van de straf kijkt de rechtbank onder meer naar wat in soortgelijke zaken is opgelegd. De rechtbank vindt de wettelijke boetemaxima in dit geval niet afdoende. Van een geldboete die aan een rechtspersoon wordt opgelegd, moet een afschrikwekkend effect uitgaan. Daarom maakt de rechtbank gebruik van de wettelijke mogelijkheid om rechtspersonen een hogere boete op te leggen. Al met al vindt de rechtbank een geldboete van 75.000 euro passend voor de mate van schuld die het bedrijf heeft aan het ongeval. Daarbij beseft de rechtbank dat een strafoplegging, in welke vorm of omvang dan ook, het leed van de nabestaanden niet ongedaan zal kunnen maken.' |
15 oktober 2018 Meerjarige celstraf voor ontucht met jong meisje in Eindhoven 'Een 72-jarige man uit Eindhoven krijgt een gevangenisstraf opgelegd van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor verregaande ontucht met een heel jong meisje. Dat besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag. Ook moet de man zich onder meer laten behandelen voor zijn psychische problemen en mag hij geen contact zoeken met het meisje en haar moeder of in hun buurt komen. De man paste tussen september 2016 en maart 2018 regelmatig op een meisje als haar moeder moest werken of studeren. De man had het meisje dan in zijn woning in Eindhoven. Hij pleegde meerdere keren verregaande ontuchtige handelingen met het meisje, dat 7 jaar was toen de ontucht begon. In maart van dit jaar vertelde het meisje aan haar moeder dat ze niet meer naar haar ‘opa’ toe wilde en kwam de ontucht aan het licht. De verdachte bekende de delicten. De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van het meisje heeft geschonden. Het meisje en haar moeder zijn de nadelige gevolgen van de ontucht nog steeds niet te boven. De rechtbank rekent dit de man zwaar aan. Verder neemt de rechtbank het hem bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen schaadde dat zowel het meisje als haar moeder in hem als oppas stelden. Wat hem daarnaast kwalijk wordt genomen is dat de verdachte de verantwoordelijkheid deels bij het slachtoffer legt, onder andere door herhaaldelijk te stellen dat het meisje de handelingen niet erg vond en hij niets deed wat zij niet wilde. De man is echter uitsluitend zelf verantwoordelijk voor de seksuele handelingen die zijn verricht. In strafmatigende zin weegt mee dat de verdachte vanwege onder meer een pedofiele stoornis verminderd toerekeningsvatbaar is. Bijzondere voorwaarden Een deel van de gevangenisstraf wordt voorwaardelijk opgelegd, als stok achter de deur. Aan de voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank bovendien een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet de man zich laten behandelen bij een gespecialiseerde zorginstelling, krijgt hij een contactverbod met het meisje en haar moeder en mag hij niet in de buurt komen van hun woning en haar school. Verder mag hij onder meer niet meer op minderjarigen passen of andere activiteiten met ze ondernemen.' |
12 oktober 2018 Man uit Winterswijk veroordeeld voor woningbrand eigen woning 'De rechtbank veroordeelt een 45-jarige man uit Winterswijk voor brandstichting in zijn eigen woning. Hij krijgt een gevangenisstraf van 25 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, opgelegd. Daarnaast moet de man aan zijn bovenbuurman een schadevergoeding van ruim 2 duizend euro betalen. De woningbrand vond plaats in de avond van 26 oktober 2017. De man veroorzaakte door de brandstichting niet alleen schade aan de woning, maar bracht ook het leven van zijn 2 bovenburen in gevaar. Deze bovenburen, die een deel van hun woning aan de man verhuurden, waren op het moment van de brand thuis. Direct na de brand verliet de Winterswijker in paniek de woning, zonder zijn bovenburen of anderen voor de brand te waarschuwen. Doordat familieleden van de man de brand snel ontdekten, kon de politie de bovenburen op tijd in veiligheid brengen. Verminderd toerekeningsvatbaar De officier van justitie eiste een soortgelijke straf voor de man. Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met het feit dat de man een stoornis heeft. Hierdoor is hij verminderd toerekeningsvatbaar. Onderdeel van de straf is dat de man verplicht moet meewerken aan een behandeling voor zijn stoornis. Deze behandeling bestaat onder meer uit opname in een kliniek.' |
12 oktober 2018 Vrijspraak van seksueel binnendringen bij onmachtige vrouw in horecagelegenheid Groningen 'De Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft een verdachte en twee medeverdachten vrijgesproken van het medeplegen van seksueel binnendringen bij iemand die in een staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde. Verminderd bewustzijn en bewusteloosheid niet vastgesteld Verdachte en de medeverdachten, werkzaam als barmannen in de horecagelegenheid die aangeefster op 25 augustus 2016 bezocht, hebben die nacht na sluitingstijd seksuele handelingen met aangeefster verricht. De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat aangeefster tijdens die handelingen verkeerde in een staat van bewusteloosheid of lichamelijke onmacht. De rechtbank acht evenmin bewezen dat bij aangeefster sprake was van een situatie van verminderd bewustzijn, zoals omschreven in artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht. Bewijs ontbreekt De rechtbank heeft zich bij haar oordeel gebaseerd op hetgeen over deze staat is omschreven in de wetsgeschiedenis. De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat objectief bewijs in de vorm van een adem- of bloedonderzoek naar het drugs- en/of alcoholgehalte bij aangeefster ontbreekt, dat er wisselend is verklaard over de staat waarin zij verkeerde en dat de beschikbare camerabeelden van de situatie direct voor en direct na de seksuele handelingen en diverse verklaringen geen aanleiding geven om te veronderstellen dat er op die momenten sprake was van een toestand van verminderd bewustzijn. Ander concreet, de aangifte ondersteunend bewijs voor het bestaan van een dergelijke toestand ontbreekt. Vrijspraak Aldus acht de rechtbank niet bewezen dat aangeefster, die weliswaar onder invloed van alcohol en drugs verkeerde, in een zodanige staat van verminderd bewustzijn verkeerde dat zij in onvoldoende mate haar wil kon bepalen omtrent het verrichten en dulden van seksuele handelingen of dat zij geen weerstand kon bieden aan de seksuele verlangens van verdachte en de medeverdachten.' |
12 oktober 2018 Erfgenamen moeten belasting betalen over verzekeringsuitkering 'De erfgenamen van een slachtoffer bij de MH17-ramp moeten loonbelasting betalen over een verzekeringsuitkering. Dat oordeelt de belastingrechter. Zij ziet de verzekeringsuitkeringen als loon, want de uitkering komt voort uit afspraken in het arbeidscontract van het slachtoffer. Omdat de premies niet waren belast, is de verzekeringsuitkering wel belast. De broers en zussen van een slachtoffer van de MH17-ramp ontvingen polisuitkeringen vanuit een overlijdensrisicoverzekering. Deze verzekering maakte onderdeel uit van een reisverzekering die was afgesloten door de werkgever van het slachtoffer ter uitvoering van het arbeidscontract. De Belastingdienst hief vervolgens loonbelasting over de polisuitkering. De 5 erfgenamen waren het hier niet mee eens en stapten daarom naar de belastingrechter. Geen ruimte in Belastingwet Bij de beoordeling van de beroepen stelt de belastingrechter voorop dat in dit geval sprake is van een uitzonderlijke en tragische situatie. Voor de nabestaanden staat de belastingheffing in direct verband met het overlijden van hun zus. Maar de Belastingwet biedt geen ruimte om rekening te houden met de omstandigheden waaruit de belastingheffing voortvloeit. Deze ruimte is er niet voor zowel de Belastingdienst als de belastingrechter. Polisuitkeringen vallen onder loonbelasting De Belastingdienst meent dat de polisuitkeringen bij de erfgenamen onder de loonbelasting vallen. De belastingrechter geeft de Belastingdienst hierin gelijk. Een persoon die ‘loon’ krijgt uit het vroegere dienstverband van een ander, wordt als ‘werknemer’ beschouwd. Daarom valt dit onder Wet op de Loonbelasting. Als een bepaalde aanspraak wordt uitgekeerd en de premies niet waren belast, dan is de uitkering wel belast. In dit specifieke geval is de uitkering uit de overlijdensrisicoverzekering de aanspraak. Daarom worden de verzekeringsuitkeringen als loon beschouwd. Standpunten erfgenamen onvoldoende aannemelijk De erfgenamen vinden dat bij een reisverzekering normaal gesproken niet een overlijdensrisicoverzekering hoort. Daarom kan die overlijdensrisicoverzekering ook geen onderdeel van de arbeidsvoorwaarden uitmaken en onder het arbeidscontract vallen. De belastingrechter gaat hier niet in mee. Zij vindt aannemelijk dat zowel de werkgever als het slachtoffer wisten van de polisvoorwaarden. Daarnaast hebben de erfgenamen niet aannemelijk gemaakt dat een zakelijke reisverzekering normaal gesproken niet ook een overlijdensrisico dekt. Navorderingsaanslag terecht opgelegd Bij 2 van de erfgenamen speelde ook nog de vraag of de Belastingdienst aan navorderingsaanslag inkomstenbelasting mocht opleggen. Volgens de belastingrechter was dit mogelijk, omdat de Belastingdienst nog niet alle informatie had toen de definitieve aanslagen werden opgelegd. Weliswaar was hun broer in overleg met een speciaal team van de Belastingdienst, dat alle fiscale vragen met betrekking tot de MH17-ramp coördineerde. Maar dat team handelde niet zelf de aanslagen af. Bovendien had dat team op dat moment nog geen inzicht in de gegevens van de 5 erfgenamen. ' |
11 oktober 2018 Man bestraft voor tonen geslachtsdeel Bussloo 'De rechtbank veroordeelt een 48-jarige man uit Apeldoorn voor het ontbloten van zijn geslachtsdeel op het terrein van recreatiegebied Bussloo. De man krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 1 jaar. De man ging op 19 juli 2017 in de buurt van 2 jonge vrouwen liggen en kleedde zich helemaal uit. Hij bleef de vrouwen daarbij indringend aankijken. Vervolgens liep hij naakt naar hen toe. De man maakte zich daarmee schuldig aan het plegen van schennis van de eerbaarheid op een openbare plaats. Problematiek Bij het bepalen van de straf keek de rechtbank naar de beperkingen en problematiek van de man. Daarnaast vond het feit al ruim 1 jaar geleden plaats. Ook is de Apeldoorner al eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. De straf die de rechtbank oplegt is gelijk aan de eis van de officier van justitie.' |
11 oktober 2018 Taakstraf voor bejaarde man die dorpsgenoot sloeg met glas 'De rechtbank veroordeelt een 79-jarige man uit Vaassen voor een poging zware mishandeling van een dorpsgenoot. De man krijgt hiervoor een taakstraf van 100 uur. Daarnaast moet de man een schadevergoeding van ruim 1.800 euro betalen aan het slachtoffer. De man sloeg een glas in het gezicht van een dorpsgenoot. De dorpsgenoot raakte daarbij gewond. Doordat de man met een glas in zijn hand sloeg nam hij op de koop toe dat de dorpsgenoot hierdoor zwaar lichamelijk letsel kon oplopen. De rechtbank oordeelt dat niet is bewezen dat de verwondingen die de dorpsgenoot opliep zo dusdanig zijn dat men kan spreken van zwaar lichamelijk letsel. De officier vond wel dat sprake was van zwaar lichamelijk letsel. Geen noodweer De Vaassenaar deed een beroep op noodweer. De rechtbank verwerpt dit verweer. Op basis van de getuigenverklaringen blijkt niet dat sprake was van een ogenblikkelijke lichamelijke wederrechtelijke aanranding waartegen de man zich op dat moment noodzakelijk moest verdedigen. Hoge leeftijd en blanco strafblad De rechtbank legt een lagere taakstraf op dan door de officier van justitie werd geëist. Ze hield hierbij onder andere rekening met de hoge leeftijd van de man en het feit dat hij nooit eerder met justitie in aanraking is geweest.' |
11 oktober 2018 4 jaar celstraf en tbs met voorwaarden voor langdurig misbruik minderjarige jongens 'De rechtbank heeft aan een 26-jarige man 4 jaar gevangenisstraf en tbs met voorwaarden opgelegd. De rechtbank acht bewezen dat de man gedurende een periode van ruim 8 jaren diverse jonge jongens seksueel heeft misbruikt, in Nederland, in India en elders in Europa. Onderzoek Het misbruik kwam aan het licht omdat in België kinderpornografie werd aangetroffen waarvan de man een van de leveranciers was. Op het inbeslaggenomen beeldmateriaal bleek hij zelf seksueel actief te zijn geweest met jongetjes. Na uitvoerig onderzoek kwamen meer jongens naar voren met wie de man seksueel contact zou hebben gehad. Bekentenis De man heeft de feiten grotendeels bekend. Daarom heeft de discussie tijdens de zitting zich toegespitst op de vraag of aan hem – naast celstraf – tbs met bevel tot verpleging (dwangverpleging) of tbs met voorwaarden moest worden opgelegd. Onderscheid tbs met bevel tot verpleging of tbs met voorwaarden Bij tbs met bevel tot verpleging wordt de veroordeelde in een tbs-kliniek geplaatst en behandeld. Bij tbs met voorwaarden stelt de rechter voorwaarden aan zijn gedrag. Houdt de veroordeelde zich daar niet aan dan kan de rechter de tbs met voorwaarden alsnog omzetten in een tbs met bevel tot verpleging. De rechter legt tbs met voorwaarden op als deze maatregel volstaat om het gevaar voor herhaling in te perken. Adviezen deskundigen in deze zaak Uit de rapportages van de psycholoog en psychiater volgt dat de man lijdt aan onder meer een pedofiele stoornis, narcistische trekken en een beperkt empathisch vermogen. Daardoor kon hij zijn gedrag niet stoppen en zocht hij geen hulp. Schaamte weerhield hem ervan erover te spreken. De deskundigen vinden hem verminderd toerekeningsvatbaar. De deskundigen hebben daarnaast de beide vormen van tbs tegen elkaar afgewogen en concluderen dat de tbs met voorwaarden voldoende bescherming biedt voor de samenleving. De man is inmiddels gemotiveerd voor behandeling en beseft dat deze langdurig zal zijn. De voorwaarden die kunnen worden opgelegd aan de man bieden volgens de deskundigen voldoende waarborg om de maatschappij te beschermen. De rechtbank neemt beide conclusies over. De straf De langdurige periode van seksueel misbruik, de wijze waarop én het aantal jongetjes dat slachtoffer is geworden maakt deze zaak naar het oordeel van de rechtbank buitengewoon ernstig. De man maakte misbruik van het leeftijdsverschil tussen hem en de slachtoffers, die tegen hem op keken als vriend, muziekleraar of workshopmaster. Bij de in India gepleegde feiten heeft de man ook misbruik gemaakt van zijn positie als westerse toerist tegenover die van de minder bedeelde Indiase jongens. Hij heeft ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn slachtoffers en het vertrouwen dat zij en hun ouders in hem hadden ernstig beschaamd. Slachtoffers van dit soort feiten lopen vaak langdurige en ernstige psychische schade op. De ernst van de feiten rechtvaardigt volgens de rechtbank een gevangenisstraf van 4 jaar. De rechtbank komt tot oplegging van een lagere straf dan de 6 jaar die is geëist door de officier van justitie omdat rekening wordt gehouden met het feit dat de man de meeste feiten heeft gepleegd als jongvolwassene en onder invloed van een ernstige psychiatrische stoornis. Maatregel Aansluitend legt de rechtbank de maatregel tbs met voorwaarden op. Dat betekent dat de man na afloop van zijn detentie langdurig klinisch wordt opgenomen en jarenlang onder strikt toezicht zal staan. Aan de man wordt een groot aantal voorwaarden opgelegd, waaronder jarenlang verblijf en behandeling in een forensisch psychiatrische kliniek. Daarnaast wordt zijn internetgebruik beperkt en gecontroleerd en moet hij zich houden aan reclasseringstoezicht. Feit gepleegd tijdens minderjarigheid De man is ook veroordeeld voor misbruik gepleegd terwijl hij zelf nog minderjarig was maar daarvoor is geen aparte straf of maatregel opgelegd, mede omdat hij al veroordeeld is voor de strafbare feiten die hij als meerderjarige heeft gepleegd. De vorderingen van de benadeelde partijen Aan 3 minderjarige slachtoffers zijn bedragen toegekend van respectievelijk 17.550 euro , 8.500 euro en 1.000 euro. De rechtbank stelt vast dat bij deze slachtoffers sprake is van geestelijke schade maar heeft de gevorderde bedragen gematigd. Soms omdat een beperkter deel bewezen is verklaard, soms omdat de onderbouwing alleen een voorlopige schatting mogelijk maakte én omdat rekening is gehouden met wat in soortgelijke zaken aan immateriële schade wordt toegekend.' |
11 oktober 2018 Bestuurder veroordeeld voor veroorzaken auto-ongeval in Eindhoven 'Een 39-jarige man uit Eindhoven is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een taakstraf van 140 uur en een rijontzegging van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hij veroorzaakte onder invloed van alcohol en cannabis een verkeersongeval in Eindhoven. Omdat hij reed zonder (een in Nederland geldig) rijbewijs krijgt hij ook een voorwaardelijke geldboete van 250 euro. De man raakte in september vorig jaar in de ochtend met zijn auto op de verkeerde weghelft en botste frontaal op een andere auto. Hij bleek tijdens het ongeval onder invloed van alcohol en cannabis en had bovendien geen rijbewijs. De 80-jarige bestuurder van de andere auto brak haar sleutelbeen, pols en voetbeentjes en liep een hersenschudding op. Alleen al het feit dat de verdachte op de verkeerde weghelft terecht kwam en daar enige tijd bleef rijden, kan volgens de rechtbank worden aangemerkt als aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. Daar komt nog eens bij dat hij een ernstig slaaptekort had, omdat hij de nacht vóór het ongeval niet had geslapen. Ook had hij, hoewel in geringe mate, meer dan de toegestane hoeveelheid bier gedronken en cannabis gerookt. Dit moet volgens de rechtbank hebben bijgedragen aan het veroorzaken van het ongeval. De rechtbank veroordeelt hem dan ook voor het aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijden en niet – zoals de officier van justitie eiste – voor het nog ernstigere schuldverwijt van roekeloos rijgedrag. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte in de auto stapte, terwijl hij onder invloed was van alcohol en cannabis. Door zijn schuld ontstond een frontale botsing en liep een ander zwaar lichamelijk letsel op. Verder houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte berouw toonde en, via een mediationtraject en een vaststellingsovereenkomst, een schaderegeling trof met het slachtoffer. Bovendien liep de verdachte zelf zwaar lichamelijk letsel op door het ongeval en kon hij daardoor een tijdlang niet werken. Dit kostte hem uiteindelijk zijn baan. Al met al vindt de rechtbank een taakstraf, een rijontzegging en een voorwaardelijke geldboete een passende straf.' |
11 oktober 2018 Geen bewijs opzet: scoutingleider vrijgesproken van zware mishandeling 'De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een 23-jarige man die verdacht werd van het opzettelijk veroorzaken van brandwonden bij drie jonge zeeverkenners vrijgesproken. De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte opzet had om de brandwonden toe te brengen. De rechter vindt wel dat hij schuld heeft aan het ontstaan van het letsel, maar omdat dit niet ten laste was gelegd kan de man hier niet voor worden veroordeeld. Inwijdingsritueel Het zogenoemde brandmerken met een inktstempel hoorde bij een inwijdingsritueel voor kinderen die zeeverkenner willen worden. De verdachte hoorde bij de leiding van het kamp. De kinderen moesten één voor één bij hem komen om een teken van de scouting met inkt op hun rug gestempeld te krijgen. Dit gebeurde zonder dat de andere kinderen dit konden zien. Ook kregen de kinderen de opdracht te schreeuwen om te doen alsof het flink pijn deed. De verdachte zegt dat hij voorafgaand aan het stempelen van het eerste kind een vuur met de stempel heeft opgepookt, bij ieder kind de stempel kort door het vuur haalde om het ritueel nog echter te laten lijken en voor het stempelen controleerde of de stempel niet te warm was. Geen opzet, wel onvoorzichtig Volgens de rechtbank is er geen bewijs dat de verdachte opzettelijk, bewust letsel bij de kinderen heeft veroorzaakt. Het staat voor de rechtbank vast dat de verdachte inderdaad controleerde of de stempel niet te warm was. Dit deed de verdachte door de stempel in de buurt van zijn arm te houden. Dit betekent volgens de rechtbank dat verdachte er van uit is gegaan dat door het stempelen geen letsel zou ontstaan. Er was daardoor geen opzet om de kinderen te verwonden. Daarom spreekt de rechtbank de verdachte vrij. Wél vindt de rechtbank dat de verdachte met grove onachtzaamheid verwijtbaar heeft gehandeld waardoor bij drie kinderen letsel is ontstaan. Omdat dit niet ten laste was gelegd, kan de verdachte echter niet worden veroordeeld voor dit feit.' |
11 oktober 2018 Feestelijk welkom voor nieuwe medebewoners locatie Dordrecht van rechtbank Rotterdam 'Robine de Lange-Tegelaar, president van de rechtbank Rotterdam en Jaap Slootmaker, plaatsvervangend directeur generaal van Rijkwaterstaat openden gisteren de nieuwe werkomgeving van Rijkswaterstaat op de locatie Dordrecht van de rechtbank Rotterdam. Bij de feestelijke opening waren Wouter Kolff, burgemeester van Dordrecht, Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak en medewerkers van Rijkswaterstaat en de rechtspraak aanwezig. Afgelopen voorjaar en zomer is de locatie Dordrecht van de rechtbank Rotterdam in opdracht van de Raad voor de rechtspraak verbouwd en geschikt gemaakt om 100 medewerkers van Rijkswaterstaat als medebewoners te kunnen ontvangen. Rijkswaterstaat, de Raad voor de rechtspraak, het Rijksvastgoedbedrijf, de gemeente Dordrecht en de rechtbank Rotterdam hebben daar zowel voor als achter de schermen in goede harmonie aan gewerkt. Het uitgangspunt van de inhuizing van Rijkswaterstaat is dat de Rijksoverheid de beschikbare kantoorruimte zo slim en efficiënt mogelijk wil benutten. Met de komst van de Rijkswaterstaat-medewerkers is het teveel aan vierkante meters, dat de rechtbank in het pand ter beschikking had, teruggebracht. De eerste stap daartoe is gezet toen een aantal jaren geleden de Raad voor de kinderbescherming in het pand trok. Met het plan om Rijkswaterstaat in te huizen, is er bewust voor gekozen dat ook andere rijksorganisaties, dan degenen die horen bij Justitie en Veiligheid, welkom zijn in het pand van de rechtbank Rotterdam. Met drie organisaties als bewoners wordt de kantoorfunctie van het historische pand in Dordrecht weer optimaal benut. ' |
9 oktober 2018 Gevangenisstraf voor telefoondieven Pinkpop 'Rechtbank Limburg heeft vandaag 2 mannen veroordeeld die zich samen schuldig hebben gemaakt aan diefstal van 52 telefoons, 3 bankpassen, diverse geldbedragen en een portemonnee (met inhoud). Al deze diefstallen vonden plaats tijdens Pinkpop 2018. Vooropgezet plan Uit de verklaringen van de mannen blijkt dat zij – vanuit het buitenland – met een vooropgezet plan naar het festival in Nederland gekomen zijn, om daar festivalgangers van hun spullen te beroven. Zij hebben hun belang van puur financieel gewin boven de belangen gesteld van alle personen die zij schade hebben toegebracht. Hinder en overlast voor gedupeerden De gedupeerden zijn op een brutale wijze van hun spullen beroofd die zich in hun broekzak of tas bevonden. De diefstal van de telefoons heeft voor de gedupeerden niet alleen financiële schade met zich meegebracht, maar ook hinder en overlast door het verlies van de op de telefoons en bijbehorende simkaarten opgeslagen foto’s en berichten. Daarbij komt nog dat de gedupeerden door de diefstallen hun tijd op het festival hebben moeten spenderen aan het zoeken naar hun spullen en het doen van aangifte, in plaats van genieten van de optredens. Uit de aangiftes blijkt dat het plezier van het festival voor de gedupeerden grotendeels is vergald. Dit terwijl het voor veel van hen een evenement was waar zij lang naar uitgekeken hadden. Straf Uit het strafdossier komt voldoende naar voren dat 41-jarige verdachte feitelijk de leiding had bij het gezamenlijk met de medeverdachte plegen van de diefstallen. Dit leidt de rechtbank af uit het feit dat de verdachte bij de politie verklaarde dat hij de medeverdachte geld gaf om een kaartje te kopen voor het festival. Ook was het de verdachte die op de toiletten de simkaarten uit de telefoons verwijderde, terwijl de medeverdachte, die daarbij op de getuigen een zenuwachtige indruk maakte, buiten de toiletten stond te wachten. Het was eveneens de verdachte die de tas met de gestolen goederen bij zich had. In die tas zat ook het identiteitsbewijs van de medeverdachte. Ook is deze verdachte 9 keer eerder veroordeeld voor het plegen van diefstal, in verschillende landen. Kennelijk laat de verdachte zich daar niets aan gelegen liggen en zorgt hij telkens weer, uit puur eigenbelang, voor veel narigheid voor anderen door het plegen van diefstallen. Deze verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24, waarvan 6 voorwaardelijk (proeftijd 3 jaren). De 18-jarige medeverdachte verdachte krijgt een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarvan 3 voorwaardelijk (proeftijd 3 jaren). Schadevergoeding Enkele gedupeerden hebben ook een verzoek tot schadevergoeding ingediend. Deze worden gedeeltelijk toegewezen.' |
9 oktober 2018 Staat moet uitstoot broeikasgassen op korte termijn verder terugdringen 'De uitstoot van broeikasgassen moet eind 2020 met tenminste 25% verminderd worden ten opzichte van 1990. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag geoordeeld in een procedure van Urgenda tegen de Nederlandse Staat. Het gerechtshof bevestigt met de uitspraak in de klimaatzaak het vonnis van de rechtbank Den Haag. Urgenda en de Staat vinden allebei dat de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, grote gevaren meebrengt voor het leven op aarde. Urgenda wil dat de Staat daarom eerder zorgt voor een lagere uitstoot dan de Staat nu voor ogen heeft. Het Haagse gerechtshof is dit eens met Urgenda. Gelet op de grote gevaren die dreigen te ontstaan, moeten al op korte termijn verdergaande maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Dit om te voorkomen dat het leven en gezinsleven van burgers in Nederland aangetast worden. Het gerechtshof heeft zich bij zijn oordeel gebaseerd op de rechtsplicht van de Staat om ervoor te zorgen dat het gezinsleven en het leven van burgers ook op de langere termijn beschermd worden. Die rechtsplicht is verankerd in het Europese Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof is het niet met de Staat eens dat de rechter hier niets over te zeggen heeft. De rechter moet rechtstreeks werkende bepalingen van verdragen waarbij Nederland partij is toepassen. Deze bepalingen maken deel uit van de Nederlandse rechtssfeer en zij hebben zelfs voorrang boven Nederlandse wetten die daarvan afwijken.' |
8 oktober 2018 Celstraf voor verduistering van ongeveer 1,9 miljoen euro van kerkgemeenschap 'De rechtbank in Den Haag heeft een 53-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Hij heeft zich in een periode van ruim vier jaar lang schuldig gemaakt aan verduistering van in totaal ongeveer 1,9 miljoen euro van een kerkgemeenschap in Leiden. De man had als penningmeester beschikking over het geld van de kerkgemeenschap en maakte zodoende geld over naar zijn privérekening en nam geld op ten behoeve van zichzelf. Hij heeft er onder andere luxegoederen van gekocht en vakanties van betaald. Misbruik van vertrouwen Met zijn handelen heeft de man ruim vier jaar lang ernstig misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. Bovendien heeft hij het financiële voortbestaan van de kerkgemeenschap op het spel gezet. Zo kan er nu onder andere geen eigen predikant meer worden betaald en is er onvoldoende geld om het kerkgebouw te onderhouden. Kans op herhaling De rechtbank acht kans op herhaling aanwezig, onder andere omdat de man de verduistering niet zelf heeft beëindigd en zijn financiële draagkracht beperkt is. Vanwege het gevaar voor herhaling legt de rechtbank een gedeelte van de straf voorwaardelijk op. De rechtbank houdt er rekening mee dat de man voor deze zaak enige tijd in Kroatië in voorarrest heeft gezeten, in omstandigheden die zwaarder zijn dan in Nederland. Verduisterde geld moet terugbetaald worden De rechtbank wijst alle vorderingen tot het terugbetalen aan de kerkgemeenschap van het verduisterde geld toe, inclusief rente..' |
5 oktober 2018 5 jaar cel voor poging doodslag in woning Heeze 'De rechtbank Oost-Brabant heeft 2 mannen uit Heeze (24 en 31 jaar) veroordeeld tot gevangenisstraffen van 5 jaar. De verdachten sloegen en schopten een andere man bijna dood. De verdachten waren afgelopen februari op bezoek bij een vriend in Heeze. Daar was ook nog een andere man aanwezig. Op enig moment ontstond er ruzie, omdat die man de woning niet zou willen verlaten. Beide verdachten sloegen de man vervolgens meerdere keren met hun vuisten in het gezicht en schopten onder meer met geschoeide voeten tegen zijn hoofd. Het slachtoffer liep schedelbreuken en vele breuken in zijn gezicht op. Volgens een deskundige was het letsel levensbedreigend. Bij de politie beriepen de verdachten zich op hun zwijgrecht. Tijdens de behandeling van hun zaak in de rechtbank, ontkenden de verdachten de man te hebben mishandeld en wezen ze de bewoner van de woning aan als de dader. Op basis van de verklaring van de bewoner, die beide verdachten als de geweldplegers aanwijst, en die de rechtbank betrouwbaar vindt, acht de rechtbank dit scenario echter onaannemelijk geworden. De rechtbank weegt bij het bepalen van de straffen mee dat de verdachten op laffe en grove wijze de lichamelijke integriteit van het slachtoffer hebben aangetast. Ze veroorzaakten welbewust een levensbedreigende situatie voor het slachtoffer. Dat hij de mishandeling heeft overleefd is op geen enkele manier aan de verdachten te danken. Verder schokt een dergelijk delict de rechtsorde en vergroot het gevoelens van onveiligheid. Bovendien namen de verdachten geen verantwoordelijkheid voor hun daad, maar probeerden ze juist de schuld op een ander af te schuiven. Vanwege de ernst van het delict vindt de rechtbank een celstraf van 5 jaar passend. De verdachten moeten het slachtoffer bovendien een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 10.000 euro. Daarnaast moet de 31-jarige verdachte eerder voorwaardelijk opgelegde celstraffen van 1 en 2 weken nu alsnog uitzitten.' |
5 oktober 2018 Rechter: Omgangsregeling hond moet worden voortgezet 'De voorzieningenrechter bepaalt dat de bestaande ‘omgangsregeling’ tussen een man en zijn hond moet worden voortgezet. Volgens de voorzieningenrechter hebben zowel de man als zijn ex-partner evenveel recht op het doorbrengen van tijd met hun hond. Een jong stel woonde samen en schafte samen een hond aan. Na het verbreken van de relatie in 2016 kwamen zij samen tot een omgangsregeling over de hond. De hond verbleef regelmatig bij ieder van hen. De vrouw had die regeling stopgezet en de man eiste in kort geding dat de regeling werd voortgezet. Man en vrouw recht op tijd met de hond De voorzieningenrechter gaat er voorlopig vanuit dat partijen gezamenlijk eigenaar zijn van de hond, omdat zij hem samen hebben aangeschaft en ieder de helft van de aanschafprijs hebben betaald. In principe hebben beide partijen er dus recht op om tijd met de hond door te brengen. Op de zitting bleek dat de man en de vrouw deels doordeweeks thuis zijn en verder gebruik maken van een uitlaatservice. De omstandigheden waarin zij voor de hond kunnen zorgen zijn dus vergelijkbaar. Dat de hond beter af is bij de vrouw, of dat de vrouw een andere gegronde reden heeft om de regeling eenzijdig stop te zetten, is onvoldoende gebleken. Dwangsom Tot het moment dat in een eventuele bodemprocedure anders wordt beslist, moet de omgangsregeling dus worden voortgezet en is de hond wekelijks van maandag tot woensdag en om het weekend bij de man. Als de vrouw daaraan niet meewerkt moet zij een dwangsom van 100 euro per dag aan de man betalen..' |
4 oktober 2018 Tweetal veroordeeld voor diefstal en oplichting via WhatsApp 'De rechtbank Midden-Nederland heeft een 21-jarige man uit Utrecht en een 19-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 maanden. De mannen hebben zich schuldig gemaakt aan diefstal en aan oplichting. Geraffineerde oplichting Beide mannen hebben zich op WhatsApp voorgedaan als iemand anders. De 19-jarige man zocht begin dit jaar via de berichtendienst contact met een 85-jarige man. De verdachte deed zich voor als de dochter van het slachtoffer en vroeg hem om in totaal ruim 2.300 euro over te maken. Het slachtoffer dacht echt met zijn dochter te appen. De 21-jarige Utrechter heeft zich op een soortgelijke manier schuldig gemaakt aan oplichting. Hij stuurde in september 2017 een WhatsApp-bericht naar een 71-jarige vrouw en deed zich voor als haar dochter. In het gesprek vroeg hij meerdere keren aan het slachtoffer om geld over te maken. In totaal heeft de vrouw ruim drieduizend euro overgemaakt. Pepperspray Daarnaast hebben de twee zich eind 2017 schuldig gemaakt aan diefstal van een mobiele telefoon, een paspoort en 500 euro. In Woerden hebben ze met geweld de spullen en het geldbedrag van het slachtoffer gestolen. Daarbij is het slachtoffer onder andere met pepperspray in zijn gezicht gespoten Ook hebben beide mannen zich individueel schuldig gemaakt aan diefstal. De 19-jarige man is daarnaast veroordeeld voor het vernielen van een toegangspoortje van de NS bij station Woerden. Gevangenisstraffen De rechtbank noemt het kwalijk dat beide mannen zich hebben laten leiden door de wens zichzelf te verrijken ten koste van de slachtoffers die ze gemaakt hebben. Beide mannen zijn eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en zij geven geen volledige openheid van zaken. De 21-jarige man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De 19-jarige man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en daarnaast is de man veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van 1 maand voor diefstal van een laptop. Omdat verdachte bij deze diefstal minderjarig was is deze zaak apart behandeld. Beide verdachten moeten zich verplicht laten behandelen voor hun problematiek. De rechtbank hoopt met het opleggen van deze straffen de maatschappij te beschermen en de verdachten ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarnaast moeten zij hun slachtoffers in totaal zo’n 10.000 euro aan schade vergoeden. De opgelegde straffen zijn nagenoeg gelijk aan de door de officier van justitie geëiste straffen.' |
4 oktober 2018 Celstraffen voor jeugdprostituanten in Schiedamse kelderboxzaken 'Het Haagse gerechtshof heeft vandaag 5 verdachten van seks tegen betaling met een minderjarig meisje van 16 jaar veroordeeld tot gevangenisstraffen. De straffen variëren van 5 maanden waarvan 1 maand voorwaardelijk tot 5 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Er zijn 3 verdachten vrijgesproken. Het slachtoffer was een 16-jarig meisje dat via seksadvertenties werd aangeboden voor prostitutie. Naar aanleiding hiervan heeft zij met een flink aantal klanten seks gehad op een matras op de grond in een kelderbox van een flatgebouw te Schiedam. Dit vond plaats gedurende 2 dagen in mei 2014. Het hof heeft bij de strafoplegging erop gewezen dat het de eigen verantwoordelijkheid van de prostituant is daadwerkelijk te controleren of de prostituee wel meerderjarig is. Alleen maar vragen aan een jonge prostituee of ze inderdaad 18 jaar of ouder is, is niet genoeg. Daarnaast had het meisje zichtbaar letsel aan haar gezicht, namelijk een dikke lip, wat naast de overige omstandigheden ook vragen op had moeten roepen. De mensenhandelaar die achter de uitbuiting van het minderjarige meisje zat, is al eerder veroordeeld door de rechtbank tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk. Hij heeft hiertegen geen hoger beroep ingesteld. De door het hof opgelegde duur van de gevangenisstraffen in hoger beroep ligt lager dan die van de rechtbank en die de advocaat-generaal had gevraagd. Dit komt deels door het tijdsverloop. De zaken stammen uit 2014 en hadden sneller moeten worden berecht. ..' |
3 oktober 2018 Gebiedsverbod voor 17-jarige uit Heerlen blijft in stand 'De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg heeft vandaag het verzoek van een 17-jarige bewoner van Heerlen om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De bewoner wil dat het gebiedsverbod dat voor hem geldt, wordt geschorst, zodat hij vrij door Heerlen kan bewegen. Eerder gebiedsverbod De gemeente Heerlen heeft eerder een gebiedsverbod aan de bewoner opgelegd, omdat hij in de maanden mei en juli van dit jaar betrokken zou zijn geweest bij mishandelingen. Dit eerdere gebiedsverbod hield toen bij de rechter geen stand, omdat de gemeente Heerlen geen informatie had ingewonnen bij de bewoner. Daarnaast was in het besluit onvoldoende uitgelegd waarom het verbod gold voor het betreffende gebied én voor de duur waarvoor het was opgelegd. Huidig gebiedsverbod De gemeente Heerlen heeft nu een nieuw gebiedsverbod aan de bewoner opgelegd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gemeente Heerlen nu wel voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de bewoner. Ook heeft de gemeente Heerlen nu wel uitgelegd waarom het gebiedsverbod geldt voor het gebied waarvoor het is opgelegd en wat de reden is dat het gebiedsverbod 2 maanden duurt. De gemeente Heerlen heeft geen lichtere maatregel hoeven opleggen dan het gebiedsverbod, omdat de bewoner de openbare orde vaak en ernstig heeft verstoord. ' |
-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.
Uwwet.nl
Uwwet.nl