wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
Bron: www.rechtspraak.nl.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws
Datum en nieuws - september 2012:
18 september 2012 Gerechtshof Arnhem spreekt verdachten vrij van liquidatie op A73 'Het gerechtshof Arnhem heeft vandaag M.R. en A.M.R. uit Oss, die verdacht werden van de moord op Hans van Geenen, vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank Arnhem veroordeelde de mannen eerder tot respectievelijk 23 en 16 jaar gevangenisstraf. Het hof acht alleen hun betrokkenheid bij hennepkweek bewezen. Daarvoor heeft M.R. drie jaar gevangenisstraf gekregen en A.M.R. een boete van 1000 euro. De zaak Van Geenen reed in de nacht van 10 september 2008, na een bezoek aan het casino in Venlo, samen met een andere man over de A73 toen hun auto door onbekenden onder vuur werd genomen. Van Geenen was op slag dood, de bestuurder bleef zo goed als ongedeerd. De politie trof onder de auto een peilbaken aan, waarvan het spoor naar de verdachten leidde. Zij beriepen zich aanvankelijk op hun zwijgrecht. Later gaven zij toe dat zij het baken ’s avonds in Amsterdam hadden opgehaald. Ze hadden het kort voor middernacht afgegeven aan de vriendin van Van Geenen, zeiden ze. Ze ontkenden elke betrokkenheid bij de moord. Geen betrouwbaar alibi De officier van justitie eiste gevangenisstraffen van 23 en 20 jaar. De rechtbank Arnhem veroordeelde verdachten op 2 juli 2010 (BN0207 en BN0054) voor onder meer moord en poging tot moord tot 23 en 16 jaar gevangenisstraf. De rechtbank volgde de stelling van de officier dat uit het ophalen van het baken, de weigering te zeggen aan wie ze het baken zouden hebben afgegeven en het gebrek aan een betrouwbaar alibi voortvloeide dat de verdachten het baken onder de auto hadden ‘geplakt’ en dat zij de schutters waren op de A73. Zendmast De rechtbank heeft daarbij belang gehecht aan het feit dat op de plaats delict aangetroffen munitieresten van hetzelfde type bleken te zijn, en mogelijk in dezelfde houder hebben gezeten, als munitie die een half jaar na de schietpartij in een loods van verdachten werd gevonden. Uit onderzoek van de aangestraalde zendmasten bleek bovendien dat de telefoon waarmee het baken correspondeerde, voor en na de schietpartij onder het bereik van dezelfde mast is gekomen als het gebied waarin de loods en de woningen van verdachten liggen. Aanvullend onderzoek In hoger beroep is de munitie nader onderzocht. Ook zijn op verzoek van de verdediging getuigen gehoord over onder meer het alibi van verdachten, die zeggen op het moment van de schietpartij thuis te zijn geweest. Toen verdachten op de laatste zittingsdag de naam van de persoon noemden die het baken bij hen thuis zou hebben opgehaald, is ook daar aanvullend onderzoek naar gedaan. Deze persoon heeft verklaard van niets te weten. Vrijspraak Het hof spreekt, alles afwegende, beide verdachten vrij van moord en poging tot moord. Anders dan de rechtbank acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachten hebben geschoten. Hoewel het ophalen van het peilbaken belastend is voor verdachten, kan hun aanwezigheid op de A73 tijdens de schietpartij niet worden vastgesteld. Ook kan niet worden aangetoond dat het alternatieve scenario van de verdediging, dat het baken ook geschikt kon zijn om wiethokken van het slachtoffer te achterhalen, niet klopt. Dat ze het peilbaken hebben opgehaald, betekent in dat geval niet dat ze opzet hadden op het vermoorden van de slachtoffers. Onvoldoende bewijs Ook als de verdachten het baken niet afgegeven zouden hebben, is er onvoldoende bewijs om te concluderen dat zij het in hun bezit hebben gehouden, bij het casino onder de auto hebben geplakt, de auto hebben gevolgd en de inzittenden onder vuur hebben genomen. Het feit dat ruim een half jaar na de moord in een loods die bij verdachten in gebruik was munitie is gevonden van hetzelfde type als bij de schietpartij is gebruikt, leidt niet tot een andere conclusie. De loods was voor meer mensen toegankelijk. Op peilbaken en munitie is bovendien DNA aangetroffen dat niet aan verdachten is te koppelen. Vrijgelaten Al met al is het hof van oordeel dat er te grote hiaten in de bewijsvoering zijn blijven bestaan om verdachten te veroordelen voor de schietpartij. Ze zijn in juli jongstleden, na 3,5 jaar voorarrest, in vrijheid gesteld.' |
18 september 2012 Celstraf en 3 ton schadevergoeding voor woninginbraak Wassenaar 'De 29-jarige verdachte van inbraak in het huis van de vader van zijn toenmalige vriendin is veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf. De rechtbank Den Haag oordeelt dat de verdachte ook een schadevergoeding van bijna € 300.000 moet betalen. Bij de inbraak in de woning in Wassenaar zijn waardevolle horloges, een kluis met grote geldbedragen, persoonlijke documenten, aandelen aan toonder met een aanzienlijke waarde en buitenlandse valuta gestolen. Bij het opleggen van de straf weegt de rechtbank mee dat de materiële schade erg groot is. Ook heeft de verdachte, samen met de dochter van de aangever, op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de aangever in hen had. De dochter had de toegangs- en alarmcodes van de woning van haar vader gekregen, omdat hij op vakantie was. Met hulp van de dochter hebben de inbrekers zich toegang tot de woning verschaft door de toegangscode van het hek en de noodsleutel te gebruiken. Ook als verdachte niet zelf de inbraak heeft gepleegd is zijn rol zodanig groot geweest dat hij wordt aangemerkt als mededader. Inbraak Eind 2010 vond er in een woning in Wassenaar een inbraak plaats. Nadat er een alarmmelding was gedaan, ontdekte de huishoudster dat de kleedkamer was doorzocht en de kluis weg was. Ook de horlogeverzameling van aangever was geplunderd. Rondom de woning zijn geen sporen van braak aangetroffen.' |
13 september 2012 Hof legt 25 jaar gevangenisstraf op voor familiedrama Rijswijk 'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 13 september 2012 een 29-jarige man in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 jaar. Deze straf is opgelegd voor het op 7 oktober 2010 door verwurging om het leven brengen van zijn toen 27-jarige vriendin en hun 4-jarige zoontje in hun woning in Rijswijk. De man is schuldig bevonden aan tweevoudige moord. De advocaat-generaal van het Openbaar Ministerie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 jaar. Deze straf werd in eerste aanleg op 24 februari 2012 door de rechtbank opgelegd. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft het hof overwogen dat het indicatiepunt in het Haagse ressort voor een enkelvoudige moord is bepaald op een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaren. Het gaat hier om een tweevoudige moord. Daarom heeft het hof ook acht geslagen op de wettelijke regeling van samenloop van strafbare feiten (artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht). Die regeling houdt kort gezegd in dat de maximum gevangenisstraffen voor de gepleegde feiten niet bij elkaar opgeteld mogen worden. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft het hof verder nog overwogen dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor het plegen van noemenswaardige strafbare feiten. Het hof heeft daarnaast kennisgenomen van de dubbelrapportage van een psychiater en een psycholoog en van het rapport van het Pieter Baan Centrum. De onderzoekers achten verdachte toerekeningsvatbaar en kunnen geen antwoord geven op vragen over (de kans op) recidive ofwel herhaling. Uitgaande van de bevinding van het Pieter Baan Centrum dat niet gesteld kan worden dat de verdachte een gestoorde agressieregulatie heeft of dat hij sterk impulsief agressief reageert op stressvolle omstandigheden, ziet het hof de gebeurtenissen van 7 oktober 2010 vooral als een familiedrama. Dit brengt mee dat het primaire doel van de strafoplegging niet de beveiliging van de maatschappij is. Het hof ziet om die reden in dit geval dan ook geen aanleiding om zwaarder te straffen dan de straf die voortvloeit uit de toepassing van de ressortelijke indicatiepunten en artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht.' |
13 september 2012 Twaalf jaar cel voor moord op ex-vrouw 'Een 49-jarige man uit Breda is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar voor moord op zijn ex-vrouw. Op 27 juni 2011 hadden de man en de vrouw afgesproken om seks te hebben, zoals dat vaker gebeurde volgens de verdachte. Na afloop van de seks zouden zij ruzie hebben gekregen en heeft de man de vrouw met een mes in haar rug gestoken. Als gevolg daarvan is de vrouw overleden. Voorbedachten rade Anders dan de rechtbank heeft het gerechtshof bewezen verklaard dat de man de vrouw met voorbedachten rade heeft omgebracht. Volgens de man zou hij zijn ex-vrouw in een opwelling hebben gestoken, maar het hof is hiervan niet overtuigd. De man heeft namelijk meerdere keren gezegd - ook nog op de bewuste dag - dat hij zijn ex-vrouw zou doden. Daarnaast had de man in de slaapkamer een mes bij zich dat groot genoeg was om een diepe steekwond te veroorzaken. De verklaring van de man dat hij het mes wel vaker bij zich droeg en gebruikte om fruit te schillen, vindt het hof hoogst onaannemelijk. Alcohol Volgens zijn advocate was de man alcoholafhankelijk en was hij bij het plegen van het misdrijf onder invloed van alcohol. Zij pleitte daarom voor een lagere straf. Uit onderzoek door een psychiater en een psycholoog bleek dat er inderdaad sprake was van een alcoholverslaving. Deze deskundigen concluderen echter ook dat de verslaving zijn keuzes en gedrag niet heeft beïnvloed en dat de man in staat is geweest de ontoelaatbaarheid van zijn handelen in volle omvang in te zien. Onherstelbaar leed Bij het bepalen van de straf heeft het hof er rekening mee gehouden dat de man met zijn handelen de familie en naaste omgeving van de vrouw onherstelbaar leed heeft toegebracht. Hij heeft een vrouw gedood die midden in het leven stond. Bovendien zal hun 16-jarige zoon verder op moeten groeien zonder de zorg en steun van zijn moeder én in de wetenschap dat zijn vader haar van het leven heeft beroofd. De rechtbank Breda veroordeelde de man op 10 februari 2012 tot tien jaar gevangenisstraf voor doodslag.' |
13 september 2012 Voorzieningenrechter beperkt bevoegdheden AFM 'Woensdag 5 september heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam een principiële uitspraak gedaan inzake een door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) opgelegde last onder dwangsom aan drie ondernemingen. Met de last wilde AFM bereiken dat de ondernemingen hun elektronische administratie en e-mailsysteem aan AFM ter beschikking zouden stellen, zodat AFM kan controleren of vergunningplichtige activiteiten zijn verricht. De voorzieningenrechter oordeelt dat de toezichtbepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht niet voorzien in de mogelijkheid dat toezichthouders van de AFM vorderen dat een onderneming een kopie van haar (elektronische) administratie of andere gegevens toezendt aan de AFM. Wel kunnen toezichthouders van de AFM een bedrijfsbezoek afleggen om daar zelf kopieën te maken. Indien de administratie zich in een woning bevindt kunnen toezichthouders slechts met toestemming van de bewoner de woning betreden om inzage in de administratie te krijgen. In een dergelijk geval kan volgens de voorzieningenrechter van de onderneming redelijkerwijs worden gevergd dat die toestemming wordt verleend of dat de onderneming de administratie op een andere locatie ter beschikking stelt, bijvoorbeeld op het kantoor van de toezichthouder. Daarnaast speelt in deze zaak een rol dat er reeds een strafrechtelijk onderzoek loopt naar de ondernemingen en hun bestuurders. Volgens de voorzieningenrechter handelt de AFM in strijd met het verbod van détournement de pouvoir als zij enkel informatie en stukken opvraagt om die door te spelen aan het openbaar ministerie. Vanwege die reden rust op de AFM een verzwaarde motiveringsplicht waar het gaat om de noodzaak zelf onderzoek te doen. De uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl: LJN BX6988.' |
13 september 2012 Rechtbank straft in moordzaak fors hoger dan geëist 'In de zaak van de moord in het Straatje van Oosterzee te Haarlem is de rechtbank afgeweken van de eis van de officier van justitie. De rechtbank heeft overwogen dat de maatschappelijke opvattingen over de hoogte van de straf in dit soort zaken zijn gewijzigd. Ook vindt de rechtbank de zaak ernstiger dan de officier van justitie heeft geschetst. Daarmee rekening houdend legt zij een gevangenisstraf op van 15 jaar waar de officier van justitie 10 jaar had geëist. Naar de huidige opvattingen is een straf van 10 jaar te laag, zo zegt de rechtbank. Het gaat in deze zaak om een man die het niet kon verkroppen dat zijn ex-vriendin een nieuwe vriend had. Hij heeft een revolver geladen, deze bij zich gestoken en de nieuwe vriend in diens woning aan het Straatje van Oosterzee opgezocht op een moment dat hij wist dat deze alleen thuis was. Daar heeft hij de nieuwe vriend in koelen bloede door het hoofd geschoten. Het verdriet dat nabestaanden is aangedaan is onvoorstelbaar en onherstelbaar, aldus de rechtbank.' |
13 september 2012 Beroep Thuiszorg Service Nederland tegen steun HWW niet ontvankelijk 'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven deed op 13 september 2012 uitspraak in de zaak van Thuiszorg Service Nederland (TSN) tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In maart 2009 ging Meavitagroep Den Haag failliet. Kort voor het faillissement was een stichting opgericht om de continuering van de zorg en huishoudelijke verzorging te waarborgen, namelijk Stichting Continuering Uitvoering AWBZ West (HWW). NZa verleende aan HWW ruim € 22 miljoen steun. TSN keerde zich tegen die steunverlening met als argument dat het om staatssteun zou gaan. De beroepsprocedure is op verzoek van TSN in afwachting van de verkoop van HWW een aantal keren uitgesteld. TSN zwakte haar eis in de loop van de procedure af en vroeg uiteindelijk NZa de keuze te laten tussen aanmelding van de steun aan de Europese Commissie en terugvordering. Als TSN gelijk zou krijgen, dan kan dat verzoek niet worden ingewilligd zonder in strijd te komen met de taak van de nationale rechter om de toestand vóór de steunverlening te herstellen. Het doel dat TSN met het beroep voor ogen staat, kan niet worden bereikt. Het College verklaart het beroep van TSN daarom niet-ontvankelijk. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.' |
12 september 2012 GeenStijl mocht Playboy naaktfoto’s Britt Dekker niet publiceren 'GeenStijl had geen link mogen plaatsen naar een website waarop de naaktfoto’s van Britt Dekker stonden. Dat heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald. GeenStijl moet aan Sanoma, de uitgever van het tijdschrift Playboy, daarom een schadevergoeding betalen. Op de site van GeenStijl verscheen in oktober 2011 een bericht over het uitlekken van naaktfoto’s van Dekker die nog zouden verschijnen in het decembernummer van de Playboy. In dit bericht stond ook een link die leidde naar een Australische website waarop de gehele reportage van de naaktfoto’s van Dekker stond. Tip Sanoma en Dekker spanden daarop een rechtszaak aan. GeenStijl betoogde dat zij een tip heeft gekregen over de link en dat deze waarschijnlijk afkomstig is van iemand die werkt bij Sanoma. GeenStijl stelt vervolgens alleen het nieuwsfeit van het uitlekken van de foto’s naar buiten te hebben gebracht met als onderliggend bewijs daarvoor de bewuste link. Daarmee heeft GeenStijl niet zelf de foto’s openbaar gemaakt, aldus GeenStijl. Geen toestemming De rechtbank vindt dat GeenStijl zonder de daarvoor vereiste toestemming de foto’s voor een nieuw publiek heeft ontsloten. Ook is van belang dat GeenStijl profijt heeft getrokken van het plaatsen van de link, aangezien dit veel bezoekers heeft aangetrokken. Omdat Playboy vooraf aan GeenStijl heeft laten weten dat zij geen toestemming gaf voor publicatie was GeenStijl zich er dus van bewust dat Playboy dit niet wenste. Zelfs als zou kloppen dat de tip is gegeven door iemand van Playboy, dan heeft dat nog steeds niet tot gevolg dat GeenStijl daarmee toestemming had om de foto’s voortijdig bekend te maken. Daarmee heeft GeenStijl het auteursrecht geschonden. Entertainment De rechtbank vindt ook dat GeenStijl inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht en de persoonlijke levenssfeer van Dekker, aangezien ook Dekker geen toestemming had gegeven voor openbaarmaking. Daar weegt het journalistieke belang van GeenStijl, om een bericht over het uitlekken van de foto’s te publiceren, niet tegen op. Daarbij speelt mee dat GeenStijl niet heeft aangetoond dat het noodzakelijk was om de gehele fotoreportage toegankelijk te maken via de link. Ook de bewoordingen en de teneur van het bericht (“naaktpics Britt nog niet gezien? Ze staan HIERRR”) duiden er op dat GeenStijl vooral entertainment wilde bieden aan haar lezers. De hoogte van de schadevergoeding moet nog worden bepaald. Iedere keer dat GeenStijl de foto's toont, moet zij een dwangsom van 50.000 euro betalen, met een maximum van een miljoen euro. Daarnaast moet GeenStijl de proceskosten van 28.396,52 euro betalen.' |
12 september 2012 Bestemmingsplan bezoekerscentrum Schiermonnikoog nog niet in orde 'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het bestemmingsplan 'Schiermonnikoog – Dorp – Herziening 2010' gedeeltelijk vernietigd. Het gaat om het planonderdeel dat betrekking heeft op het bezoekerscentrum aan de Torenstreek. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (12 september 2012) in een zaak die enkele omwonenden tegen de gemeente Schiermonnikoog hadden aangespannen. Hun bezwaren zagen onder meer op de aantasting van het beschermde dorpsgezicht, hun privacy en het uitzicht vanuit hun woningen. Ook vreesden zij geluids- en verkeersoverlast. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. Ruimere bouwmogelijkheden De Raad van State stelt vast dat het bestemmingsplan meer bouwmogelijkheden biedt dan noodzakelijk is voor het concrete bouwplan voor het bezoekerscentrum. Daarom had de gemeenteraad de – ruimere – bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan als uitgangspunt moeten nemen en niet het concrete bouwplan, aldus de hoogste bestuursrechter. Ter voorlichting van partijen De Raad van State heeft 'ter voorlichting van partijen' opgemerkt dat als de gemeenteraad de ruimere bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan voor het bezoekerscentrum wil behouden, hij alsnog moet onderzoeken wat de gevolgen zijn voor onder meer het beschermde dorpsgezicht en moet 'motiveren waarom deze mogelijkheden aanvaardbaar kunnen worden geacht'. De gemeenteraad kan er ook voor kiezen om het bestemmingsplan aan te passen aan het concrete bouwplan voor het bezoekerscentrum. Met het oog op het nieuwe besluit van de gemeenteraad is de Raad van State ingegaan op de bezwaren tegen het bezoekerscentrum.' |
12 september 2012 Verbreding A12 tussen Ede en Grijsoord mag doorgaan 'Rijkswaterstaat mag doorgaan met de verbreding van de A12 tussen Ede en Grijsoord. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van vandaag (12 september 2012) het tracébesluit van de minister van Infrastructuur en Milieu dat deze verbreding mogelijk maakt, in stand gelaten. Daarmee is dit tracébesluit definitief geworden. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk. Betere doorstroming Met het tracébesluit wil de minister van Infrastructuur en Milieu op dit deel van de A12 een betere doorstroming van het verkeer, minder files en een verbeterde verkeersveiligheid bereiken. De verbreding vindt plaats door de toevoeging van een rijstrook in beide rijrichtingen tussen de aansluiting Ede-Wageningen en het knooppunt Grijsoord. Tevens wordt vanwege deze verbreding die aansluit op de A50, op de oostbaan een rijstrook toegevoegd tussen verzorgingsplaats De Slenk tot het knooppunt Grijsoord.' |
12 september 2012 40 uur werkstraf voor verduisteren beleggingsgelden 'Een 59-jarige man uit Ermelo is veroordeeld tot een werkstraf van 40 uur voor het verduisteren van beleggingsgeld. De man leende geld aan zichzelf, aan zijn automatiseringsbedrijf en aan een familielid. Verdachte was samen met een andere man de bestuurder van de Stichting Dutch Investments (SDI). Geld met rente terugbetaald De verdachte had al het geleende geld met 6% rente terugbetaald aan SDI en deed dat al voordat het strafrechtelijk onderzoek tegen hem was begonnen. De verdachte leende het geld zonder medeweten van de beleggers en in strijd met de statuten. Verdachte deed dit opzettelijk omdat hij wist van die afspraken en wist dat zijn bedrijf geen krediet meer kon krijgen bij de bank. Bijvangst in groter onderzoek Deze zaak is een bijvangst in een groter onderzoek naar beleggingsfraude in onder andere Nederland en Zweden. In 2006 kwamen er klachten van beleggers binnen bij de Autoriteit Financiële Markten. De beleggers, die hadden ingelegd in de Stichting Dutch Investments (SDI) waren hun inleg kwijt en soms ook een deel van het rendement. De stichting had ten doel het beheer van gelden van derden en het schenken aan goede doelen. Deze verduisteringszaak houdt geen verband met het verdwijnen van die gelden.' |
11 september 2012 Veroordeling Saban B. blijft in stand 'De Hoge Raad laat de veroordeling van Saban B. voor onder meer vrouwenhandel in stand. Saban B. werd in 2010 door het hof Amsterdam (LJN BO8383) veroordeeld tot zeven jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een boete van 150.000 euro voor onder meer vrouwenhandel, gedwongen prostitutie, uitbuiting en grof geweld tegen vrouwen. Deze delicten zou hij onder meer in Amsterdam en Utrecht hebben begaan in de periode 2000 tot 2004. In september 2009 vluchtte Saban B. naar Turkije toen hij verlof had gekregen om zijn pasgeboren kind te bezoeken. Daar werd hij in 2010 aangehouden. Turkije levert geen onderdanen uit. In zijn cassatieberoep klaagt B. (vertegenwoordigd door G. Spong, advocaat in Amsterdam) over de afwijzing van zijn verzoek om de terechtzitting tijdelijk naar Turkije te verplaatsen. Volgens de Hoge Raad heeft het hof terecht geoordeeld dat dit wettelijk niet mogelijk is. Verder vindt B. dat bij het vaststellen van de hoogte van de geldboete die hem werd opgelegd ten onrechte geen rekening is gehouden met een eventuele later op te leggen ontnemingsmaatregel (het afnemen van uit criminele activiteiten verkregen geld of goed). De Hoge Raad verwerpt ook deze klacht en vindt de oplegging van de geldboete door het hof voldoende gemotiveerd. Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 11 september 2012. De volledige uitspraak (11/00025) is gepubliceerd op www.hogeraad.nl, LJN BX4101' |
11 september 2012 Occupy weer op Malieveld 'De Occupy-beweging mag weer demonstreren op het Malieveld. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft op 11 september 2012 besloten dat de demonstranten permanent toegang hebben tot het Malieveld. De gemeente Den Haag heeft zijn standpunt dat de demonstranten 's nachts het kamp moeten verlaten volgens de rechter onvoldoende onderbouwd. Occupy Den Haag vroeg de voorzieningenrechter in Den Haag om een voorlopige voorziening, nadat de gemeente aan een nieuwe demonstratie op het Malieveld beperkingen had opgelegd. De rechter wijst de voorlopige voorziening deels toe. Permanente demonstratie is toegestaan, net als het gebruik van kooktoestellen (mits voldaan aan brandveiligheidseisen). Daarnaast oordeelt de rechter dat in het kampement van Occupy altijd één vast aanspreekpunt voor gemeente en politie aanwezig is, die verantwoordelijk is voor de gang van zaken. Deze contactpersoon moet 24 uur van te voren schriftelijk bekend zijn bij de betreffende instanties. Afgesloten ruimtes op het Occupy-terrein niet zijn toegestaan, aldus de rechter. De volledige schriftelijke beslissing zal over enige dagen op Rechtspraak.nl worden gepubliceerd.' |
11 september 2012 In hoger beroep elf jaar gevangenisstraf voor doodslag op autohandelaar 'In hoger beroep elf jaar gevangenisstraf voor doodslag op autohandelaar Het gerechtshof Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de man, die op 29 december 2009 te Eerbeek een autohandelaar uit Beekbergen doodstak. De aanleiding van de steekpartij was het onbetaald blijven van een zakelijke schuld van verdachte aan het slachtoffer. Verdachte bracht het slachtoffer om het leven met (ongeveer) twaalf messteken en dumpte het stoffelijk overschot vervolgens naast een bosweg. Verdachte heeft tot aan de inhoudelijke behandeling in hoger beroep op 2 maart 2012 ontkend dat hij het slachtoffer had gedood. Uiteindelijk heeft hij dit in hoger beroep alsnog bekend. Verdachte blijft er bij dat hij van tevoren geen plan had om het slachtoffer van het leven te beroven. Bij de rechtbank De officier van justitieheeft in eerste aanleg gevorderd dat verdachte veroordeeld zou worden ter zake van moord tot een gevangenisstraf van veertien jaren. De rechtbank Zutphen heeft verdachte bij vonnisvan 18 maart 2011 veroordeeld ter zake van moord tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren. Het hoger beroep De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake van moord tot zestien jaren gevangenisstraf. Het gerechtshof spreekt verdachte vrij van moord wegens gebrek aan bewijs ten aanzien van de voor moord vereiste voorbedachte raad. Anders dan de advocaat-generaal, is het hof van oordeel dat de omstandigheden en mogelijke onjuistheden in de verklaringen van verdachte niet het wettig en overtuigend bewijs voor voorbedachte raad opleveren. Evenmin blijkt die vooropgezette bedoeling uit andere bewijsmiddelen. Het hof komt tot een bewezenverklaring van doodslag en legt aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van elf jaren op. Daarbij neemt het hof mede in aanmerking de brute wijze, waarop verdachte het slachtoffer in een explosie van geweld heeft omgebracht, alsmede het feit dat verdachte het conflict verwachtte en dat niet uit de weg is gegaan of daar een oplossing voor heeft gezocht. De nabestaanden hebben lange tijd in onzekerheid verkeerd over het lot van hun dierbare, doordat verdachte het stoffelijk overschot heeft laten verdwijnen. De nabestaande heeft schadevergoeding gevorderd tot een bedrag van € 12.636,- Het hof heeft dat bedrag toegewezen.' |
10 september 2012 Achttien jaar gevangenisstraf voor doodslag Rotterdams meisje 'De rechtbank heeft op 10 september 2012 een 27-jarige man afkomstig uit Rotterdam veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf voor doodslag en het plegen van seksueel misbruik van een tienjarig Rotterdams meisje. De dader is een ex-vriend van een zus van het slachtoffer. Het tienjarig meisje verdween op 8 oktober 2011. Zij was ’s middags in de woning van de man geweest om met zijn kinderen te spelen. Na de verdwijning van het meisje had de man nog verklaard dat het meisje na een ruzie naar de woning van haar vader was vertrokken. Het meisje kwam nooit bij haar vader aan. Nadat buurtonderzoek niets had opgeleverd, gaf de politie in Rotterdam een Amber Alert uit. In de vroege ochtend van 10 oktober werd het meisje dood gevonden in het huis van de man. De rechtbank acht bewezen dat de 27-jarige man hiervoor verantwoordelijk is. Hoogte van de straf De rechtbank heeft doodslag bewezen geacht en ook het seksueel misbruik van het meisje, maar niet dat het meisje door de man is gedood om te verhullen dat hij haar seksueel heeft misbruikt (zogenoemde gekwalificeerde doodslag). Op grond van de wet kan voor deze feiten een gevangenisstraf van maximaal 20 jaar worden opgelegd. De opgelegde straf is daarom lager dan het Openbaar Ministerie had geëist. De rechtbank is van oordeel dat dit zeer ernstige feiten zijn, die een hoge gevangenisstraf rechtvaardigen. Toerekeningsvatbaarheid De rechtbank moet naast de ernst van de feiten ook rekening houden met de persoon van de verdachte. De dader heeft niet meegewerkt aan onderzoek door het Pieter Baan Centrum. Daarom kon niet worden vastgesteld of hij leed aan een psychische stoornis toen hij de feiten pleegde. Om die reden kon geen maatregel van terbeschikkingstelling worden opgelegd. Het Pieter Baan Centrum vermoedt wel dat de verdachte zwakbegaafd is. De rechtbank houdt daar ook rekening mee. Alles in ogenschouw nemend acht de rechtbank een gevangenisstraf van achttien jaar een passende straf.' |
10 september 2012 Vrijspraak voor verdachte doodslag Wensel Cobergherstraat Breda 'De 53-jarige – zwakbegaafde – man die werd verdacht van moord dan wel doodslag op zijn partner in hun woning aan de Wensel Cobergherstraat in Breda is vrijgesproken. De rechtbank Breda ziet geen wettig en overtuigend bewijs dat het slachtoffer door gewelddadig handelen van de man is overleden. Pathologisch deskundigen hebben ondanks uitgebreid onderzoek niet kunnen vaststellen wat de oorzaak is geweest van het overlijden van de vrouw. Ook technisch onderzoek in de woning heeft geen uitsluitsel gegeven over wat er tussen de man en zijn vriendin is gebeurd. Of de man zelf in de veronderstelling heeft verkeerd dat hij de vrouw heeft gewurgd, doet dan niet ter zake. De officier van justitie verdacht de man in eerste instantie van moord op zijn partner, maar veranderde de aanklacht later in doodslag. Zij eiste een gevangenisstraf van 6 jaren. Op 22 augustus 2011 werd in een woning aan de Wensel Cobergherstraat in Breda het stoffelijk overschot gevonden van een 49-jarige vrouw. Haar partner meldde zich bij de politie en verklaarde in eerste instantie dat hij haar in de nacht van 20 augustus had gewurgd. In latere verklaringen zei hij zich niets meer van het incident te kunnen herinneren.' |
6 september 2012 4 jaar gevangenisstraf voor drogeren en bestelen 73-jarige tante 'De rechtbank in Den Haag heeft een 35-jarige vrouw en een 33-jarige man veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf voor poging gekwalificeerde doodslag op de toen 73-jarige tante van de vrouw. De tante is op 10 februari 2012 in haar woning in Alphen aan den Rijn gedrogeerd met een GHB bevattende stof en vervolgens bestolen van sieraden, een laptop en twee antieke klokken. Na de diefstal is zij voor dood achtergelaten. Het nichtje had het plan van tevoren bedacht en iemand gezocht die haar wilde helpen bij de uitvoering ervan. Op 31 januari 2012 was het nichtje bij haar tante op bezoek gegaan om te achterhalen waar de waardevolle spullen in de woning waren verstopt. Op 10 februari 2012 zijn het nichtje en haar mededader in de auto naar de woning van de tante gereden. Daar is het nichtje uit de auto gestapt en omstreeks 20.15 uur bij haar tante binnengelaten. Nadat haar tante thee had gezet, heeft het nichtje heimelijk een middel waarvan is gebleken dat het GHB bevatte, in de kop thee van haar tante gedaan. De tante is kort hierop buiten bewustzijn geraakt. Zij werd uren later trillend en misselijk wakker, merkte dat haar nichtje weg was en dat er spullen uit haar woning waren verdwenen. Nog dezelfde dag is het nichtje aangehouden en een aantal weken later ook de mededader.' |
6 september 2012 Negen jaar cel voor onder meer poging moord op medewerkers PI Vught 'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 37-jarige tbs’er die vastzit in de penitentiaire inrichting (PI) in Vught veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor poging tot moord op twee medewerkers en zware mishandeling met voorbedachten rade van een andere medewerker. Daarnaast moet hij hen ruim 5.200 euro schadevergoeding betalen. De verdachte zit in de zeer intensieve specialistische zorgafdeling van de long-stay van de Pompestichting in Vught. De verdachte had in zijn cel een schaar geprepareerd door de schaarpunten met touw uit elkaar te houden. Toen de drie medewerkers de verdachte een maaltijd brachten, liep hij ogenschijnlijk rustig zijn cel uit, maar haalde daarna onverwachts uit naar de medewerker en stak hem in zijn hals. Vervolgens stak hij de andere medewerkers in hals en hand. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte de opzet heeft gehad twee medewerkers te doden door hen met de geprepareerde schaar in de hals te steken. Dit kan tot een levensbedreigende situatie leiden, omdat in de hals zich meerdere grote bloedvaten bevinden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat -gelet op de ernst van de verwonding aan de hand en dat er geen uitzicht is op volledig herstel van de hand van de derde medewerker- de opzet op zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen. Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank er onder andere strafverzwarend mee rekening gehouden dat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en dat het handelen van de verdachte een enorme impact heeft gehad op de slachtoffers. Zij kampen nog steeds met de gevolgen, zowel fysiek als psychisch. Tbs Tbs is geen straf maar een maatregel. Het doel van de maatregel tbs is onder meer om recidive te voorkomen. Een psycholoog en een psychiater hebben een rapport over de verdachte uitgebracht. Zij concluderen beiden dat de verdachte lijdt aan een psychiatrische stoornis en achten de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Daarnaast stellen zij dat tbs niet bijdraagt aan het terugdringen van recidive. Zowel de psychiater als de psycholoog adviseren de rechtbank voor dit feit dan ook geen tbs op te leggen. De rechtbank neemt de conclusies van de psychiater en psycholoog over en legt daarom voor dit feit geen tbs maatregel op aan de verdachte. De rechtbank heeft de gevangenneming van de verdachte bevolen. Dat betekent dat de huidige tbs-behandeling wordt opgeschort tot hij zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten. Daarna gaat de tbs-behandeling die de man nu al ondergaat verder. Schadevergoeding Naast de negen jaar celstraf is de verdachte veroordeeld tot het betalen van 5061,00 euro immateriële schadevergoeding en 182,15 euro materiële schadevergoeding aan de slachtoffers.' |
4 september 2012 18 jaar gevangenisstraf in hoger beroep 'Hogere straf in hoger beroep voor verdachte die zijn ex-vriendin doodschoot Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag in hoger beroep 18 jaren gevangenisstraf opgelegd aan de verdachte M. Op 21 maart 2011 heeft hij in Den Haag zijn ex-vriendin doodgeschoten. Dit gebeurde ‘s morgens vroeg en voor het huis van haar moeder. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan drie mishandelingen, een poging zware mishandeling, het hebben van een vuurwapen met munitie, een diefstal en het aanwezig hebben en verstrekken van drugs. De Rechtbank had 16 jaren opgelegd. Het Hof heeft niet kunnen vaststellen dat de verdachte zijn ex-vriendin met voorbedachte raad om het leven heeft gebracht. Moord acht het hof daarom niet bewezen. De verdachte heeft niet meegewerkt aan een diepgaand onderzoek naar zijn persoon en psychisch functioneren. Er zijn aanwijzingen voor mogelijk ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Gelet op deze aanwijzingen, de gewelddadige dood van zijn ex-vriendin, de overige bewezen verklaarde feiten en het strafblad van de verdachte kan de verdachte een bedreiging voor (veiligheid in) de samenleving zijn. Het hof heeft daarom voor de doodslag de maximaal toegestane straf van vijftien jaren opgelegd en voor de overige feiten tezamen drie jaren.' |
4 september 2012 Veroordeling voor verduistering geld van oud-werkgever 'De 50-jarige man die geld verduisterde van zijn oud-werkgever, is op 4 september 2012 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De rechtbank oordeelt dat de verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar is. Daarom moet de man verplicht meewerken aan een klinische opname voor de duur van maximaal één jaar. Daarnaast moet hij een bedrag van € 53.575,38 terug betalen aan zijn oud-werkgever. De verdachte, die werkzaam was als vertegenwoordiger, heeft contante geldbedragen die hij in zijn functie ontving voor zijn werkgever, niet afgedragen. Hij verklaarde dat hij dit bedrag heeft vergokt in verschillende casino's. Gokverslaving Verdachte lijdt aan een langdurige gokverslaving waarin hij, ondanks meerdere behandelingen, blijft terugvallen. De man zat in zijn proeftijd tijdens het plegen van dit strafbare feit en is eerder voor soortgelijke delicten veroordeeld.' |
4 september 2012 Burgerpeiling Bloemendaal mag doorgaan 'De voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem heeft op 3 september 2012 uitspraak gedaan op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening ingediend door een aantal inwoners van de gemeente Bloemendaal. De verzoekers wilden hiermee voorkomen dat de gemeente Bloemendaal op 4 september zou beginnen met een enquête onder de bewoners om zo hun mening te peilen over de nieuwbouwplannen van het gemeentehuis. Deze inwonders geven de voorkeur aan een referendum en hebben de gemeenteraad hier ook om verzocht. Beslissing brengt geen verandering in de rechten en plichten De voorzieningenrechter heeft verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing om een burgerpeiling te houden is geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat de beslissing geen verandering brengt in de rechten en plichten van bijvoorbeeld verzoekers. De beslissing tot het houden van een burgerpeiling heeft hoogstens politieke betekenis. Tegen zo’n beslissing kan geen bezwaar worden gemaakt. In de argumenten die de verzoekers verder hebben aangevoerd tegen het besluit van de gemeenteraad om geen referendum te houden, heeft de voorzieningenrechter evenmin aanleiding gezien om een voorlopige voorziening te treffen.' |
3 september 2012 Maximale straf voor 15-jarige verdachte in zaak Winsie 'De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte schuldig is aan de moord op Winsie en de poging tot doodslag op haar vader. De verdachte wordt veroordeeld tot 12 maanden jeugddetentie met aftrek van de tijd die verdachte al vastzit. Daarnaast vindt de rechtbank het in het belang van de verdachte dat hij wordt behandeld voor zijn problematiek en zal de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen ( PIJ) opleggen. Deze maatregel duurt drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Moord op Winsie Verdachte heeft wat hij van plan was daadwerkelijk uitgevoerd. Hij heeft er met anderen meerdere keren over gesproken. Bovendien is verdachte al op 12 januari naar Arnhem gereisd om Winsie op te wachten. Op zaterdag 14 januari is verdachte naar Arnhem gegaan om Winsie te doden, dit heeft hij ook vooraf tegen een vriend gezegd. Hiermee acht de rechtbank de voorbedachte raad bewezen. Poging doodslag vader Winsie De rechtbank gaat uit van de verklaring van de vader van Winsie als hij zegt dat hij werd aangevallen door verdachte. Dit wordt ook door het broertje van Winsie gezien. Door iemand te slaan met een mes in de hand neem je een groot risico dat iemand wordt gesneden of gestoken. Door in het gezicht en bij de handen, in de buurt van de polsen, te steken is er een grote kans dat er vitale delen worden geraakt, waaraan iemand kan overlijden. Daarbij speelt ook een rol dat er van tevoren over het doden van de hele familie is gesproken, onder andere in het Facebookgesprek. Er is dus door verdachte van tevoren al rekening mee gehouden dat de rest van het gezin thuis zou kunnen zijn en dan ook gedood zou worden. Psychische overmacht? De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet onder een zodanige druk heeft gestaan dat hij geen weerstand kon of hoefde te bieden aan de uitvoering van het plan om Winsie te doden. In het dossier wordt in diverse verklaringen gesproken over bedreigingen en de Chinese maffia, maar dit wordt nergens concreet. De psycholoog en de psychiater hebben in hun rapporten ook aangegeven dat de druk die verdachte zegt te voelen niet zodanig is geweest dat hij hier geen weerstand aan kon bieden. Er zijn meerdere momenten geweest waarbij verdachte de mogelijkheid had om hulp in te roepen of zich te bezinnen. De verklaring van verdachte dat hij is bedreigd vindt de rechtbank onvoldoende om te spreken van een overmachtsituatie. Oordeel rechtbank Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee zeer ernstige strafbare feiten, waarvoor hij ook verantwoordelijk is. Winsie en haar vader zijn op klaarlichte dag in hun eigen woning met een mes aangevallen door verdachte als gevolg waarvan Winsie is overleden en haar vader blijvend is verminkt. Het broertje van Winsie is getuigegeweest van deze aanval op zijn zus en zijn vader. Meerdere mensen in de buurt zijn direct getuige geweest van de ernstige gevolgen van de aanval. Verdachte kende Winsie niet persoonlijk maar is op verzoek dan wel in opdracht van een ander of anderen tot zijn daad gekomen. Over de aanleiding van dit verzoek of deze opdracht weet verdachte weinig te vertellen en geeft geen inzicht in zijn beweegredenen. De vraag hoe het heeft kunnen gebeuren dat een veertienjarige jongen een vijftienjarig meisje dat hij niet kent vermoordt, is onbeantwoord gebleven. Op de zitting is naar voren gekomen dat de gevolgen voor de nabestaanden onbeschrijfelijk zijn. Daarnaast heeft deze gebeurtenis een enorme schok in de buurt, de stad en het land teweeggebracht. De verdachte kan worden verweten dat hij in de lange aanloop naar zijn daden niet op enig moment tot bezinning is gekomen en heeft afgezien van de uitvoering van zijn plan. Hiervoor had hij op meerdere momenten de mogelijkheid. Ook kan hem worden verweten dat hij uiteindelijk de keuze heeft gemaakt Winsie en haar vader te willen doden. Persoonlijke omstandigheden De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij tweemaal is veroordeeld voor vermogensdelicten door de kinderrechter. De psychiater en de psychologen hebben rapporten over de verdachte opgemaakt. Uit die rapporten komt naar voren dat er al vanaf de basisschool problemen waren. Er is sprake van een ernstige gedragsstoornis met psychopate trekken. Verdachte wordt omschreven als een jongen met weinig zelfinzicht die zich moeilijk kan verplaatsen in anderen en die afhankelijk is van waardering uit de groep. De deskundigen achten de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Strafoplegging De rechtbank is, net als de officier van justitie, van oordeel dat voor deze feiten alleen maar de maximale op te leggen straf passend is. Dat betekent dat verdachte wordt veroordeeld tot 12 maanden jeugddetentie met aftrek van de tijd die verdachte al vastzit. Daarnaast vindt de rechtbank het in het belang van de verdachte dat hij wordt behandeld voor zijn problematiek en zal de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen ( PIJ) opleggen. Deze maatregel duurt drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Benadeelde partij Dan zijn er nog de vorderingen van de vader van Winsie. De rechtbank wijst die vorderingen toe tot een bedrag van € 21.524,11. Het hele vonnis is na te lezen via onderstaand LJN-nummer.' |
3 september 2012 Maximum sentence for 15-year-old defendant in Winsie case 'The Court deems it legally and convincingly proved that the defendant is guilty of the murder of Winsie and the attempted manslaughter of her father. The defendant is sentenced to 12 months juvenile detention with deduction of the period spent in pre-trial detention. Moreover, the Court believes it is in the interest of the defendant to be treated for his problems and orders him to be placed in a judicial institution for juvenile offenders for a term of three years, one of which is conditional. Murder of Winsie The Court is of the opinion the defendant deliberately killed Winsie by going to her carrying a knife. With this knife he deliberately stabbed her in the neck and face to take her life. The defendant effectively went and executed the plan. The defendant discussed the plan with others several times. Furthermore, the defendant travelled to Arnhem as early as 12 January to lie in wait for Winsie. On Saturday, 14 January the defendant went to Arnhem to kill Winsie and he told a friend about this beforehand. According to the Court this proves it was a premeditated act. Attempted manslaughter of Winsie’s father. The Court proceeds on the basis of the statement of Winsie’s father where he says he was attacked by the defendant. This was also witnessed by Winsie’s junior brother. By hitting someone with a knife in your hand you take a major risk that someone is being cut or stabbed. By stabbing in the face and the hands, near the wrists, there is a big risk that vital parts are hit, which might cause someone’s death. The fact that killing the whole family had been discussed beforehand, among others in the Facebook chat, also plays a role. So the defendant has taken into account the possibility that the rest of the family were at home and would in that case be killed as well. Psychological force majeure? The Court is of the opinion the defendant has not been under pressure to such an extent that he could not or need not resist the execution of the plan to kill Winsie. The criminal file includes several statements about threats and the Chinese mafia, but never in concrete terms. In their reports the psychologist and psychiatrist state that the pressure the defendant says he felt, was never so high that he was unable to resist it. There have been several moments where the defendant could have called in the help of others or could have come to his senses. The defendant’s statement that he was threatened is, according to the Court, insufficient to constitute a situation of force majeure. Judgment of the Court The defendant has made himself guilty of two very serious punishable offences, for which he is accountable. In their own home and in broad daylight Winsie and her father were attacked with a knife by the defendant, resulting in the death of Winsie and her father being maimed for life. Winsie’s junior brother witnessed this attack on his sister and father. Several people in the neighbourhood have been direct witnesses to the serious consequences of the attack. The defendant did not know Winsie personally but he acted on the request or the instructions of another or others. The defendant is unable to tell much about the cause of this request or these instructions and nor does he give insight in his motives. The question how could it have happened that a fourteen-year-old boy killed a fifteen-year-old girl whom he does not know, remains unanswered. The hearing in court made it clear the effects on the family are beyond words. In addition, this incident caused an enormous shock in the neighbourhood, the city and the country. The defendant can be blamed for not having come to his senses and refrain from going through with his plan at some point in the long run-up to his acts. He had the possibility to do so at several points in time. He can also be blamed for having made the eventual choice to kill Winsie and her father. Personal circumstances The Court has taken the defendant’s criminal record into consideration, which shows he has been convicted twice by the juvenile court for offences against property. Reports have been prepared about the defendant by the psychiatrist and psychologist. It appears from these reports there have been issues ever since elementary school. The defendant suffers from a serious behavioural disorder with psychopathic traits. The defendant is described as a boy with poor self-insight who has problems putting himself in the position of others and who is dependent on group respect. The experts consider the defendant to have diminished accountability. Sentencing The Court is of the opinion, in agreement with the public prosecutor, that only the maximum sentence is fitting for these acts. This means the defendant is sentenced to 12 months juvenile detention with deduction of the period spent in pre-trial detention. Moreover, the Court believes it is in the interest of the defendant to be treated for his problems and imposes a measure for him to be placed in a judicial institution for juvenile offenders for a term of three years, one of which is conditional. Party injured Then the claims submitted by Winsie’s father. The Court allows these claims to an amount of € 21,524.11.' |
-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.
Uwwet.nl
Uwwet.nl