Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - mei 2013:


31 mei 2013
Vermindering ganzenpopulatie bij Schiphol toegestaan

'Op woensdag 29 mei 2013 zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningbehandeld van de Stichting Faunabescherming (Faunabescherming) tegen de besluiten van de provincies Noord-Holland en Utrecht om de Faunabeheereenheden Noord-Holland en Utrecht toe te staan om respectievelijk tot 31 augustus en 1 oktober van dit jaar in het gebied rondom Schiphol bepaalde soorten ganzen te vangen en te doden met koolstofdioxide (CO²). Deze besluiten zijn genomen in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer op en rondom de luchthaven. Op de zitting heeft de voorzieningenrechter de besluiten geschorst totdat uitspraak is gedaan.

De voorzieningenrechter heeft vrijdag 31 mei 2013 uitspraak gedaan en heeft het schorsingsverzoek van Faunabescherming afgewezen. De voorlopige schorsing van de besluiten is daarmee geëindigd.

Faunabescherming heeft tevergeefs een beroep gedaan op een bepaling uit de Benelux-overeenkomst die gaat over de jacht en vogelbescherming. Volgens de voorzieningenrechter kan op deze verdragsbepaling niet direct een beroep worden gedaan tegenover de nationale rechter.

Volgens de Faunabescherming bestaan er verder andere, betere, oplossingen om het ganzenprobleem op te lossen. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de provincies hebben mogen aannemen dat de door de Faunabescherming voorgestelde maatregelen niet snel genoeg effect zullen hebben. Uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, blijkt dat reductie van de ganzenpopulatie de meest effectieve korte termijn maatregel is.

Het standpunt van Faunabescherming dat het vangen en doden van ganzen geen effectieve maatregel zou zijn om de ganzenpopulatie terug te dringen, deelt de voorzieningenrechter evenmin. De provincies hebben mogen uitgaan van het Ganzenbeheerplan, waarin staat dat verschillende maatregelen, waaronder nestbehandeling, afschot en vangen, in combinatie met elkaar kunnen leiden tot een gewenste afname van het aantal ganzen.

Tot slot is met het Ganzenbeheerplan voldoende aangetoond dat ook het vangen en doden van ganzen die in het gebied tussen de 10 en 20 kilometer van de luchthaven hun ruiperiode doormaken, een bijdrage kan leveren aan het verminderen van de ganzenpopulatie in de directe nabijheid van de luchthaven Schiphol.

De uitspraak van de voorzieningenrechter heeft tot gevolg dat de Faunabeheereenheden in Noord-Holland en Utrecht het vangen en doden van ganzen rondom Schiphol mogen hervatten.'



31 mei 2013
Bestuursrechter bepaalt dat school geschorste leerlingen onderwijs moet bieden

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft vandaag in een procedure die was aangespannen door de ouders van twee leerlingen die van school zijn gestuurd wegens een geweldincident de school opgedragen de leerlingen in afwachting van hun plaatsing op een onderwijs opvangvoorziening op enigerlei wijze onderwijs te bieden.

De jongens zitten vanaf 20 februari van dit jaar thuis. Te denken valt aan het verstrekken en nakijken van huiswerkopdrachten en toetsen. Terugkeer naar school, waar door de ouders om was verzocht, acht de voorzieningenrechter op dit moment geen reële optie.'



31 mei 2013
Onjuiste berichtgeving over Fries spreken tijdens zitting Leeuwarden

'De afgelopen dagen zijn er berichten verschenen in diverse media en op twitter over de mogelijkheid van Fries spreken tijdens een zitting in de rechtbank in Leeuwarden. De Rechtbank Noord-Nederland herkent zich niet in deze berichtgeving en hecht eraan te benadrukken dat het voor alle procespartijen steeds mogelijk is om ter zitting Fries te spreken en dat dat ook in dit geval zo was. Het is onjuist dat een politierechter een verdachte niet in de gelegenheid heeft gesteld Fries te spreken, zoals de raadsman van deze verdachte via Twitter heeft verkondigd.

Bij de behandeling van de zaak, die in het Nederlands werd aangevangen, werd door de verdachte een Friese uitdrukking gebruikt. De politierechter heeft daarop aangegeven dat de zitting indien gewenst in het Fries zou kunnen worden voortgezet. Als de verdachte dat wenste, zou direct voor een andere griffierworden gezorgd, omdat de dienstdoende griffier het Fries niet voldoende machtig was. Mocht de verdachte de zitting in het Nederlands willen vervolgen en zich later toch van het Fries willen bedienen, dan, zo heeft de politierechter gezegd, zou dat geen probleem zijn. De verdachte heeft na overleg met zijn raadsman aangegeven de zitting in het Nederlands te willen vervolgen. De raadsman heeft zich tijdens de zitting overigens in het geheel niet met het gesprek over het gebruik van het Fries bemoeid.

De rechtbank herkent zich daarom in het geheel niet in de beschrijving van dit voorval in de media en op Twitter en betreurt het dat ook bij de behandeling van de Wet gebruik Friese taal in de Tweede Kamer deze onjuiste berichtgeving is aangehaald.'



31 mei 2013
Beëindiging TBS na veroordeling moord in 2004

'De raadkamer van de rechtbank Gelderland heeft vandaag de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een 28-jarige man afgewezen. De man is in 2004 veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging voor onder meer de moord op een destijds 16-jarig meisje.

Behandeling geslaagd
Aansluitend op zijn gevangenisstraf heeft de man vanaf 2008 in een TBS-kliniek behandeling ondergaan voor zijn in 2004 geconstateerde persoonlijkheidsstoornis. Zowel de deskundige van de kliniek als de deskundigen uit het Pieter Baan Centrum, waar de man in 2012 is geobserveerd, constateren nu dat de behandeling is geslaagd en dat niet langer gesproken kan worden van de aanwezigheid van een stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.

Geen aanwijzingen voor gevaar voor personen of goederen
Afwezigheid van een stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens zou in beginsel moeten leiden tot beëindiging van de TBS. Er kan slechts dan nog sprake zijn van verlenging van de TBS als er aanwijzingen zijn dat sprake is van een dusdanig recidivegevaar (kans op herhaling) dat daarmee de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen in het geding is. Van aanwijzingen voor een dergelijk recidivegevaar is niet gebleken. Over de man is vanaf de aanvang van zijn TBS geen enkel negatief incident bekend. Ook verloopt zijn onbegeleid verlof zeer positief en is de man goed in staat tot zelfreflectie op zijn denken en doen. De deskundigen hebben aangegeven dat geen sprake is van schijnaanpassing. Van belang is ook dat sprake is van beschermende factoren in de zin van een steunend netwerk en een stabiele relatie.

Mogelijke maatschappelijke onrust begrijpelijk
Tot slot merkt de raadkamer op dat het voorstelbaar is dat beëindiging van de TBS maatschappelijke onrust teweegbrengt. Op zich zelf is dit begrijpelijk. Het ontstaan van die onrust en het gegeven dat de man is veroordeeld voor een zeer ernstig feit kunnen bij de beoordeling of de TBS verlengd moet worden echter geen rol spelen. Daartoe laat de wet en het systeem van TBS geen ruimte.'



31 mei 2013
Huiselijk geweldpleger veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor gijzeling en poging doodslag

'De rechtbank Gelderland heeft een 63-jarige man veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens gijzeling van en poging doodslag op zijn (ex-)vriendin.

De man verdacht zijn vriendin van overspel en wilde haar dwingen dit te bekennen. Hij heeft haar daarom met een honkbalknuppel meermalen tegen o.a. haar hoofd geslagen en haar keel dichtgeknepen. Zijn vriendin raakte zwaar gewond en heeft uiteindelijk de woning weten te ontvluchten. Anders dan de officier van justitieacht de rechtbank niet bewezen dat de man met voorbedachte raad heeft gehandeld. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met enige mate van verminderde toerekeningsvatbaarheid.

Voorwaardelijk opzet
De advocaat van de man meende dat de verwondingen van de vrouw niet zo ernstig waren dat zij hieraan had kunnen overlijden. Ook gaf de raadsman aan dat de man niet de intentie had om zijn vriendin te doen. De rechtbank oordeelt op basis van de verklaringen van een forensisch arts anders.

Het slachtoffer is tot drie maal toe met kracht met de honkbalknuppel tegen haar hoofd geslagen. Dit had dodelijk kunnen zijn. Aan haar keel/hals zijn zodanige verwondingen toegebracht dat sprake had kunnen zijn geweest van levensbedreigend zuurstoftekort. Daarmee heeft de man willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de vrouw door zijn handelingen zou komen te overlijden.

Geen poging tot moord
Wettig en overtuigend bewijs dat de man zijn slachtoffer welbewust met de honkbalknuppel heeft staan opwachten en dus met voorbedachte raad heeft gehandeld, acht de rechtbank niet aanwezig. Van poging tot moord is hij daarom vrijgesproken.

Het grove, langdurige geweld dat de man in hun eigen woning tegen zijn (ex-)vriendin heeft gebruikt en de ernstige lichamelijke en psychische gevolgen daarvan voor het slachtoffer nopen volgens de rechtbank tot oplegging van een langdurige gevangenisstraf. Het slachtoffer heeft voor haar leven gevreesd. Ze heeft enkele hoofdwonden opgelopen en diverse breuken in haar armen, doordat zij de verdere klappen met de honkbalknuppel heeft proberen af te weren. Ook heeft het slachtoffer een gebroken heup opgelopen, waarvoor uiteindelijk plaatsing van een heupprothese noodzakelijk bleek.

Zij leeft in grote angst voor de man en heeft zich onder psychotherapeutische behandeling moeten stellen. Rekening houdend met de enigszins verminderde mate van toerekeningsvatbaarheid van de man, zijn blanco documentatie en de vrijspraak van poging tot moord, heeft de rechtbank zes jaar gevangenisstraf opgelegd, in afwijking van de eis van de officier van justitie die acht jaar gevangenisstraf eiste.'



31 mei 2013
Haagse rechters doen proef met enkelband

'Twee Haagse rechters dragen vanaf maandag 3 juni vijf dagen lang een elektronische enkelband van Reclassering Nederland. Zij ondergaan dit op eigen verzoek. Ze willen zo gevoel krijgen voor wat het dragen van zo’n band betekent voor mensen die dit opgelegd krijgen.

Gedurende vijf dagen moeten de rechters tussen 7 uur ’s avonds en 7 uur ’s ochtends verplicht thuis zijn. Ze mogen dan geen stap buitenshuis zetten, dus ook niet in hun tuin of balkon. Een van de rechters krijgt naast dit locatiegebod, ook een locatieverbod. Hij mag tijdens de proef niet binnen een straal van 5 kilometer van het centrum van zijn woonplaats Leiden komen.

De band die zij dragen is dezelfde als die op dit moment gebruikt wordt voor elektronisch huisarrest. Zij kunnen de band tijdens de proef niet afdoen. In vijf dagen verwachten ze voldoende zicht te krijgen op het effect van het dragen van zo’n band.

De rechter-commissaris kan in de toekomst als eerste in de keten mogelijk besluiten het dragen van een enkelband op te leggen, als variant op detentie. Beide Haagse rechters beslissen als rechter-commissaris over de eerste periode van voorarrest van verdachten in strafzaken.'



31 mei 2013
Samsung schendt modelrecht Apple niet

'Samsung heeft het modelrecht van Apple op haar tabletcomputer niet geschonden. Dat heeft de Hoge Raad vandaag beslist.


Apple heeft een Europees modelrecht op een tablet, beter bekend als iPad. Samsung heeft een eigen tablet op de Europese markt gebracht: de Galaxy Tab 10.1v. Volgens Apple maakt Samsung inbreuk op haar modelrecht. Apple is daarop in een aantal landen van de EU een inbreukprocedure tegen Samsung begonnen. In Nederland hebben rechtbank en hof de vordering van Apple afgewezen. De Hoge Raad heeft vandaag het daartegen gerichte beroep verworpen.

Volgens het hof heeft het Apple-model slechts in beperkte mate een eigen karakter, omdat de elementen waaruit het is opgebouwd, alle voorkomen in eerder door anderen op de markt gebrachte producten. Daarom heeft het ook slechts een beperkte beschermingsomvang. De tablets van Samsung verschillen daarvan op onderdelen zozeer dat dit de geïnformeerde gebruiker zonder meer opvalt. Daarom maken de Samsung-tablets geen inbreuk op het modelrecht van Apple. De Hoge Raad heeft hiermee ingestemd.

In de procedure was niet aan de orde of Samsung onrechtmatig heeft aangehaakt bij het commerciële succes van de iPad. Daarover is dus niets beslist.'



30 mei 2013
Twaalf jaar gevangenisstraf voor wurging met hondenriem

'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 30 mei 2013 een 34-jarige man veroordeeld voor doodslag op zijn vriendin. Het Haagse hof legt de man een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar op.

Het hof acht na onderzoek ter terechtzitting bewezen dat de verdachte zijn vriendin, met wie hij samenwoonde, met behulp van een hondenriem om het leven heeft gebracht. Vervolgens heeft hij de kat gewurgd. Na een mislukte poging van de man om zichzelf en zijn hond om het leven te brengen, heeft hij zich bij de politie aangegeven. Het hof acht niet bewezen dat de man de misdaad met voorbedachten rade gepleegd heeft.

Het hof is van oordeel dat op een dergelijke gruwelijke en onbegrijpelijke misdaad niet anders gereageerd kan worden dan door een langdurige en geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen. De verdachte heeft geen inzicht kunnen of willen geven in de beweegredenen voor zijn daad. Deskundigen komen unaniem tot het oordeel dat de man volledig toerekeningsvatbaar is. Daar het hof de kans op herhaling aanwezig acht, legt het hof in hoger beroep een hogere straf op dan in vergelijkbare gevallen gedaan wordt.

De rechtbank legde in eerste aanleg een gevangenisstraf van 10 jaar op. Het Openbaar Ministerie had 16 jaar gevangenisstraf voor moord geëist.'



30 mei 2013
Geheimhouding tipgever moet wijken voor rechten zwartspaarder

'Het belang van de Staat bij volledige geheimhouding - óók jegens de rechter - van de identiteit van de tipgever en gedeeltelijke geheimhouding van de tipgeversovereenkomst moet wijken voor de door art. 6 EVRM gegarandeerde rechten van de verdediging, met name het recht op toegang van de verdachte tot zijn strafdossier en de bevoegdheidook anonieme getuigen te horen. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Wattel de Hoge Raad in een zaak waarbij de Staat een overeenkomst heeft gesloten met een tipgever. Deze tipgever heeft informatie over Nederlands ingezetenen met buitenlandse bankrekeningen, met name bij een Luxemburgse vestiging van een Nederlandse bank.

Dat wil volgens de AG echter niet zeggen dat de Staat verplicht kan worden die gegevens over te leggen: noch de EHRM-rechtspraak, noch de Algemene wet bestuursrecht (Awb) weerhoudt de Staat ervan bepaalde relevante gegevens toch niet (volledig) te verstrekken, mits de rechter die de op die gegevens gebaseerde beschuldiging beoordeelt (in dit geval de belastingrechter, die over de opgelegde vergrijpboeten gaat) daar passende gevolgen aan verbindt. Dat kan door procedurele compensatie te bieden voor deze benadeling van de procespositie van de verdachte.

Die compensatie kan alleen worden geboden in de (nog niet begonnen) procedure voor de belastingrechter over de opgelegde boeten; zij kan niet geboden worden in deze civiele dwangsomprocedure, die immers niet gaat over de vraag in hoeverre de Awb en het EVRM de fiscus verplichten stukken over te leggen in de boeteprocedure, noch over de vraag welke gevolgen de boeterechter aan niet-overlegging moet verbinden. De eis van de belastingplichtigen moet dus volgens de advocaat-generaal in deze procedure worden afgewezen.

Achtergrond
In deze zaak betaalt de Staat de tipgever een tipgeld dat oploopt met het belastingbedrag dat de fiscus op basis van de verstrekte informatie achterhaalt. De belastingdienst heeft aan de door de tipgever geïmpliceerde belastingplichtigen op basis van de verkregen informatie navorderingsaanslagen en vergrijpboeten opgelegd.

In kort geding eist een aantal van deze belastingplichtigen op straffe van een dwangsom van de Staat de overlegging van alle - ongecensureerde – stukken die op hun zaken betrekking hebben, inclusief de volledige tipgeversovereenkomst en de identiteit van de tipgever, om hun verdediging tegen de boete-oplegging te kunnen voorbereiden. De Staat weigert dat en eist juist van deze belastingplichtigen op straffe van een dwangsom dat zij alsnog voldoen aan hun wettelijke plicht tot verstrekking van informatie over buitenlandse bankrekeningen aan de belastingdienst.

Over deze tegen-eis van de Staat concludeert de advocaat-generaal hetzelfde als in zijn eerder gepubliceerde conclusie van 1 maart 2013 in de eveneens civiele dwangsomzaak 12/01880, gepubliceerd op rechtspraak.nl (LJN BZ3640): weliswaar kunnen de belastingplichtigen onder dreiging van straf en dwangsom gedwongen worden hun fiscale meewerkplichten na te komen, maar het aldus onder dwang verkregen bewijs mag alleen voor de belastingheffing gebruikt worden en niet voor bestraffing van vermoede fiscale delicten. Omdat in Nederland – anders dan in bijvoorbeeld Zwitserland en Finland – geen wettelijke garanties bestaan tegen bestraffend gebruik van afgedwongen fiscaal bewijsmateriaal, moeten die garanties van de rechter komen. De advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad daarom het cassatieberoep van de belastingplichtigen weliswaar te verwerpen, maar te bepalen dat de door hen onder druk van de dwangsom aan de Inspecteur verstrekte informatie niet voor bestraffende doelen kan worden gebruikt.

De zaak is verwezen naar de rol van 25 oktober 2013. Voorlopig is de uitspraak van de Hoge Raad bepaald op die datum.

Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Het parket bij de Hoge Raad kan zich over een door de Hoge Raad te beoordelen zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie en is dan ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader commentaar.'



29 mei 2013
Sabir K. nu (nog) niet uitleveren

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 28 mei 2013 in hoger beroep bepaald dat de verdachte Sabir K. nu (nog) niet aan de VS mag worden uitgeleverd. Sabir K. wordt verdacht van terroristische handelingen op Afghaans grondgebied. Het hof is van oordeel dat eerst moet worden uitgezocht of de VS betrokken zijn geweest bij de foltering van Sabir K. in Pakistan. Het hof heeft wel reeds geoordeeld dat de medische behandeling die Sabir K. na zijn eventuele uitlevering naar de VS zou kunnen ondergaan voor zijn posttraumatische stress stoornis adequaat is en dus niet aan zijn uitlevering in de weg staat.

Sabir K. (hierna: K), een man die zowel de Nederlandse als de Pakistaanse nationaliteit bezit, wordt door de autoriteiten van de VS verdacht van terroristische activiteiten gericht tegen Amerikaanse troepen in Afghanistan. K. is door de Pakistaanse autoriteiten opgepakt en tijdens zijn detentie aldaar door de Pakistaanse geheime dienst ISI gefolterd. Pakistan heeft hem vervolgens op transport naar Nederland gezet. De VS hebben Nederland verzocht om zijn uitlevering en de Minister van Veiligheid en Justitie (hierna: de Minister) heeft de uitlevering toegestaan, op voorwaarde dat K. tijdens zijn verblijf in de Amerikaanse penitentiaire inrichting de benodigde medische behandeling zal ontvangen voor zijn posttraumatische stress stoornis (PTSS).

K. heeft een kort gedingaangespannen tegen de Staat om zijn uitlevering alsnog tegen te houden. Hij voert daarvoor twee argumenten aan. Het eerste argument is dat de VS betrokken zijn geweest bij de martelingen die hij van de kant van de Pakistaanse geheime dienst heeft ondergaan. In de tweede plaats voert K. aan dat hij in de VS niet de juiste behandeling voor zijn PTSS zal kunnen ontvangen.

De voorzieningenrechter van de rechtbank had het eerste argument van K. verworpen. De voorzieningenrechter oordeelde dat niet was aangetoond dat de VS betrokken waren geweest bij de foltering van K. door de Pakistaanse geheime dienst. Het tweede argument heeft de voorzieningenrechter echter gehonoreerd. De voorzieningenrechter was van oordeel dat de Minister had gegarandeerd dat K. in de VS een bepaalde therapie zou kunnen volgen, maar dat die therapie in de Amerikaanse penitentiaire inrichtingen niet wordt aangeboden. Om deze laatste reden heeft de voorzieningenrechter de uitlevering van K. verboden.

Het hof oordeelt in hoger beroep anders dan de voorzieningenrechter. Ten aanzien van de eventuele betrokkenheid van de VS bij de foltering van K. is het hof van oordeel dat er enkele specifieke omstandigheden zijn die vraagtekens oproepen omtrent de rol die de VS mogelijk hebben gespeeld rond de aanhouding van K. in Pakistan. Zo hebben de VS drie dagen na de aanhouding van K. in Pakistan een arrestatiebevel jegens hem uitgevaardigd. Het hof constateert ook dat uit de rapportages van Amnesty International en Human Rights Watch valt af te leiden dat van terroristische activiteiten verdachte personen in Pakistan vrijwel zonder uitzondering worden gefolterd. Indien het zo zou zijn, hetgeen het hof niet kan uitsluiten, dat de VS aan de Pakistaanse autoriteiten hebben gevraagd om K. aan te houden, wetende dat dit tot gevolg zou hebben dat K. door de Pakistaanse geheime dienst zou worden gemarteld, staat dit aan de uitlevering van K. aan de VS in de weg. Daarom moet de Staat nu aan de Amerikaanse autoriteiten vragen of zij aan Pakistan hebben verzocht om K. aan te houden. Nadat de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, zal het hof met een definitief oordeel komen.

Wat betreft de medische behandeling die K. in de VS zal kunnen ondergaan, oordeelt het hof dat de Staat niet een bepaalde behandeling heeft gegarandeerd. In de VS is in ieder geval een gelijkwaardige therapie beschikbaar en dat is in dit geval voldoende. Anders dan de voorzieningenrechter is het hof dan ook van oordeel dat de uitlevering van K. niet vanwege dit aspect moet worden verboden.'



29 mei 2013
Staatsloterij misleidde deelnemers

'De Staatsloterij heeft zich tot 1 januari 2008 schuldig gemaakt aan misleiding van haar deelnemers. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag op 28 mei 2013 bepaald.

Het Gerechtshof Den Haag heeft in hoger beroep uitspraak gedaan in de zaak die door de Stichting Loterijverlies namens 23.000 'gedupeerden' was aangespannen tegen de Staatsloterij. De aanleiding voor deze procedure was een uitzending van Tros Radar van 29 oktober 2007, waarin naar voren kwam dat in de staatsloterij de grotere prijzen van €50.000,- en €100.000,- niet alleen werden getrokken uit het aantal verkochte loten (gemiddeld ongeveer 3 miljoen per trekking) maar uit een veel groter aantal loten. De trekking vond namelijk plaats uit het zogenoemde universum dat uit 18 tot 21 miljoen loten bestond die grotendeels niet werden verkocht. Veel van deze grotere prijzen vielen dus wel, maar werden aan niemand uitgekeerd.

De rechtbank had Loterijverlies in het ongelijk gesteld. Het hof oordeelt echter anders. Volgens het hof heeft de Staatsloterij zich in de periode tot 1 januari 2008 - waarna zij haar systeem heeft gewijzigd - aan misleiding schuldig gemaakt. In haar reclame-uitingen, waarin bijvoorbeeld melding werd gemaakt van 20 prijzen van €100.000,-, werd niet aangegeven dat deze 20 prijzen ook uit niet verkochte loten werden getrokken.'



29 mei 2013
Celstraf voor poging verkrachting

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 26-jarige man veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en ambulante behandeling voor een poging tot verkrachting van een (destijds) 27-jarige vrouw in Nijmegen in 2007.

DNA-match
De man kwam in 2009 in beeld na een match van zijn DNAmet DNA dat was aangetroffen op een petje dat de dader destijds achter had gelaten op de plaats van het misdrijf. Dat de zaak nu pas op zitting stond, kwam ook doordat de zaak lange tijd is blijven liggen bij het Openbaar Ministerie. Daar heeft de rechtbank dan ook rekening mee (moeten) houden bij de hoogte van de op te leggen straf. De rechtbank komt daarom tot een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is geëist. '



29 mei 2013
Veroordeling voor poging doodslag op echtgenote

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 49-jarige man veroordeeld tot gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren voor een poging doodslag van zijn vrouw en vrijheidsberoving van zijn vrouw.

Niet met voorbedachte rade
De man heeft zijn vrouw onder bedreiging van een mes in een auto meegevoerd en heeft haar meerdere keren met een mes gestoken. In tegenstelling tot de officier van justitieacht de rechtbank niet bewezen dat de man met voorbedachte rade heeft gehandeld. In een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, die slechts enige seconden heeft geduurd, heeft de man zijn vrouw met een mes gestoken. Er was geen sprake van een moment van kalm beraad en rustig overleg.

De man wordt vrijgesproken van poging moord. De man moet zich tijdens de proeftijd - onder andere - melden bij de Reclassering, laten behandelen voor zijn agressieprobleem en heeft een contactverbod.'



29 mei 2013
Gevangenisstraf voor huiselijk geweld

'De rechtbank veroordeelt een 49-jarige Nijmeegse man wegens zware mishandeling van zijn echtgenote tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en een contactverbod met zijn echtgenote.

Huiselijk geweld
Verdachte heeft onder invloed van alcohol en in aanwezigheid van hun 8-jarige dochter zijn echtgenote in de echtelijke woning zwaar mishandeld. Hij heeft zijn echtgenote aan haar haren getrokken, meermalen geslagen en geschopt en is daar zelfs niet mee opgehouden toen zij ten val kwam en hevig bloedend op de grond lag en hem verzocht het geweld te staken.

Zwaar lichamelijk letsel
Zijn echtgenote heeft ten gevolge van deze mishandeling zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Aan verdachte is conform de eis van de officier van justitieeen gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd, waarvan 6 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Ook mag hij met onmiddelijke ingang geen contact hebben met zijn echtgenote.'



29 mei 2013
Onafhankelijkheid Armeense rechters in geding

'Zijn Armeense rechters onafhankelijk? Over die vraag heeft de rechtbank Amsterdam zich in een tussenvonnis gebogen. In deze eerste rechtszaak staan twee aan het Russische olie- en gasconcern Rosneft gelieerde vennootschappen tegenover de in Nederland gevestigde Stichting Administratiekantoor Financial Performance Holdings en een aantal verwante entiteiten en bestuurders (FPH). Het geschil draait om de overdracht van het Armeense Yukos-onderdeel CIS aan Rosneft.

FPH heeft destijds een aantal juridische constructies opgetuigd om haar vermogensbestanddelen af te schermen na een mogelijke overdracht van Yukos CIS aan Rosneft. In 2006 heeft de curator in het faillissement van Yukos de aandelen CIS aan Rosneft overgedragen. Door de constructies kan Rosneft geen zeggenschap uitoefenen over de vermogensbestanddelen van FPH. Daarom vorderen de aan Rosneft gelieerde vennootschappen ontmanteling van die constructies.

Eigenlijk leek het geschil al beslecht: Armeense rechters hebben eerder beslist dat de overdracht van de aandelen Yukos CIS aan Rosneft rechtmatig was. Maar FPH bestrijdt dat oordeel: in hun visie kwamen de Armeense rechters niet in onafhankelijkheid tot dat oordeel. FPH baseert die overtuiging onder meer op de verklaring van een Armeense rechter die, nadat hij het land was ontvlucht, heeft gezegd dat hij gedwongen is een bepaalde uitspraak te doen.

In dit tussenvonnis biedt de rechtbank Amsterdam nu FPH de gelegenheid te bewijzen dat één of meer Armeense rechters inderdaad niet onafhankelijk waren toen zij beslisten dat de overdracht aan Rosneft van de aandelen in Yukos CIS naar Armeens recht rechtsgeldig is.

Rosneft moet Glendale 62 miljoen euro betalen
In de tweede zaak heeft de rechtbank Amsterdam besloten dat het Russische olie- en gasconcern Rosneft meer dan 62 miljoen euro moet betalen aan Glendale Group Limited.

Het op de Britse Maagdeneilanden gevestigde Glendale heeft destijds schuldpapier (zogeheten orderbriefjes of promissory notes) verkregen van Yugansneftegaz, een dochterbedrijf van het Russische oliebedrijf Yukos Oil. Volgens Glendale moet Rosneft, dat Yugansneftegaz heeft overgenomen, de bedragen op dit schuldpapier betalen.

Rosneft is het daarmee oneens: omdat het schuldpapier diverse formele gebreken vertoont (een aantal gegevens, zoals de naam van de ondertekenaar, ontbreekt) zou het ongeldig zijn. Ook stelt Rosneft dat de orderbriefjes niet opeisbaar zijn, omdat ze onderdeel uitmaakten van een destijds door Yukos Oil opgezette illegale belastingconstructie. Tot slot zouden de schulden verjaard zijn.

De Amsterdamse rechter oordeelt dat het merendeel van de schuldpapieren geldig is en dat Rosneft de daarin opgenomen bedragen aan Glendale moet betalen. Omdat Rosneft aandelenbelangen heeft in Nederland is de Amsterdamse rechtbank bevoegd zich over deze zaak te buigen.'



27 mei 2013
Elf en acht jaar voor woningoverval Zoetermeer

'De rechtbank Den Haag heeft twee mannen veroordeeld voor een woningoverval in Zoetermeer. Ze krijgen respectievelijk 11 en 8 jaar voor poging tot doodslag en diefstal. Een derde verdachte wordt vrijgesproken, vanwege gebrek aan bewijs.

Met bivakmutsen en vuurwapens vallen de mannen in augustus 2012 een woning in Zoetermeer binnen, waar op dat moment een vader, zijn zoon en hun hond aanwezig zijn. Bij binnenkomst schieten ze de hond neer, die later overlijdt aan zijn verwondingen. De zoon gaat de confrontatie aan, maar staakt deze als zijn vader onder schot wordt gehouden. Er worden twee schoten gelost op de vader. De vader raakt daarbij gewond, omdat hij in zijn schouder wordt getroffen.

De overvallers verlaten rond middernacht de woning met smartphones, een laptop en een geldbedrag van ongeveer 1500 euro. De ochtend na de overval wordt vanuit de auto van een van de mannen, de bij de overval buitgemaakte Samsung Galaxy S verkocht. Ook de buitgemaakte Iphone 4S wordt te koop aangeboden.

De rechtbank ziet voldoende bewijs dat beide mannen de ten laste gelegde feiten hebben gepleegd. Zo voldoen ze aan het signalement dat een van de slachtoffers heeft gegeven, is hun auto rond middernacht gesignaleerd bij de woning en zijn er verschillende getuigen die konden vertellen dat zij plannen hadden om de vader, een restauranteigenaar, te beroven.

Beide mannen zijn eerder veroordeeld voor diefstal met gebruik van een vuurwapen. De rechtbank geeft hen daarom een forse straf. Omdat zij lichtzinnig gebruik van een pistool niet schuwen, moet de maatschappij tegen hen voor lange tijd beschermd worden.'



24 mei 2013
Advies advocaat-generaal: geen schadevergoeding elektriciteitsbedrijven

'Een vijftal elektriciteitsproductiebedrijven (GDF Suez Energie Nederland N.V., Nuon Power Generation B.V., Ee.On Benelux N.V., RWE Supply & Trading Netherlands B.V. en Delta Energy B.V.) kan geen aanspraak maken op schadevergoeding in een procedure tegen de Staat. Dat adviseert advocaat-generaal L.A.D. Keus vandaag de Hoge Raad. De elektriciteitsproductiebedrijven menen recht te hebben op schadevergoeding vanwege het vervallen van de regeling op grond waarvan zij voorrang hadden bij de toekenning van importcapaciteit. Het hof in Den Haag oordeelde in 2011 dat de bedrijven geen recht hadden op schadevergoeding. Tegen die beslissing stelden zij cassatieberoep in.

Achtergrond
In het verleden heeft SEP, het toenmalige samenwerkingsverband van de elektriciteitsproductiebedrijven, langjarige contracten gesloten met buitenlandse elektriciteitsproducenten om de elektriciteitsvoorziening in Nederland zeker te stellen. De elektriciteitsmarkt is inmiddels op grond van een richtlijn van de Europese Unie (toen nog: de Europese Gemeenschap) geliberaliseerd. Daardoor zijn de bedoelde contracten voor de elektriciteitsproducenten prijstechnisch minder gunstig geworden. Bovendien moeten de elektriciteitsproducenten onder het nieuwe regime de (schaarse) invoercapaciteit voor elektriciteit met andere importeurs delen. Bij de uitvoering van de Elektriciteitsrichtlijn in Nederland is dat onder ogen gezien. De wetgever heeft toen echter geen aanleiding gezien voor een financiële tegemoetkoming van de elektriciteitsproductiebedrijven in verband met de lopende importcontracten. Wel heeft de wetgever toen geregeld dat de elektriciteitsproducenten over voldoende importcapaciteit zouden kunnen beschikken om de lopende contracten ‘uit te dienen’. Deze zogenoemde voorrangsregeling is door het Hof Van Justitie in Luxemburg echter in strijd geoordeeld met de Elektriciteitsrichtlijn, waardoor zij niet meer kon worden uitgevoerd en uiteindelijk is ingetrokken. De elektriciteitsproducenten vorderen op grond daarvan alsnog schadevergoeding.

De conclusie van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft de Hoge Raad geadviseerd het arrest van het hof ’s-Gravenhage (LJN BU9031) in stand te laten. Uit de geschiedenis van totstandkoming van de betrokken wetten (de Elektriciteitswet 1998, de Overgangswet elektriciteitsproductiesector) blijkt dat de wetgever bewust ervoor heeft gekozen de elektriciteitsproducenten niet te compenseren voor de lopende contracten. Ook de zogenoemde voorrangsregeling was niet als een zodanige compensatie bedoeld. Bovendien was in de betrokken wetten bepaald dat de voorrangsregeling kon worden beperkt als zij op Europeesrechtelijke bezwaren zou stuiten. In verband met die beperking voorzag de wet niet in (vervangende) schadevergoeding. De vordering van de elektriciteitsproductiebedrijven kan daarom niet slagen. Weliswaar waren er tussen de Staat en de elektriciteitsproductiebedrijven bepaalde afspraken gemaakt, maar ook die afspraken waren van het nodige voorbehoud (onder meer van goedkeuring van het parlement en van de Europese Commissie) voorzien en de Staat heeft daarbij de totstandkoming van een geldige voorrangsregeling niet gegarandeerd.

Verdere gang van zaken
De zaak is verwezen naar de rol van 18 oktober 2013. Voorlopig is de uitspraak van de Hoge Raad bepaald op die datum.

Ten slotte
Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.

Het parket bij de Hoge Raad kan zich over een door de Hoge Raad te beoordelen zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie en is dan ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader commentaar.'



23 mei 2013
Teeven mocht asielaanvraag Somalische vluchteling weigeren

'Staatssecretaris Teeven mocht weigeren een asielvergunning te verlenen aan een Somalische vreemdeling, omdat de veiligheidssituatie in Mogadishu in Somalië is verbeterd en 'zich heeft bestendigd'.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (23 mei 2013) in een zaak die de vreemdeling had aangespannen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Veiligheidssituatie
De Raad van State is van oordeel dat de staatssecretaris terecht aanvoert dat uit algemene informatie blijkt dat de veiligheidssituatie in Mogadishu weliswaar slecht is, maar dat deze is verbeterd sinds augustus 2011, omdat de terreurgroep Al-Shabaab daar niet langer de macht heeft. Hoewel Al-Shabaab nog steeds aanslagen pleegt en de situatie dus onveilig is, lopen burgers minder risico het slachtoffer te worden van geweldsincidenten dan voorheen. Dat de veiligheidssituatie zich al enige tijd verbetert, blijkt ook uit het feit dat in de periode juli 2011 tot juli 2012 ongeveer een miljoen vluchtelingen terugkeerden naar Mogadishu.'



22 mei 2013
Gelders provinciebestuur hoeft niet alle informatie declaraties te verstrekken

'Het college van gedeputeerde staten van Gelderland hoeft de zogenoemde Quick Scan van het onderzoek naar declaraties niet in zijn geheel openbaar te maken.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 mei 2013). Een voormalig lid van provinciale staten van Gelderland had het provinciebestuur om de gehele openbaarmaking van de Quick Scan verzocht. In de Quick Scan adviseert een ambtenaar het college van gedeputeerde staten met betrekking tot vragen van provinciale staten over declaraties van gedeputeerden over 2008.

Persoonlijke opvattingen
Naar het oordeel van de Raad van State staan in paragrafen van de Quick Scan opvattingen, voorstellen, aanbevelingen en conclusies van de opsteller van het document, waardoor deze persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen hoeft op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet te worden verstrekt. Een beoordeling van door de ambtenaar geselecteerde feiten in een andere paragraaf van de Quick Scan is “een samenhangend geheel van kwalificerende oordelen over het declaratiegedrag van de leden van gedeputeerde staten” en is “zodanig met de persoonlijke beleidsopvattingen verweven” dat het provinciebestuur ook deze informatie niet hoefde te verstrekken, aldus de hoogste bestuursrechter.

Niet herleidbaar
Het voormalige lid van provinciale staten heeft in deze procedure nog aangevoerd dat het op de weg van het provinciebestuur had gelegen om de informatie te verstrekken in een vorm die niet tot concrete personen herleidbaar zou zijn, gelet op het belang van openheid en transparantie. Ook hiervan heeft het provinciebestuur naar het oordeel van de Raad van State in redelijkheid mogen afzien, omdat “binnen een bestuursorgaan vrijelijk van gedachten moet kunnen worden gewisseld, zonder dat de verantwoordelijke bestuurder daarop naderhand kan worden aangesproken.”

Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.'



22 mei 2013
Documenten Sunset Grooves in Hoek van Holland niet openbaar

'De burgemeester van Rotterdam hoeft adviezen en notulen van overleggen ter voorbereiding door politie, justitie en gemeente op het dancefestival Sunset Grooves in Hoek van Holland in augustus 2009 niet openbaar te maken.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (22 mei 2013) in een zaak van een journalist van NRC Handelsblad. Zij had verzocht om openbaarmaking van alle documenten met betrekking tot dit evenement. Hiermee komt de Raad van State in hoger beroep tot een ander oordeel dan de rechtbank in Rotterdam die eerder uitspraak deed in deze zaak. Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Intern beraad
Naar het oordeel van de Raad van State zijn zowel de adviezen die de burgemeester heeft ingewonnen over de vergunningverlening voor het dancefestival als de notulen van de overleggen met betrekking tot het evenement, “opgesteld ten behoeve van intern beraad”. Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur hoeft de burgemeester dan geen informatie te verstrekken over persoonlijke beleidsopvattingen die daarin zijn opgenomen. Volgens de Raad van State bevatten de desbetreffende documenten persoonlijke beleidsopvattingen, “nu de documenten de reacties betreffen vanuit de door de burgemeester benaderde organisaties met de eigen opvattingen, voorstellen en aanbevelingen over het aangevraagde evenement, de voorbereiding daarvan en de mogelijk aan een vergunning te verbinden voorwaarden.”

Voor zover de adviezen feiten bevatten, zijn deze zodanig met de persoonlijke beleidsopvattingen verweven, dat het niet mogelijk is deze feiten en opvattingen los van elkaar te zien, aldus de hoogste bestuursrechter. Dat geldt alleen niet voor tekst onder drie kopjes (‘datum’, ‘tijd’ en ‘locatie’) van de notulen die de burgemeester op last van de Raad van State dan ook alsnog openbaar moet maken.

Incidenten
Tijdens het dancefestival Sunset Grooves in Hoek van Holland in augustus 2009 is een 19-jarige jongen bij een vechtpartij omgekomen en zijn er zes mensen gewond geraakt. Politieagenten die bij het feest aanwezig waren, werden die avond belaagd door een grote groep feestgangers, toen zij onderzochten wat er was gebeurd. Zij losten die avond waarschuwingsschoten. Volgens de politie waren te veel bezoekers op het strandfeest aanwezig.'



22 mei 2013
Gevangenisstraf voor zware mishandeling

'De rechtbank Gelderland heeft een 50-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor zware mishandeling. De man heeft geschoten met een vuurwapen in de richting van het slachtoffer en hem in zijn knie geraakt.

Noodweer
Naar aanleiding van een langslepend conflict tussen de man en het slachtoffer en alleen omdat de man zich ingesloten en bedreigd voelde, heeft hij met een revolver -die hij bij zich droeg- in de richting van het slachtoffer geschoten en hem in zijn knie geraakt. Het slachtoffer heeft hierdoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen. De kogel is in het dijbeenbot terechtgekomen en is daardoor lastig te verwijderen. Het is de vraag of het slachtoffer weer normaal zal kunnen lopen. De advocaat van de man heeft een beroep op noodweer gedaan.

Wapenbezit
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen enkele noodzaak voor de man was om zelf in de aanval te gaan door middel van het schieten met een revolver. De rechtbank vindt het zeer verontrustend dat de man blijkbaar, als hij zich bedreigd voelt, op deze vergaande wijze reageert. Ook is de man veroordeeld voor verboden wapenbezit.

Daarnaast zal de man de door het slachtoffer geleden (immateriële) schade, naar maatstaven van redelijkheid begroot op € 5.000,- , moeten vergoeden.'



22 mei 2013
Staatsbosbeheer mag natuur verkopen

'Staatsbosbeheer mag doorgaan met de verkoop van de 16 buiten de ecologische hoofdstructuur (EHS) gelegen percelen natuurgebied, zo heeft de Haagse rechtbank bepaald. Das & Boom had een kort gedingaangespannen om daar een stokje voor te steken.

Das & Boom wilde de verkoop voorkomen om planten en dieren te beschermen. De rechter vond het echter te ver gaan om Staatsbosbeheer een verbod op te leggen, omdat internationale en Europese bescherming van biodiversiteit niet zover gaat dat natuurgebied niet verkocht mag worden. Nader onderzoek voorafgaand aan de verkoop is ook niet noodzakelijk.

De rechter bepaalde verder dat het stellen van voorwaarden aan de verkoop niet nodig is. De Staat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij ook zonder dat de natuurgebieden eigendom zijn van Staatsbosbeheer, kan voldoen aan zijn verplichting te zorgen voor voldoende bescherming van planten en dieren.'



22 mei 2013
Betere bescherming voor otters

'De rechtbank deed vandaag uitspraak in de zaak die de Stichting Das & Boom en de Stichting Otterstation Nederland hadden aangespannen tegen de Staat. Beide natuurorganisaties willen dat meer wordt gedaan om de otter te beschermen, door verbeteringen in zijn leefgebieden. De stichtingen beroepen zich daarvoor vooral op de Europese Habitatrichtlijn die Nederland verplicht om flora en fauna te beschermen. De rechtbank geeft de stichtingen voor een deel gelijk.

De overheid moet van de Haagse rechtbank meer doen om te voorkomen dat otters doodgereden worden, door beveiliging van gevaarlijke verkeerspunten (zogenaamde hotspots). Daarnaast moet de Staat beter in de gaten houden hoeveel otters er in Nederland zijn en volgen hoe zij zich bewegen.

In de praktijk zal het met name gaan om maatregelen in Friesland, Overijssel, Flevoland en Gelderland, waar de otter vooral voorkomt. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om aangepast oeverrandbeheer, zodat de otters voor een dagrustplaats de waterkant niet te ver hoeven te verlaten en geen wegen hoeven over te steken.

De Haagse rechtbank heeft een deel van de vorderingen afgewezen. Zo is de Staat op dit moment niet verplicht meer maatregelen te treffen ter voorkoming van zogenoemde ‘bijvangst’. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij de bestrijding van muskus- en beverratten en bij de visvangst met behulp van visfuiken. De reden is dat onvoldoende is aangetoond dat de dood door zogenoemde ‘bijvangst’ een groot negatief effect heeft op de otterstand.'



22 mei 2013
Vrouw krijgt identiteit terug

'Een vrouw die in 1987 dood was verklaard, heeft woensdag in Utrecht haar identiteit van de rechter teruggekregen. De officier van justitievroeg de rechter, tijdens de besloten zitting op 18 april 2013, om doorhaling van de aktevan lijkvinding omdat zij kon aantonen dat Monique Jacobse in leven is. De rechtbank oordeelde dat er, mede op basis van een in 2012 door het NFI uitgevoerd DNA-onderzoek, voldoende bewijs is dat de vrouw in kwestie inderdaad Monique Jacobse is.

Akte van lijkvinding
Op 24 oktober 1976 werd in de toenmalige gemeente Maarn een lijk, ook wel het Heulmeisje genoemd, van een onbekend persoon gevonden. Jaren later werd met nieuw technisch onderzoek met voldoende mate van zekerheid vastgesteld dat het moest gaan om het sinds 1975 vermiste meisje Monique Jacobse. Daarop werd in 1987 een akte van lijkvinding opgemaakt.

Monique Jacobse nam, na jaren vermist te zijn geweest en inmiddels een volwassen vrouw, in 2006 contact op met haar zus.'



21 mei 2013
Gevangenisstraf voor mishandeling partner

'De rechtbank heeft een 27-jarige man uit Arnhem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Gedurende de proeftijd moet de veroordeelde zich aan voorwaarden houden, waaronder reclasseringstoezicht.

Vrijheidsberoving niet bewezen
Veroordeelde werd verdacht van het mishandelen van zijn levensgezel en hij werd ervan verdacht dat hij haar enige tijd wederrechtelijk van haar vrijheid had beroofd. De rechtbank vindt de mishandeling van zijn levensgezel bewezen, maar niet de wederrechtelijke vrijheidsberoving.

De volledige uitspraak kunt u lezen via onderstaand LJN-nummer.'



21 mei 2013
Inhoudelijke behandeling zaak grensrechter

'Op woensdag 29 mei begint de meervoudige strafkamer van de rechtbank Midden-Nederland in Lelystad met de inhoudelijke behandeling in de strafzaken tegen zeven minderjarigen en een volwassene. Zij worden verdacht van betrokkenheid bij de dood van grensrechter Richard Nieuwenhuizen. De zittingsdagen vinden plaats op 29, 30 en 31 mei, 1 juni en 3 juni.

Bijzondere toegang voor journalisten
De behandeling van de zaak zal achter gesloten deuren plaatsvinden. De voorzitter verleent, net als bij de pro-formazitting, vanwege de maatschappelijke impact van de zaak bijzondere toegang aan vertegenwoordigers van de pers tot het bijwonen van de besloten zitting. Hierbij wordt aan één journalist per medium iedere zittingsdag toegang verleend. Zij kunnen de zaak volgen in een naastgelegen zaal waar verbinding is met de zaal waar de behandeling plaatsvindt. Tijdens de zitting mogen geen opnamen worden gemaakt.

Persoonlijke omstandigheden achter gesloten deuren
Vanwege de jonge leeftijd heeft de rechtbank besloten dat de bespreking van de persoonlijke omstandigheden van de minderjarige verdachten geheel achter gesloten deuren worden behandeld. Hierbij zal geen bijzondere toegang worden verleend aan journalisten.

Aanmelding pers
Schrijvende journalisten en verslaggevers van omroepen die de zitting willen bijwonen kunnen hiervoor uiterlijk vrijdag 24 mei voor 17.00 uur per e-mail, onder vermelding van hun personalia, een verzoek insturen naar de afdeling Communicatie van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank wijst de plaatsen, één per medium, toe waar de journalisten de grensrechterzaak kunnen volgen. Journalisten aan wie bijzondere toestemming is verleend, ontvangen een bevestiging.'



21 mei 2013
Pas gevangenisstraf ongewenste vluchteling na volgen terugkeerprocedure

'Voordat de rechter een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan opleggen aan een ongewenst verklaarde vreemdeling die illegaal in Nederland verblijft, moet hij nagaan of door de staat de stappen van de terugkeerprocedure doorlopen zijn.

Een ongewenst verklaarde vreemdeling die toch illegaal in Nederland verblijft, kan worden vervolgd en bestraft op grond van artikel 197 Sr. Het EU-recht (in het bijzonder: de terugkeerrichtlijn en een drietal uitspraken van het Hof van Justitie van de EU) brengt echter mee dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan zo’n ongewenst verklaarde vreemdeling niet mag worden opgelegd als de verschillende stappen van de in de richtlijn vastgelegde terugkeerprocedure nog niet door de staat zijn doorlopen. Die stappen zouden immers ertoe moeten leiden dat de vreemdeling – vrijwillig, maar anders met behulp van dwangmiddelen – terugkeert, terwijl het opleggen van een gevangenisstraf een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer juist in gevaar kan brengen. Als op de vreemdeling de in de richtlijn omschreven terugkeerprocedure wel is toegepast en hij toch zonder geldige reden om niet terug te keren illegaal in Nederland verblijft, kan de rechter wel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.

Deze uitspraak gaat niet over de vraag of een lidstaat illegaliteit op zichzelf strafbaar mag stellen.'



17 mei 2013
Gevangenisstraf voor mishandeling en bedreiging

'De rechtbank heeft een 45-jarige man uit Arnhem veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden. De man heeft in september 2012, ’s nachts na een ruzie in een café, zijn buurman met een vuist tegen het gezicht gestompt en met een mes bedreigd. Ook heeft de man medewerkers van het café bedreigd en de auto van de café-eigenaar met een mes vernield. De rechtbank vindt niet bewezen dat de man zijn buurman van zijn vrijheid heeft beroofd.

De rechtbank heeft de man ook een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van 4 maanden met als voorwaarde dat hij zich laat behandelen.

De man moet tenslotte een bedrag van € 500 als schadevergoeding betalen aan zijn buurman.

De volledige uitspraak kunt u via het onderstaand LJN-nummer lezen.'



16 mei 2013
80 uur taakstraf voor poging zware mishandeling politieagent

'De man die, terwijl hij op zijn scooter reed, een politieagent heeft meegesleurd, is door de Haagse rechtbank veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling. Hij krijgt een taakstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar. De man moet daarnaast een schadevergoeding van 150 euro aan het slachtoffer betalen.

De politieagent wilde vorig jaar november de man controleren bij het BP-tankstation aan de Laan van Hoornwijck in Rijswijk. Op zijn scooter zaten geen kentekenplaten. Op het moment dat hij door de agent werd aangesproken, is de man weggereden. De politieagent probeerde hem tegen te houden, waarna hij werd meegesleurd tot op de rijbaan van een drukke doorgaande weg en tegen de rijrichting in.

De rechtbank overweegt dat de politieagent hiermee in serieus gevaar is gebracht. Dat de politieagent geen ernstig letsel heeft opgelopen, is een geluk bij een ongeluk. De rechtbank neemt het de scooterrijder extra kwalijk, omdat de politieagent eenvoudigweg zijn werk deed, namelijk de verkeersregels handhaven.'



15 mei 2013
Festival Fusion of Dance gaat door

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel oordeelt dat het dancefestival Fusion of Dance op 18 mei bij de Wijthemenerplas in Zwolle door mag gaan. Een omwonende vroeg de rechtbank om de vergunningen voor het festival te laten schorsen. De rechtbank wees dat verzoek af.

De zaak werd woensdagmiddag 15 mei behandeld bij de locatie in Zwolle. Vanwege het korte tijdsbestek is de uitspraak aan het einde van de middag telefonisch aan partijen doorgegeven en volgt de schriftelijke uitwerking later.'



15 mei 2013
Detentie Afghaanse asielzoeker opgeheven

'De rechtbank Rotterdam heeft dinsdagavond 14 mei beslist dat de vreemdelingenbewaring van een Afghaanse asielzoeker wordt opgeheven.

De Afghaanse asielzoeker heeft eerder beroep ingesteld tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning en daarvoor in maart 2013 argumenten kenbaar gemaakt. De IND onderzoekt deze argumenten nog. De verwachting is dan ook dat de rechtbank in deze beroepsprocedure niet binnen vier weken een beslissing kan nemen.

Aangezien een vreemdelingenbewaring in dit geval niet langer mag duren dan vier weken en de IND al geruime tijd in de gelegenheid is geweest om de argumenten te onderzoeken heeft de rechtbank besloten de bewaring op te heffen.

De betreffende asielzoeker was de afgelopen dagen veelvuldig in het nieuws vanwege een dorst- en hongerstaking. Met die actie wilde hij de omstandigheden van zijn detentie ter discussie stellen. Die omstandigheden hebben niet meegewogen bij de beslissing tot opheffing van de bewaring.'



8 mei 2013
Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard

'De rechtbank Gelderland heeft het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in een zaak tegen een 32-jarige man uit Houten die ervan verdacht werd in de periode 1 juni 2009 tot en met 1 augustus 2009 seksueel te zijn binnengedrongen bij een minderjarige beneden de zestien jaar.
Lang tijdsverloop
De rechtbank komt tot deze beslissing op grond van het volgende.

Medio september 2009 werd aangifte gedaan tegen verdachte. De minderjarige in kwestie werd begin oktober 2009 in een studio gehoord. Verdachte werd vervolgens pas op 15 november 2011 aangehouden en voor het eerst verhoord. Verdachte heeft gesteld dat, zou hij eerder zijn geconfronteerd met de tegen hem ingebrachte beschuldiging, hij mogelijk in staat zou zijn geweest zich van een alibi te voorzien. Door het lange tijdsverloop is hem die mogelijkheid echter ontnomen.

Voorts is verdachte de mogelijkheid ontnomen om tegenonderzoek te doen naar hem incriminerende e-mails resp. chatberichten, doordat de politie fouten heeft gemaakt bij het maken van kopieën van gegevensbestanden op de computer(s) van de minderjarige.

Prioriteit voor grotere zaken
Voor wat betreft het tijdsverloop heeft Openbaar Ministerie verklaard prioriteit te hebben gegeven aan andere grote zaken. Die keuze mag naar het oordeel van de rechtbank echter niet ten koste gaan van de individuele belangen in andere zaken en daarmee het recht op een eerlijk strafproces.

De rechtbank is van oordeel dat er gezien het bovenstaande sprake is van een ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde waarbij doelbewust (te weten de gekozen prioritering) en met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte tekort is gedaan aan zijn recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak.

Dit kan, gezien de ernst van de inbreuk en onherstelbare gevolgen hiervan in dit concrete geval slechts leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.'



8 mei 2013
Gevangenisstraf en TBS voor mishandeling, poging tot zware mishandeling, bedreigingen en bezit kinderporno

'De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft een man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. Ook heeft de rechtbank de man TBS opgelegd met bevel tot verpleging.
Hiermee is de rechtbank iets afgeweken van de eis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf heeft geëist van achttien maanden en TBS met verpleging.

De rechtbank vindt bewezen dat de man zijn partner in 2012 verschillende keren heeft geslagen en/of met kracht haren uit haar hoofd heeft getrokken. Ook heeft hij zijn partner bedreigd met de dood. Daarbij vindt de rechtbank bewezen dat de man kinderporno in zijn bezit heeft gehad.'



8 mei 2013
Staatssecretaris hoeft viskwekers geen schadevergoeding te betalen

'De staatssecretaris van Economische Zaken hoeft het verzoek van enkele viskwekers tot schadevergoeding niet toe te wijzen, zo oordeelt de bestuursrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De viskwekers uit Venhorst en Landhorst vroegen de staatssecretaris in september 2011 om een financiële vergoeding voor de schade die zij stellen te lijden door oneerlijke concurrentie, mede veroorzaakt door een overheidssubsidie.

Verzoek
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu: de staatssecretaris van Economische Zaken) verleende in november 2004 een subsidie van ruim 1 miljoen euro aan Stichting Aquacultuur Zuidoost Nederland. Het geld was bestemd voor het project ‘Duurzame kweek en verwerking van tilapia in de Peel’. Enkele kwekers van Afrikaanse meervallen verzochten de minister in 2009 tevergeefs de subsidie in te trekken. De viskwekers waren van mening dat de Stichting in strijd met de subsidievoorwaarden handelde: in het project werd niet alleen tilapia, maar ook meerval (onder de naam claresse) gekweekt. Volgens de kwekers nam de Stichting –gesteund met overheidssubsidie- daarmee de markt voor meervallen grotendeels over. En door de stijging van het aanbod stortte de prijs voor meerval volledig in.

De staatssecretaris heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen in 2012 en is van mening dat het onduidelijk is of er een verband bestaat tussen de daling van de omzet van de viskwekers en de subsidieverstrekking aan de stichting voor de kweek van tilapia.

Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de viskwekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade en de verleende subsidie. Het staat niet vast dat de scherpe omzetdaling in de bedrijven van de viskwekers het directe gevolg is geweest van de meervalproductie door de Stichting. Volgens een rapport van de Wageningen UR zijn meer oorzaken aan te wijzen, waaronder de scherpe concurrentie (lage arbeidskosten) van goedkoop geïmporteerde diepgevroren vis.

De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat louter de meervalkweek door de Stichting heeft geleid tot het instorten van de meervalmarkt. De viskwekers hebben dat ook niet aangetoond met cijfers.

Daarnaast overweegt de rechtbank dat het niet is uitgesloten dat de Stichting ook zonder subsidie de tilapia-kwekerij (of een andere viskwekerij) zou hebben opgezet. Dat de Stichting de tilapia-kweek zonder noemenswaardige investeringen kon omzetten naar meerval-kweek, kan - wat daar ook van zij - hooguit worden beschouwd als een onbedoeld neveneffect van de verleende subsidie.

De rechtbank Oost-Brabant deed op 3 mei jl. uitspraak in een vergelijkbare zaak tegen de provincie Noord-Brabant. De rechtbank verklaarde het beroep van de viskwekers ook in die zaak ongegrond.'



8 mei 2013
Motorevenement Cuijk mag dit weekeinde doorgaan

'Het motorevenement dat motorclub Veterans voor oud-militairen organiseert, mag dit weekeinde doorgaan in de gemeente Cuijk. Dat heeft de rechtbank Oost-Brabant zojuist beslist in een kort geding(bestuursrechtelijke voorlopige voorziening). De burgemeester van Cuijk had het evenement verboden uit vrees voor verstoring van de openbare orde.

Er is volgens de rechter geen conrete vrees voor verstoring van de openbare orde. Zo leidde een soortgelijk evenement in 2008 niet tot incidenten, schat de politie de kans op ordeverstoring laag in en is het evenement alleen toegankelijk voor oud-militairen.

Ook de toertocht naar Arnhem mag van de rechter doorgaan. De gemeente heeft niet kunnen aantonen waarom de tocht mogelijk tot verstoringen van de openbare orde zal leiden.

De rechter oordeelt dat het belang van de motorclub bij het doorgaan van het evenement zwaarder weegt dan het belang van de burgemeester om de vergunning te weigeren.

Tegen de beslissing van de rechter staat geen hoger beroep open.
De schriftelijke uitspraak volgt binnen twee weken.'



8 mei 2013
Patrick R. krijgt 14 jaar voor doodslag

'De rechtbank in Den Haag heeft Patrick R. tot 14 jaar celstraf veroordeeld voor het doodschieten van de 29-jarige Dennis. Hij werd op klaarlichte dag op 30 augustus 2012 in de Haagse wijk Ypenburg levenloos aangetroffen door buurtbewoners.

Het slachtoffer werd die bewuste middag door vijf kogels geraakt in zijn hoofd, hals en borst. Patrick R. was de stiefvader van de ex-vriendin van het slachtoffer. Dennis had sinds een maand problemen met zijn vriendin. Zij was vervolgens met hun kinderen bij haar stiefvader en moeder ingetrokken.

De dader meldde zich een half uur na de schietpartij op het hoofdbureau van de politie om te zeggen dat hij zojuist iemand had doodgeschoten. De rechtbank legt deze straf mede op, omdat Patrick R. niets lijkt te hebben geleerd van een eerdere celstraf. Hij was nog maar anderhalf jaar vrij, na een veroordeling van 8 jaar voor poging tot moord.'



8 mei 2013
Celstraffen voor snackbarovervallers

'De rechtbank in Utrecht heeft woensdag een 22-jarige man uit Utrecht en een 27-jarige man uit Nieuwegein veroordeeld tot gevangenisstraffen van twee en drie jaar waarvan tien maanden voorwaardelijk. De rechtbank achtte bewezen dat de twee mannen geprobeerd hebben een snackbar in Utrecht te overvallen.

Frituurvet
In december 2012 probeerden de twee mannen gewapend met een mes een snackbar in Utrecht te overvallen. Tegen de drie aanwezige personen werd geroepen dat het om een overval ging en dat ze geld wilden. Met een stoel en een pan frituurvet werden de overvallers door een bezoeker en de eigenaresse de zaak uitgewerkt.

Gevangenisstraf en behandeling
De 27-jarige man is voor de poging overval in Utrecht en voor twee diefstallen van sloffen sigaretten bij de Sligro in Nieuwegein veroordeeld. Naast de gevangenisstraf van drie jaar achtte de rechtbank het noodzakelijk dat de man intensief begeleid en behandeld wordt voor zijn middelenverslaving. Ook de 22-jarige man moet zich na zijn detentie laten opnemen in een instelling. Bij het opleggen van de straf is voor beide verdachten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachten. De rechtbank verbond aan het voorwaardelijke deel van de straf een proeftijd van twee jaar. Dit betekent dat de mannen verplicht zijn zich binnen die twee jaar te houden aan de voorschriften van de reclassering en zij niet opnieuw strafbare feiten mogen plegen. Doen zij dit wel, dan kunnen zij ook de tien maanden voorwaardelijk opgelegde straf nog moeten uitzitten.'



7 mei 2013
Langdurige gevangenisstraffen en TBS voor moord in Velp

'De rechtbank heeft vandaag een 55-jarige vrouw en een 35-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar voor de moord op een 60-jarige man in Velp. Een 31-jarige vrouw is voor hetzelfde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en TBS met dwangverpleging.

Doodsoorzaak
De rechtbank vindt bewezen dat de vrouwen en de man het slachtoffer op 30 november 2011 in zijn eigen woning urenlang hebben mishandeld, zijn handen en voeten hebben samengebonden, het slachtoffer in een dekbed en een tapijt hebben verpakt, hem een zak over zijn hoofd hebben gedaan en hem uiteindelijk aan zijn lot hebben overgelaten in een kelderbox. Er zijn diverse letsels toegebracht aan het slachtoffer, waaronder steekletsels, toegebracht 3 tot 6 uur voor zijn dood, en hoofdletsel, enkele minuten voor zijn dood. De doodsoorzaak is uiteindelijk een combinatie geweest van dit hoofdletsel, bloedverlies ten gevolge van het steekletsel, onderkoeling en (waarschijnlijk uren durende) lichamelijke en psychische stress opgetreden ten gevolge van alle letsels samen.

Verklaringen
De man heeft ontkend erbij te zijn geweest en de 55-jarige vrouw heeft verklaard zich uit angst te hebben teruggetrokken in haar slaapkamer. Maar de rechtbank vindt hun verklaringen niet geloofwaardig, nu deze niet overeenstemmen met de periode van ten minste 3 uren gedurende welke de letsels zijn toegebracht.

De 31-jarige vrouw heeft bekend de man te hebben geslagen en gestoken met een mes.

Zij heeft ook verklaard dat de 55-jarige vrouw de hele tijd aanwezig was, niets deed en stond toe te kijken en vervolgens heeft meegeholpen de woning schoon te maken en haar de sleutel van de kelderbox heeft gegeven zodat daar voorlopig het lijk kon worden opgeborgen. Volgens de verklaring van de 55-jarige vrouw heeft de 31-jarige vrouw het slachtoffer geslagen en gestoken en was de man daarbij aanwezig en haar behulpzaam door het slachtoffer vast te houden.

Aansprakelijk voor overlijden
Aangezien tussen het eerste letsel en het overlijden tenminste 3 uren zijn verstreken, vindt de rechtbank alle 3 de personen aansprakelijk voor het uiteindelijke overlijden. Op z’n minst vanaf het toebrengen van het eerste letsel is er een bewuste en nauwe samenwerking ontstaan en geen van de verdachten heeft de keten van gebeurtenissen gestopt.

Tijdens deze periode van ten minste 3 uren hadden de vrouwen en de man iedere minuut opnieuw de gelegenheid zich te bezinnen en terug te keren op hun schreden. Dit hebben zij niet gedaan. De rechtbank vindt daarom bewezen dat zij hebben gehandeld met voorbedachte raad.

Vrijspraak voor verbergen lijk
De rechtbank spreekt de man en 2 vrouwen vrij van het medeplegen van het verbergen en wegvoeren van een lijk met het oogmerk om het feit en de oorzaak van het overlijden te verhelen, omdat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld of het slachtoffer al was overleden toen hij, aan handen en voeten gebonden en gewikkeld in een tapijt, naar de kelderbox werd gedragen.

Strafeis
Gelet op de gruwelijkheid van de moord heeft de rechtbank aan de 55-jarige vrouw en 35-jarige man een gevangenisstraf opgelegd van 18 jaar. Deze is hoger dan de straf die de officier van justitie had geëist (16 jaar).

De straf opgelegd aan de 31-jarige vrouw is wel gelijk aan de eis van de officier van justitie. Bij de vrouw was ten tijde van het plegen van het delict sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Zij wordt daarom door de rechtbank als sterk verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd. Voordat zij terugkeert in de maatschappij dient de vrouw behandeld te worden in het kader van een TBS met dwangverpleging. Hoewel de ernst van het feit in beginsel een hogere gevangenisstraf vraagt, is de rechtbank gelet op deze omstandigheden hiertoe niet overgegaan.'



7 mei 2013
Haagse hof: opheffing beslag op aandelen Stoomschip ‘Rotterdam’

'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 7 mei 2013 Woonbron in het gelijk gesteld in een kort gedingover het stoomschip ‘Rotterdam’. Het hof oordeelt dat Woonbron dit schip niet aan Veka Group en Westwind Holding heeft verkocht. Het door deze partijen gelegde beslag moet worden opgeheven.

Het geschil draait om de verkoop van het stoomschip ‘Rotterdam’, eigendom van Rederij De Rotterdam B.V. (hierna: de Rederij). Woonbron is houder van de aandelen in de Rederij. Veka Group en Westwind Holding hebben conservatoir beslag laten leggen op die aandelen. Zij menen de aandelen te hebben gekocht en willen voorkomen dat deze door Woonbron aan een ander worden geleverd, meer speciaal aan WestCord Hotels B.V. (hierna: WestCord). Door Woonbron wordt WestCord aangemerkt als koper van de aandelen. Woonbron vordert opheffing van het beslag. De voorzieningenrechter heeft de vordering in eerste aanleg afgewezen met als motivering, kort weergegeven, dat tussen partijen inderdaad een koopovereenkomst tot stand is gekomen die door Woonbron zal moeten worden nagekomen. Woonbron is het hier niet mee eens. Naar haar mening was er nog geen sprake was van een geldige overeenkomst en stond het haar daarom vrij om voor een andere gegadigde te kiezen.

Woonbron krijgt in hoger beroep gelijk. Het Haagse hof beoordeelt het onderhandelingsproces anders dan de eerste rechter. Van wezenlijk belang acht het hof dat de beoogde verkoop, die complex is en politieke gevoeligheid kent, plaatsvond via een veilingprocedure. Deze procedure, die extern begeleid werd door KPMG, kende drie fases. De regels die tijdens de procedure golden zijn vooraf duidelijk kenbaar gemaakt. Tot die regels behoorde een voorbehoud, inhoudend dat zolang er geen getekend schriftelijk contract was, Woonbron gerechtigd was de onderhandelingen af te breken. Veka Group en Westwind Holding hebben daarmee ingestemd. Zij hebben er niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat, in weerwil van het ontbreken van een schriftelijk getekend contract, een overeenkomst tot stand was gekomen. Ook niet toen tijdens een bespreking in oktober 2012 een opgewekte stemming ontstond, er gezegd is dat er witte rook was ten aanzien van een financieringsconstructie, handen zijn geschud en er al vast is vooruitgeblikt naar de perspresentatie en een champagnemoment aan dek van het schip. Die uitingen, gedragingen en mededelingen laten zich goed verklaren vanuit het gegeven dat tijdens die bespreking grote vooruitgang was geboekt. Er was echter nog steeds geen getekend contract. Ook lagen er nog veel onderhandelingspunten open.'



7 mei 2013
Vijf jaar cel en vrijspraak voor poging tot moord door ophanging

'In hoger beroep is een 32-jarige Turkse man veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor een poging tot moord waarbij het slachtoffer, een 38-jarige man uit Oosterhout is opgehangen. De 41-jarige broer van de veroordeelde man is vrijgesproken.

Hennepkwekerij
Het slachtoffer had samen met een partner een hennepkwekerij. Op 17 september 2010 ontdekte hij een brand in de kwekerij. Hij belde zijn partner die met een aantal mannen, waaronder de verdachte, naar de loods kwam. Eén van de mannen ontdekte daar dat de hennep gestolen was. De partner dacht dat het slachtoffer hier verantwoordelijk voor was en mishandelde hem samen met de andere mannen. Daarna werd van een stroomkabel een strop gemaakt en moest het slachtoffer met de strop om zijn nek op een aantal opgestapelde tuinstoelen staan. De man bleef ontkennen dat hij iets te maken had met de diefstal van de hennep, maar toch werden de tuinstoelen onder hem vandaan getrapt. De kabel brak en daardoor overleefde het slachtoffer de ophanging. De mannen gingen er vervolgens vandoor met de auto van het slachtoffer.

Poging moord door ophanging
Volgens het hof was de kabel sterk genoeg om iemand mee op te hangen. Uit alle feiten en omstandigheden blijkt dat de verdachte opzet had om het slachtoffer te doden. Het hof vindt daarom poging tot moord bewezen verklaard.

Vrijspraak
De 41-jarige broer van de veroordeelde man kwam later naar de loods en was aanwezig bij de ophanging. Het slachtoffer verklaart echter dat hij niets heeft gedaan of gezegd. Dat de broer de loods niet heeft verlaten of heeft ingegrepen is volgens het hof niet voldoende reden om hem als mededader te beschouwen. Het hof spreekt hem daarom vrij.

De rechtbank in Breda veroordeelde de verdachten in 2011 tot vijf jaar cel.'



3 mei 2013
Drie mannen veroordeeld tot zes jaar celstraf voor gijzeling

'De rechtbank Gelderland heeft vanmiddag drie mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar voor de gijzeling van een man uit Ede. Dit is met aftrek van de tijd die zij al in voorarrest hebben gezeten. De mannen zijn afkomstig uit Polen, Hongarije en Duitsland.

Op 27 februari vorig jaar is het slachtoffer op klaarlichte dag vanaf een parkeerplaats in Ede een auto in geduwd en naar een vakantiewoning in Kesteren vervoerd. Daar is hij ruim 24 uur onder andere gekneveld, bedreigd, geblinddoekt en mishandeld. De ouders van het slachtoffer zijn door de daders gebeld met de mededeling dat hun zoon zou worden vermoord als zij geen losgeld zouden betalen. Door de inval van een arrestatieteam is het slachtoffer uiteindelijk op 28 februari bevrijd.

Naast het uitzitten van de gevangenisstraf moeten de mannen het gevorderde schadebedrag betalen aan het slachtoffer.'



3 mei 2013
Veroordelingen in megaproces Yellowstone

'De rechtbank heeft in het megaproces Yellowstone hoofdverdachte Rob Z. veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. Ook zeven anderen hebben celstraffen gekregen, variërend van 8 jaar tot 4 maanden. Vier verdachten, onder wie Emile Ratelband zijn vrijgesproken. Wat betreft Ratelband zijn er wel aawijzingen maar er is onvoldoende bewijs.

Het dossier Yellowstone betreft met name grootschalige oplichting afpersing, het laten ontploffen van een handgranaat in een kantoor en een poging tot moord. Ook in deze zaak heeft het Openbaar Ministerie (OM) een kroongetuige ingezet.

De straf die Rob Z. kreeg, was overeenkomstig de eis van de officieren van justitie. De rechtbank spreekt in het vonnisover een spoor van ellende dat de geraffineerde Z. heeft achtergelaten, zowel bij onschuldige derden als bij zijn criminele partners. In het verleden heeft Z. al ruim 22 jaar celstraf gekregen. De rechtbank noemt Z. onverbeterlijk en oordeelt dat de maatschappij langdurig tegen hem moeten worden beschermd.

Betrouwbaar
Kroongetuige Richard T. heeft de straf gekregen die hij met het OM had afgesproken. De rechtbank overwoog dat het OM bij het sluiten van de deal binnen de grenzen van het recht is gebleven. Omdat T. tijdens het proces betrouwbaar is blijven verklaren, waardoor ook bewijs tegen anderen boven tafel kwam, is de straf die hij anders zou hebben gekregen gehalveerd tot 6 jaar cel.

Een van de verdachten betrof een toenmalig advocaat. Hij is veroordeeld voor oplichting, maar zijn strafbare betrokkenheid bij de poging tot moord kon niet worden bewezen.'



2 mei 2013
Gunning van de concessie openbaar vervoer Regio Utrecht aan Qbuzz blijft in stand

'Op 2 mei 2013 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven beslist dat de gunning aan Qbuzz van de concessie om het openbaar vervoer in de Regio Utrecht vanaf 8 december 2013 te verzorgen, in stand blijft. De regio Utrecht gunde de concessie op 8 oktober 2012 aan Qbuzz, omdat Qbuzz de economisch meest voordelige inschrijving deed. Concurrent OV Utrecht, die nu het openbaar vervoer in de regio verzorgt, vocht de gunning aan Qbuzz aan. Volgens OV Utrecht was de bieding van Qbuzz ongeldig, omdat Qbuzz (onder andere) met drie elektrische bussen had ingeschreven. Volgens OV Utrecht vloeide uit de bestekeisen voort dat alleen met voertuigen voorzien van een brandstofmotor mocht worden ingeschreven. Het College overweegt dat de betreffende bestekeisen inhouden dat de voertuigen moeten voldoen aan bepaalde emissiewaarden. Aangezien de elektrische bussen van Qbuzz daaraan voldoen, mocht Qbuzz ook met elektrisch materieel inschrijven. De andere argumenten van OV Utrecht hadden betrekking op de beoordeling in punten (de score) die de beoordelingscommissie aan de inschrijving van OV Utrecht had toegekend. Volgens het College maken die argumenten niet duidelijk dat, gegeven de toepasselijke beoordelingsystematiek waaraan ook OV Utrecht zich heeft geconformeerd, de Regio Utrecht het oordeel van de beoordelingscommissie niet had kunnen volgen.'



2 mei 2013
Aanbesteding schaatslessen Jaap Edenbaan onrechtmatig

'Duosport verzorgt sinds vele jaren schaatscursussen op de Jaap Edenbaan te Amsterdam. Het contract tussen Duosport en Jaap Edenbaan is onlangs geëindigd. Voor de schaatslessen vanaf het nieuwe seizoen 2013 heeft ijsbaan een aanbesteding gehouden. Duosport heeft daar niet aan meegedaan. De winnende inschrijver is De Schaatsschool i.o. Duosport stelt dat de inschrijving van de Schaatsschool ongeldig is omdat de school niet aan de eisen voldoet die in de aanbestedingsdocumentatie is gesteld.

Inschrijving ongeldig
De rechter geeft Duosport daar in gelijk. Op grond van het offertereglement kan de inschrijving van de Schaatsschool ongeldig worden verklaard. Zowel op het onderdeel ‘financiële en economische draagkracht’ als op het onderdeel ‘referenties’ had de inschrijving van de Schaatsschool moeten worden uitgesloten. Volgens de rechter heeft de Jaap Edenbaan onrechtmatig gehandeld door de opdracht ‘schaatslessen en schaatsinstructie’ aan de Schaatsschool te gunnen. Wat dat betekent voor de juridische gevolgen die daaraan verbonden moeten worden is nog niet duidelijk. Daarvoor moet eerst De Schaatsschool in het geding worden geroepen. De mondelinge behandeling wordt voortgezet op 16 mei om 13.30 uur.'



1 mei 2013
Amsterdams verblijfsverbod niet in strijd met Opiumwet

'De burgemeester van Amsterdam mocht in maart en juni 2011 twee mannen bevelen drie maanden lang weg te blijven uit een zogenoemd dealeroverlastgebied in het centrum van Amsterdam. Zo'n bevel op grond van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) is niet in strijd met de Opiumwet.

Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in twee uitspraken van vandaag (1 mei 2013). Tegen de uitspraken is geen hoger beroep mogelijk.

Bevelen
De burgemeester had de bevelen gegeven, nadat was geconstateerd dat de mannen in het centrum (nep)drugs te koop aanboden. In de Apv van Amsterdam staat dat het verboden is 'zich op of aan de weg op te houden als aannemelijk is dat dit gebeurt voor het kopen of te koop aanbieden van drugs of middelen die daarop lijken'. In geval van herhaling kan de burgemeester het bevel geven weg te blijven uit een overlastgebied voor een periode van drie maanden.

Raad van State
De Raad van State is van oordeel dat dit gemeentelijk verbod geen voorschriften uit de Opiumwet dupliceert. Dit betekent dat de gemeenteraad door dit verbod op te nemen in de Apv 'niet buiten zijn verordenende bevoegdheid is getreden'. De burgemeester mocht verder aan de mannen de bevelen opleggen, omdat aannemelijk was dat zij zich bij herhaling in het centrum ophielden om (nep)drugs te koop aan te bieden, aldus de hoogste bestuursrechter.

Softdrugsverbod
Deze uitspraak onderscheidt zich van een eerdere uitspraak van de Raad van State in juli 2011 waarin de burgemeester op basis van een andere Apv-bepaling een locatie had aangewezen waar een softdrugsverbod gold. In die uitspraak oordeelde de Raad van State dat er geen ruimte was voor een dergelijk verbod, omdat daarmee iets werd verboden dat ook al in de Opiumwet is verboden.

Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde op 19 februari jl. in een strafrechtelijke procedure ook al dat het Amsterdamse verblijfsverbod de Opiumwet niet dupliceert.'



1 mei 2013
Psychiatrische stoornis: geen rechtsvervolging voor belediging

'Verdachte Jeroen de K. wordt ontslagen van alle rechtsvervolging voor belediging. De K. heeft via zijn website joden en – toen nog – Tweede Kamerlid Jeanine Plasschaert en arabist Hans Jansen beledigd. De rechtbank vindt de uitlatingen weliswaar strafbaar, maar acht De K. daarvoor volledig ontoerekeningsvatbaar, gelet op zijn geestesgesteldheid.

De rechtbank baseert dit oordeel op eerdere, in 2005 uitgebrachte rapporten van een psychiater en een psycholoog en op de uitlatingen en het soms bizarre gedrag van De K. tijdens de terechtzittingen.

De rechtbank vraagt zich daarbij af of het vervolgen van iemand als De K. enig nuttig maatschappelijk doel dient. De K. doet uitlatingen, zoals die over de Holocaust, die voor ieder weldenkend mens volstrekt onzinnig zijn. Hij blijft in al dit soort uitlatingen, ondanks eerdere vervolgingen en veroordelingen, volharden.

Doordat hij wordt vervolgd, wordt hij serieus genomen en wordt hem een podium geboden waarop hij zijn “ideeën” nog eens uitvoerig kan etaleren. Mede nu niet van enige aantasting van de fysieke integriteit van personen is gebleken, geeft de rechtbank het Openbaar Ministerie in overweging De K. en zijn uitlatingen en gedrag voortaan te negeren.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl