wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
Bron: www.rechtspraak.nl.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws
Datum en nieuws - november 2012:
30 november 2012 4 jaar cel voor aanrijding Weimarstraat Den Haag 'De 33-jarige man die een dodelijke aanrijding veroorzaakte in de Weimarstraat in Den Haag is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De man krijgt ook een rijontzegging van vijf jaar. De Haagse rechtbank verwijt deze beginnende bestuurder dat hij met een noodvaart van 107 km/u door het drukke winkelgebied reed en daarbij een overstekende 43-jarige Hagenaar aanreed die vervolgens aan zijn verwondingen overleed. De rechtbank acht niet bewezen dat de bestuurder onder invloed was van cannabis en komt daardoor tot een lagere gevangenisstraf dan de officier eiste. Toch is er volgens de rechtbank sprake van doodslag. De verdachte heeft, gelet op zijn buitensporige rijgedrag met zijn BMW-5, op een plek die hij goed kende en op een moment waarop het druk was in het winkelgebied, zich niet bekommerd om de mogelijke gevolgen van dat rijgedrag voor fietsers en voetgangers.' |
30 november 2012 Twaalf jaar cel voor doden vrouw in Simonshaven 'De man die ervan werd verdacht in 2009 zijn vrouw te hebben gedood in een recreatiegebied in Simonshaven, is vandaag door de rechtbank Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar. De rechtbank heeft de man vrijgesproken van moord omdat zij voorbedachte raad niet bewezen acht. Doodslag acht de rechtbank wel bewezen. De man werd bij het slachtoffer op de plaats delict aangetroffen. Op zijn schoenen zat bloed van het slachtoffer. De zoon en schoondochter, die door de man waren gealarmeerd, troffen de vrouw levenloos en zwaar toegetakeld aan. De man ontkende het slachtoffer te hebben gedood en gaf als verklaring dat zij tijdens een wandeling waren aangevallen door een onbekende man. De rechtbank vindt deze verklaring niet geloofwaardig. Daarvoor is onder meer van belang dat de dader niet het alarmnummer heeft gebeld en pas veertig minuten later een auto heeft aangehouden. Zelf was hij alleen oppervlakkig gewond en zijn kleren vertoonden geen kenmerken van een worsteling. Zowel hij als het slachtoffer beschikten nog over hun geld en sieraden. Er zijn vele getuigen gehoord die de bewuste avond in de nabijheid van de plaats delict waren, maar hun verklaringen hebben geen steun geleverd aan de verklaring van de dader. Ook het verweer van de man dat hij fysiek niet in staat zou zijn geweld uit te oefenen, is door de rechtbank verworpen. De man is door de rechtbank ook schuldig bevonden aan een poging tot zware mishandeling van zijn neef na afloop van een familiefeest in 2012.' |
29 november 2012 Alkmaarse rechters spreken romanfiguur vrij 'De Alkmaarse rechters Maarten Kraefft en Tony van Wechem hebben woensdagavond 28 november in de bibliotheek in Alkmaar-centrum vonnis gewezen over een romanfiguur: Henri Osewoudt uit De donkere kamer van Damokles van W. F. Hermans. Een lastige figuur om een oordeel over te vellen, zegt rechter Maarten Kraefft. “Of hij schuldig is, is helemaal niet duidelijk in dit boek, dat is nou juist het thema.” Op verzoek van de scholengemeenschap Jan Arentsz bogen de rechters zich toch over de zaak en spraken Osewoudt vrij. Verzetsheld of verrader De donkere kamer van Damokles wordt in het kader van Nederland Leest gratis uitgedeeld in bibliotheken. Hermans’ roemruchte roman uit 1958 beschrijft de lotgevallen van winkelier Henri Osewoudt uit Voorschoten, die tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt benaderd door een man die als twee druppels water op hem lijkt. Deze Dorbeck, een luitenant in het leger die kennelijk in het verzet zit, vraagt Osewoudt wat hand- en spandiensten te verrichten. Uiteindelijk doodt hij mensen in opdracht van Dorbeck. Maar na de bevrijding wordt hij niet als een verzetsheld, maar als een verrader behandeld. Van Dorbeck ontbreekt elk spoor – heeft hij wel bestaan? Leesclub De Alkmaarse scholengemeenschap en de bibliotheek vatten het plan op om dit literaire drama – dat in de loop der jaren tot verhitte debatten heeft geleid tussen literatuurcritici en Hermans-fans over de vraag of Osewoudt al of niet schuldig was - tot leven te brengen door een rechtszaak na te spelen en echte rechters te vragen om, naast een lekenjury, hun oordeel te vellen. “Wij hebben een leesclub op kantoor, zo kwam onze communicatieadviseur bij mij terecht”, zegt bestuursrechter Maarten Kraefft. Zijn collega Tony van Wechem sloot zich aan. Zeven moorden Leerlingen uit de hoogste havo- en vwo-klassen van Jan Arentsz speelden de rollen van officier van justitie, advocaten, leden van een jury en verdachte Osewoudt. “Wij hoorden de tenlastelegging pas tijdens de zitting”, zegt Kraefft. “Osewoudt werd schuldig bevonden aan zeven moorden, dood door schuld en landverraad. De officier van justitie eiste de doodstraf. De jury trok zich even terug en kwam tot vrijspraak. Osewoudt heeft wel mensen gedood, maar dat waren vijanden en landverraders. Voor de moord op zijn vrouw, die hij ook zou hebben gepleegd, was volgens de jury niet genoeg bewijs. Het grappige is dat Tony en ik tot hetzelfde oordeel waren gekomen, alleen wat juridischer geformuleerd.” Rationeel oordeel De rechters hadden zich ook meer in de bedoeling van de schrijver verdiept, door naast het boek zelf wat randliteratuur te lezen. Kraefft: “Wij hadden het boek allebei voor ons eindexamen gelezen. Na het verzoek van de Alkmaarse school hebben we het herlezen. Dat zouden andere rechters ook moeten doen. Wij kijken altijd terug naar wat er is gebeurd en vellen daar een rationeel oordeel over. Als je dit boek leest, weet je dat dat beperkingen kent. Je kijkt mee met de hoofdpersoon, maar blijft toch achter met twijfels over feiten en motieven.”' |
29 november 2012 Drie jaar cel voor doodtrappen voetbalsupporter 'Amsterdam, 29 november 2012 – De amateurvoetballer die een 77-jarige supporter vorig jaar een dodelijke trap gaf, is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Dat heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald. Amateurvoetballer Silvester M. is volgens de rechtbank schuldig aan een daad van excessief geweld, die heeft geleid tot ernstig leed voor het slachtoffer en grote verslagenheid bij de nabestaanden. M. heeft het slachtoffer op 3 december 2011 met gestrekt been hard tegen de borstkas getrapt. Hierdoor is de milt van de supporter gescheurd en is ernstig bloedverlies ontstaan. Uiteindelijk is het slachtoffer op 4 januari 2012 aan de gevolgen daarvan overleden. De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmaat meegewogen dat de 33-jarige verdachte heeft gehandeld in een onmiddellijke impuls, waarbij hij kort tevoren niet wist dat hij dit zou doen en waarvan hij kort daarna grote spijt had. Bovendien is een dergelijke daad in zijn leven uitzonderlijk. Dat neemt echter niet weg dat M. verantwoordelijk is voor zijn daden. De rechtbank legt M. daarom een gevangenisstraf van drie jaar op wegens zware mishandeling met de dood tot gevolg. Aan de nabestaanden is een schadevergoeding toegekend.' |
29 november 2012 Vrijspraak voor actievoerders vliegbasis Volkel 'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft 23 verdachten vrijgesproken van ‘huisvredebreuk’ op vliegbasis Volkel. Twee van hen zijn wel veroordeeld voor het vernielen van een hek. Een 48-jarige man uit Den Haag kreeg daarvoor een geldboete opgelegd van 300 euro. Een 49-jarige Hagenaar moet 500 euro betalen. De 23 verdachten werden ervan verdacht dat zij in april 2010 het terrein van de vliegbasis Volkel wederrechtelijk zijn binnengedrongen. Dat terrein is in gebruik bij het ministerie van Defensie. De officier van justitielegde de verdachten -kort gezegd- huisvredebreuk ten laste (artikel 138 uit het wetboek van Strafrecht). De Hoge Raad heeft bepaald dat een erf dat bestemd is voor de openbare dienst, niet valt onder het betreffende wetsartikel. De vliegbasis Volkel is volgens de rechtbank een erf dat is bestemd voor de openbare dienst. Daarom kan het feit dat de officier van justitie de verdachten ten laste legde niet worden bewezen en spreekt de rechtbank de verdachten daarvan vrij.' |
29 november 2012 8 en 5 jaar gevangenisstraf voor verdachten Groninger HIV-zaken 'Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Arnhem arrest gewezen in het hoger beroep in de strafzaken tegen de verdachten Peter M. en Hans J., die er onder andere van beschuldigd worden andere mannen op door hen georganiseerde ‘seksfeesten’ te hebben ingespoten met het met HIV besmette bloed van verdachte Hans J. Het gerechtshof veroordeelt verdachte Peter M. tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht jaren en verdachte Hans J. tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. Eerdere verloop van de zaak De verdachten zijn bij vonnisvan de rechtbank Groningen van 12 november 2008 vrijgesproken van de primair tenlastegelegde gevallen van zware mishandeling dat is het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, maar wel veroordeeld voor diverse pogingen daartoe. Daarnaast zijn zij veroordeeld voor enkele Opiumwetdelicten en is Peter M. nog veroordeeld voor verduistering en het meermalen seksueel binnendringen van iemand die in staat van lichamelijke onmacht verkeert. Peter M. heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd gekregen voor de duur van negen jaar, Hans J. voor de duur van vijf jaar. In hoger beroep heeft het gerechtshof te Leeuwarden op 22 januari 2010 verdachten ter zake van voltooide zware mishandeling en een poging daartoe veroordeeld. Daarnaast zijn zij veroordeeld voor enkele Opiumwetdelicten en is Peter M. veroordeeld voor verduistering en het eenmaal binnendringen van iemand die in staat van lichamelijke onmacht verkeert. Aan Peter M. is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van twaalf jaren met aftrek en aan Hans J. van negen jaren met aftrek. Bij arrest van de Hoge Raad van 27 maart 2012 is het arrest van het hof vernietigd omdat het oordeel van het gerechtshof dat de gedragingen van de verdachte het bewezenverklaarde gevolg, de HIV-besmetting, ook daadwerkelijk en ten aanzien van ieder van de aangevers hebben bewerkstelligd niet toereikend gemotiveerd is. De Hoge Raad heeft de zaak naar het hof Arnhem verwezen, teneinde de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen. Causaliteit? Het hof stelt voorop dat de beantwoording van de vraag of causaal verband bestaat tussen de door de verdachte verrichte gedragingen – te weten het inspuiten/injecteren van hiv-besmet bloed – en de besmetting van de aangevers, dient te geschieden aan de hand van de maatstaf of die besmetting redelijkerwijs als gevolg van het inspuiten/injecteren van bloed aan de verdachte kan worden toegerekend. Voor het redelijkerwijs toerekenen van het gevolg aan (een gedraging van) de verdachte is ten minste vereist dat wordt vastgesteld dat dit gedrag een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid, alsmede dat ook aannemelijk is dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt. Daarbij kan worden betrokken in hoeverre aannemelijk is geworden dat andere, niet aan de gedraging van de verdachte gerelateerde oorzaken hoogstonwaarschijnlijk niet tot dat gevolg hebben geleid. De vraag of kan worden vastgesteld dat het gedrag van de verdachten een onmisbare schakel kan hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid, beantwoordt het hof positief. Wat betreft beantwoording van de vraag of ook aannemelijk is dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt, heeft het hof ten eerste gelet op de feiten en omstandigheden die er kort gezegd op neerkomen dat aangevers naast de seksuele contacten met verdachten ook dergelijke contacten hadden met anderen dan aangevers, bijvoorbeeld in gay-sauna’s of in het Stadspark te Groningen. Ten tweede heeft het hof gelet op de inhoud van de rapporten van de getuige-deskundigen die een onderzoek hebben ingesteld naar de genetische verwantschap tussen de virusvarianten van verdachte, de medeverdachten en de aangevers. Uit de inhoud van voornoemde rapportages en de ter terechtzitting afgelegde verklaringen van de getuige-deskundigen leidt het hof – kort samengevat – af dat over het moment van besmetting geen uitspraak kan worden gedaan, dat op basis van het onderzoek geen besmettingsrichting of –keten kan worden aangewezen en dat niet kan worden uitgesloten dat aangevers of onbekende derden de bron van de onderzochte infecties zijn. Concluderend is hof van oordeel dat niet hoogstonwaarschijnlijk is dat het bij aangevers geconstateerde zwaar lichamelijk letsel, te weten de HIV-besmetting, kan zijn veroorzaakt door een ander dan verdachte of zijn medeverdachten en op een andere wijze dan in de tenlastelegging is verwoord, zoals het hebben van onbeschermde seks door iemand die met HIV is besmet. Daarmee wordt de vraag of aannemelijk is dat het gevolg met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt, ontkennend beantwoord. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de genoemde omstandigheden de situatie mogelijk maken dat op het moment dat de tenlastegelegde gedragingen werden gepleegd – bijvoorbeeld een aangever injecteren met hiv-besmet bloed – deze aangever reeds (enige tijd tevoren) was besmet met een virusvariant uit hetzelfde cluster door een ander dan verdachte(n), dan wel kort daarna is besmet, omdat ook een injectie niet in alle gevallen tot een besmetting hoeft te leiden. Het hof spreekt verdachte dan ook vrij van de tenlastegelegde voltooide delicten, maar veroordeelt verdachten ten aanzien van de pogingen tot zware mishandeling, naast de Opiumwetdelicten en in geval van verdachte Peter M. de verduistering, tot in geval van Peter M. een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht jaren met aftrek en Hans J. tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek. Het voorarrest van Hans J. was in mei al door het gerechtshof opgeheven. Inmiddels is dat ook gebeurd ten aanzien van Peter M. omdat hij al twee derde van de opgelegde straf heeft uitgezeten.' |
28 november 2012 Inbreuk Samsung Galaxy op Apple patent 'Bepaalde Samsung Galaxy-smartphones en tablets maken inbreuk op een octrooi van Apple. De rechtbank Den Haag concludeert dat Samsung-telefoons en tablets met Android-besturingssysteem versie 2.2.1 tot 3.0 zonder blue flash update in strijd zijn met het patent EP868. Partijen zijn het er over eens dat telefoons en tablets die gebruik maken van Android-versie 3.0 en voorzien zijn van een blue flash update geen inbreuk op het patent maken. Samsung moet per direct stoppen met het maken van inbreuk op het Nederlandse deel van het patent en is veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Apple betalen. De hoogte hiervan is afhankelijk van de winst die er gemaakt is. Octrooi EP868 heeft, eenvoudig gezegd, betrekking op wijze van scrollen/bladeren in een fotogalerij op de smartphone of tablet. Apple is houder van het patent.' |
28 november 2012 Asielzoekers moeten tentenkamp opbreken 'De demonstrerende asielzoekers moeten hun tentenkamp aan de Notweg in Osdorp opbreken. Dat is het gevolg van de uitspraak van de rechtbank Amsterdam vandaag. De voorzieningenrechter is het met burgemeester Van der Laan eens dat er gezondheidsrisico’s bestaan en dat kan worden gevreesd voor wanordelijkheden. De burgemeester mag de demonstratie daarom verbieden. Op 25 september richtten 38 demonstranten een kamp met dertien tenten op om aandacht te vragen voor de uitzichtloze positie van uitgeprocedeerde asielzoekers. Inmiddels is het kamp uitgegroeid tot 25 tenten, waar 137 mensen verblijven. Op 16 november besloot de burgemeester dat de demonstratie beëindigd moet worden vanwege de risico’s voor de gezondheid en de vrees voor wanordelijkheden. De voorzieningenrechter, die vorige week zelf poolshoogte nam in het kamp, constateert dat de risico’s die de burgemeester schetst reëel zijn. Zo kan ongedierte worden aangetrokken door de onhygiënische omstandigheden en het aanwezige zwerfvuil en bestaat er overlast voor de omwonenden. Dergelijke bezwaren wegen zwaarder dan het recht op demonstratie, aldus de rechter.' |
20 november 2012 Amsterdamse marktmeester terecht ontslagen wegens aannemen steekpenningen 'Een marktmeester van het Amsterdamse stadsdeel Centrum is terecht ontslagen nadat hij steekpenningen had aangenomen van marktkooplieden. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep 19 november bepaald. De Raad heeft daarmee een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd. Politieonderzoek De politie Amsterdam-Amstelland is eind 2009 een onderzoek gestart naar zeven Amsterdamse marktmeesters die verdacht werden van het aannemen van steekpenningen. Op grond van dat politieonderzoek en advies van Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam is deze marktmeester in november 2010 voor straf ontslagen. Envelop De politie zag tijdens observaties op het Waterlooplein dat de marktmeester bij het scannen van de pasjes contant geld aannam van marktkooplieden, terwijl een standplaats sinds enige jaren uitsluitend met een pasje kan worden betaald. Vier marktkooplieden verklaarden dat zij de marktmeester extra geld betaalden in ruil voor een (goede) standplaats of een parkeerplaats. Bovendien vond de politie bij het doorzoeken van het kantoor van de marktmeesters enveloppen met contant geld. Vijf collega’s van de marktmeester verklaarden dat de envelop met de code ‘lotto zat’ de dagopbrengst bevatte van de op zaterdag opgehaalde steekpenningen. Zeer ernstig plichtsverzuim De marktmeester ontkent. Hij stelt dat de verklaringen van vier marktkooplieden onbetrouwbaar zijn, omdat die uit rancune zijn afgelegd. De Centrale Raad van Beroep vindt echter dat zijn schuld voldoende vaststaat. Dat er wel eens meningsverschillen zijn, maakt de verklaringen van de marktkooplieden niet ongeloofwaardig. Er zijn genoeg onderzoeksgegevens die hun verhaal bevestigen. De marktmeester heeft zich schuldig gemaakt aan zeer ernstig plichtsverzuim, vindt de Centrale Raad van Beroep. Dat rechtvaardigt oplegging van de zwaarste straf: ontslag. Geen hoger beroep Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep - de hoogste bestuursrechter op het gebied van onder meer ambtenarenrecht - is een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak geen hoger beroep instellen.' |
20 november 2012 Gevangenisstraf voor misbruiken meisjes 'Een 71-jarige man uit Naaldwijk is op 19 november veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, voor het seksueel misbruiken van twee jonge meisjes. De rechtbank in Den Haag heeft de man daarnaast een proeftijd van 5 jaar en bijzondere voorwaarden opgelegd. Ook moet hij de slachtoffers een schadevergoeding betalen. Achtergrond De ontuchtige handelingen vonden plaats in of bij de paardenstallen van de verdachte. De meisjes, toen 14 en 15 jaar oud, kwamen daar dagelijks om de paarden te verzorgen en er op te rijden. Verdachte chanteerde de meisjes om zijn ontuchtige handelingen te kunnen plegen. In de loop van de tijd werden de de seksuele handelingen steeds ernstiger. Hij heeft de grenzen van het toelaatbare steeds verder overschreden. De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie van staleigenaar. Hij wist hoe groot de liefde van de slachtoffers was voor paarden. Bijzondere voorwaarden De verdachte dient zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Verder mag hij op geen enkele wijze contact zoeken of onderhouden met de slachtoffers. Daarnaast mogen de paarden van de verdachte niet langer verzorgd worden door minderjarige meisjes en legt de rechtbank een verbod op de aanwezigheid van minderjarige meisjes in de stallen, behalve als ze familie zijn.' |
20 november 2012 Zwaardere straffen in hoger beroep voor strandrellen Hoek van Holland 'Drie van acht verdachten strandrellen Hoek van Holland krijgen in hoger beroep een zwaardere straf. Zeven verdachten zijn door het gerechtshof in Den Haag op 20 november 2012 veroordeeld wegens betrokkenheid bij de strandrellen in de nacht van 22 op 23 augustus 2009, één verdachte is vrijgesproken. Vier verdachten krijgen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden plus een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden opgelegd. Twee verdachten krijgen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 240 dagen (feitelijk zes maanden), waarvan 122 dagen voorwaardelijk. Er krijgen dus zes verdachten een gevangenisstraf die voor een deel onvoorwaardelijk is. Eén verdachte moet een onvoorwaardelijke taakstraf verrichten en krijgt daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf. Bovendien moet schadevergoeding aan betrokken agenten betaald worden. De rechtbank had aan drie verdachten een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd en aan de overige verdachten een combinatie van een werkstraf en een voorwaardelijke straf. Het hof is van oordeel dat hiermee in een aantal zaken niet volstaan kan worden en dat een zwaardere straf moet worden opgelegd. Het hof heeft de ernst en de omstandigheden van het feit afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van de verdachten. Het strandfeest “Veronica’s Sunset Grooves is totaal uit de hand gelopen. De groep waarvan de verdachten deel uitmaakten heeft de agenten opgedreven en met verschillende voorwerpen bekogeld. De agenten hebben daarbij voor hun leven gevreesd. Het hof acht het geweld dat tegen de politieagenten is gepleegd zodanig ernstig dat ten aanzien van zes verdachten een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf een passende reactie is.' |
20 november 2012 Korting op gehandicaptenvervoer niet onmiskenbaar onrechtmatig 'Gerechtshof Den Haag acht voorgenomen aanwijzing tot drastische korting op vergoeding gehandicaptenvervoer niet onmiskenbaar onrechtmatig. De staatssecretaris van Volksgezondheid heeft, als uitvloeisel van het Kunduz-akkoord, in juni een aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit aangekondigd, die ertoe strekt de aan de zorginstellingen vergoede kosten van gehandicaptenvervoer tot minder dan de helft te beperken. Daarop heeft de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland bij de voorzieningenrechter in dan Haag gevorderd dat deze de Staat verbiedt een dergelijke aanwijzing te geven. De voorzieningenrechter heeft die vordering eind juli afgewezen omdat hij de voorgenomen aanwijzing niet onmiskenbaar onrechtmatig achtte. Het gerechtshof Den Haag heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vandaag bekrachtigd, omdat het de voorgenomen aanwijzing evenmin onmiskenbaar onrechtmatig achtte. Van duidelijke strijd met de wet is naar het oordeel van het hof geen sprake. Dat bij de Wet marktordening gezondheidszorg kostendekkende tarieven als uitgangspunt zijn genomen, betekent niet dat de wet de staatssecretaris ertoe verplicht om, voordat zij haar voornemen bekend maakt, aan te tonen dat de in de aanwijzing op te nemen tarieven kostendekkend zijn. Aan de voorgenomen aanwijzing ligt onderzoek ten grondslag. Dat uit dat onderzoek niet volgt dat zeker is dat bij een zo sterke korting nog sprake is van kostendekkende tarieven, maakt de voorgenomen aanwijzing volgens het hof evenmin onmiskenbaar onrechtmatig. Het behoort tot de beleidsvrijheid van de staatssecretaris om bij de bepaling van de tarieven aan te sluiten bij de tarieven van die instellingen die volgens het onderzoek het vervoer het goedkoopst verrichten. Bij de uitvoering van de aanwijzing kunnen knelpunten worden aangekaart en opgevangen.' |
20 november 2012 Vijftien jaar gevangenisstraf vanwege dodelijk schietincident in Overvecht te Utrecht 'Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem een 27-jarige man uit Utrecht veroordeeld wegens het plegen van moord in de nacht van woensdag 12 januari 2011 te Utrecht. Het hof heeft verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaar opgelegd. De zaak In de nacht van dinsdag op woensdag 12 januari 2011 is in de wijk Overvecht op de kruising van de Rapenburchdreef en de Theemsdreef vier maal met een vuurwapen gericht geschoten op het ongewapende slachtoffer, die in zijn auto zat met nog draaiende motor. De 29-jarige Surinaamse man uit Nieuwegein is tweemaal in zijn hoofd en tweemaal in zijn borststreek geraakt, als gevolg waarvan hij bijna direct is overleden. Bij de rechtbank De rechtbank in Utrecht heeft verdachte bij vonnisvan 30 januari 2012 (BV2134), gelijk de eis van de officier van justitie, voor moord een gevangenisstraf van vijftien jaar opgelegd. Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld. Het hoger beroep De advocaat-generaal heeft wederom voor moord een gevangenisstraf van vijftien jaar geëist. De verdachte heeft ook in hoger beroep het feit ontkend en hij heeft het vermoeden uitgesproken dat een ander de dader zou kunnen zijn geweest. Het hof verwerpt het verweervan de verdediging als niet onderbouwd en niet aannemelijk. De bewijsmiddelen wijzen overtuigend in de richting van verdachte als de schutter. Zo is vastgesteld dat verdachte tot kort voor de moord sms- en belcontact met het slachtoffer heeft gehad en dat hij met hem had afgesproken in de buurt van de woning van verdachtes moeder, waar hij verbleef. Bovendien is op één van de in en bij de auto gevonden hulzen een incompleet DNA-profiel gevonden dat overeenkomt met het DNA van verdachte. De voorbedachte raad leidt het hof onder meer af uit het gegeven dat verdachte met het slachtoffer een afspraak heeft gemaakt en dat hij gewapend naar de afgesproken plaats is gegaan, gecombineerd met het verstrijken van een aantal minuten na het laatste telefonische contact tot de moord en het resultaat van forensisch onderzoek, waarbij geen sporen zijn aangetroffen van verzet of een handgemeen. Het hof heeft vanwege de ernst van het feit dezelfde straf opgelegd als de rechtbank, waarbij is gelet op straffen in vergelijkbare zaken en op de nog jeugdige leeftijd van verdachte, die niet eerder is veroordeeld.' |
19 november 2012 4 jaar gevangenisstraf voor poging doodslag in De Lier 'Een 25-jarige man uit De Lier is door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag van een andere man. Verdachte heeft het slachtoffer meermalen tegen het hoofd en het lichaam geschopt terwijl deze weerloos op de grond lag. De rechtbank spreekt de man vrij van poging tot moord omdat niet aannemelijk is geworden dat verdachte doelbewust en rustig heeft gehandeld. Uit de verklaringen van getuigen blijkt weliswaar dat verdachte tot twee keer toe om een busje loopt, weer terug komt en het slachtoffer tegen lichaam en hoofd schopt, maar dit lijkt meer te passen bij drift en boosheid dan bij rustig en weloverwogen handelen. Verdachte en het slachtoffer bevonden zich op zondag 22 juli 2012 in een café in De Lier. Volgens verdachte was het slachtoffer dronken, erg vervelend en agressief naar hem toe, onder meer door bier naar hem toe te gooien. De rechtbank stelt dat zelfs als het verhaal van verdachte klopt, het niet een dusdanige agressieve (re)actie rechtvaardigt.' |
16 november 2012 Vrijspraak voor verkopen schadelijke xtc pillen 'Een 24-jarige man is in hoger beroep vrijgesproken van het opzettelijk verkopen van schadelijke xtc-tabletten met stoffen die schadelijk zijn voor het leven of de gezondheid, te weten de stoffen PMMA en MDMA. Hij zou hebben geweten van dat schadelijke karakter en zou dit hebben verzwegen. Na gebruik van deze pillen is op 30 maart 2011 een vrouw uit Sittard overleden. Op 29 maart 2011 heeft de vrouw in een tijdsbestek van ongeveer twaalf uur een tiental xtc-tabletten en amfetamine ingenomen om de verloving met haar vriend te vieren. De vriend van de vrouw had de xtc-tabletten en amfetamine eerder van de man gekocht. Toxische werking PMMA De stof PMMA is een relatief nieuwe stof. In tegenstelling tot de rechtbank, vindt het hof dat er nog onvoldoende bekend is over de te verwachten effecten na inname van meerdere samengestelde xtc-tabletten met PMMA en MDMA. Hoeveelheid xtc-tabletten Volgens deskundigen is het innemen van tien tabletten veel en geen standaardhoeveelheid. Het hof vindt daarom dat de man er geen rekening mee kon houden dat het slachtoffer deze hoeveelheid tabletten in combinatie met amfetamine zou gebruiken. Op 27 februari 2012 veroordeelde de rechtbank Maastricht de man tot een gevangenisstraf van acht jaar voor het voorhanden hebben van harddrugs en het dealen in pillen met daarin PMMA en MDMA, wetende dat die pillen schadelijk zijn voor het leven of de gezondheid en dat schadelijke karakter verzwijgende (artikel 174 Sr).' |
15 november 2012 8 jaar cel voor dodelijke schietpartij in Tilburg 'Een 24-jarige Tilburger is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar voor het doodschieten van de belager van zijn vriendin en voor het aanwezig hebben van een wapen en munitie. De schietpartij vond plaats in de ochtend van nieuwjaarsdag 2011 op het Pater van den Elsenplein in Tilburg. Niet strafbaar voor neerslaan Het slachtoffer had al geruime tijd de vriendin van de verdachte lastig gevallen en bedreigd. In de bewuste oudejaarsnacht had hij haar opnieuw, telefonisch bedreigd. Hij zag dat het slachtoffer zijn vriendin belaagde. Hij hield er - gelet op ervaringen met het slachtoffer uit het verleden – rekening mee dat het slachtoffer een vuurwapen bij zich kon hebben. Hij heeft vervolgens het slachtoffer neergeslagen. Op dat moment zag hij dat het slachtoffer inderdaad een vuurwapen in zijn hand had. Het hof acht de verdachte, in tegenstelling tot de rechtbank en het Openbaar Ministerie, niet strafbaar voor het neerslaan van het slachtoffer, omdat hij zijn vriendin wilde beschermen (noodweer). Wel strafbaar voor doodschieten De verdachte heeft op enig moment het vuurwapen afgepakt en het slachtoffer - dat weerloos met ernstig hoofdletsel op de grond lag - in zijn buik geschoten. Als gevolg daarvan is het slachtoffer overleden. De dreigende situatie van daarvoor was verdwenen, dus er was geen sprake meer van noodweer. Dat de man door een hevige gemoedsbeweging als gevolg van het voorafgaande incident heeft geschoten (noodweerexces) acht het hof ook niet aannemelijk. Doodslag De rechtbank veroordeelde de man in januari 2012 voor moord en zware mishandeling. Volgens het hof is er geen sprake van moord, omdat niet kan worden bewezen dat de man rustig heeft nagedacht voor hij schoot. Het hof veroordeelt de man daarom voor doodslag en het aanwezig hebben van een wapen en munitie. ' |
15 november 2012 Maximum jeugdstraffen in zaak Winsie: vragen en antwoorden 'De Arnhemse rechtbank heeft deze week een 16-jarig meisje en een 18-jarige jongen veroordeeld wegens het uitlokken van moord op de 15-jarige Winsie uit Arnhem. Zij hebben een 14-jarige jongen ertoe aangezet Winsie te doden omdat zij kwaad had gesproken over het nu veroordeelde meisje, dat ooit haar hartsvriendin was. De rechtbank koos voor toepassing van het jeugdstrafrecht, terwijl ook volwassen straffen opgelegd hadden kunnen worden. Hoe zit dat? Waarom zijn de straffen veel lager uitgevallen dan het OM eiste? De officier van justitievond vijf jaar gevangenisstraf en tbs op zijn plaats voor uitlokking van de moord, die de samenleving ernstig heeft geschokt. De rechtbank koos echter voor toepassing van het jeugdstrafrecht en legde twee jaar jeugddetentie op, plus drie jaar PIJ-maatregel – ook wel jeugd-tbs genoemd – waarvan een jaar voorwaardelijk. Die maatregel kan zo nodig nog twee keer worden verlengd met twee jaar. Jongeren van 12 tot 18 jaar vallen in principe onder het jeugdstrafrecht; toepassing van het algemene strafrecht is de uitzondering. Het uitgangspunt van jeugdstrafrecht is dat de hersenen van jongeren nog volop in ontwikkeling zijn. Daardoor hebben ze minder inzicht in gevaar dat ze kunnen veroorzaken, maar zijn ze nog wel goed bij te sturen. In het jeugdstrafrecht is behandelen dan ook belangrijker dan straffen. In welke gevallen kunnen minderjarigen als volwassenen worden bestraft? Als ze 16 of 17 jaar waren toen ze het misdrijf pleegden – wat in deze zaak het geval is - en als de rechtbank daar aanleiding toe ziet vanwege de ernst van het gepleegde misdrijf, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Vond de rechter de feiten in dit geval niet ernstig genoeg? Jawel, de rechtbank spreekt van een uitzonderlijk ernstig en schokkend strafbaar feit met onbeschrijfelijke gevolgen voor de nabestaanden en heeft daarom de maximum jeugdstraf opgelegd. De ernst van het misdrijf en de omstandigheden zouden de keuze voor het volwassenenstrafrecht zonder meer rechtvaardigen, vindt de rechtbank. Waarom zijn de daders dan toch volgens het jeugdstrafrecht veroordeeld? Met het oog op het derde criterium: de persoon van de dader. Beide jongeren hebben ernstige psychische problemen en dreigen een persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen. Daar is volgens deskundigen nu nog iets aan te doen, maar dan moet er wel snel worden ingegrepen. In een jeugdinstelling wordt al tijdens de gevangenisstraf met de behandeling gestart. Ook de ouders kunnen daarbij worden betrokken, wat volgens de rechtbank bij beide daders noodzakelijk is. Dat is in een tbs-kliniek niet mogelijk. Bovendien begint een volwassen tbs-behandeling pas na de gevangenisstraf, terwijl snelheid juist geboden is. De rechtbank wil met de oplegging van de jeugdstraffen niets afdoen aan het verlies en het verdriet van de nabestaanden, aldus het vonnis. ‘Dit verlies kan op geen enkele wijze gecompenseerd worden, ook niet door het strafrecht. Hier is het strafrecht ook niet alleen voor bedoeld. Bij toepassing van het strafrecht moet recht worden gedaan aan de samenleving, de slachtoffers en ook aan de verdachte’.' |
14 november 2012 Celstraf voor malafide wijnhandel 'Twee mannen en een vrouw die beleggers in wijn hebben opgelicht, moeten de gevangenis in. De rechtbank Amsterdam heeft de verdachten in de zaak Bordeaux Advisory veroordeeld tot respectievelijk drieënhalf jaar, twintig maanden en achttien maanden celstraf. De rechtbank acht bewezen dat zij een groot aantal beleggers in wijn voor soms aanzienlijke bedragen hebben opgelicht. Gladde brochures De mannen spiegelden beleggers bij de aankoop van wijn met fraaie brochures en gladde verkooppraatjes hoge rendementen voor. Daarbij gaven ze de garantie dat beleggers de wijn weer konden terugverkopen aan Bordeaux Advisory of een speciaal daarvoor opgericht fonds. Zij zouden dan het inleggeld terugkrijgen. Van meet af wisten de oplichters echter dat daarvoor onvoldoende geld beschikbaar was. Geld verdwenen In totaal hebben beleggers in de periode van 2002 tot 2007 voor ruim negentien miljoen euro aan wijn gekocht. De curator in het faillissement van Bordeaux Advisory heeft de in een depot in Frankrijk aangetroffen wijn echter maar voor een half miljoen euro kunnen verkopen. Hoewel de beleggers werd voorgehouden dat het door hen ingelegde geld in wijn zou worden gestoken, is het voor een groot deel verdwenen, vooral omdat de oplichters beleggers een veelvoud van de werkelijke waarde lieten betalen voor de wijn. Geruïneerd Van de winsten die de betrokkenen bij de oplichting hebben weggesluisd, is vooralsnog niet veel achterhaald. Beleggers zijn door dit alles soms hun hele spaargeld of pensioen kwijtgeraakt. Een aantal van hen is totaal geruïneerd en velen ondervinden aanzienlijke ellende als gevolg van de grote verliezen. De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat alleen een gevangenisstraf aan de omvang van de oplichting en de gevolgen voor de slachtoffers recht doet. Daarnaast heeft zij de hoofdverdachte veroordeeld tot vergoeding van schade aan een aantal beleggers.' |
13 november 2012 Drie veroordelingen tot gevangenisstraffen voor mensenhandel 'Twee mannen en een vrouw zijn door het gerechtshof in Den Haag op 13 november 2012 veroordeeld tot gevangenisstraffen voor mensenhandel. Het Haagse hof acht bewezen dat ze gezamenlijk twee meisjes van 16 jaar er toe gebracht hebben om prostitutie- en escortwerkzaamheden te verrichten. De opbrengsten hieruit moesten de meisjes grotendeels aan de verdachten afstaan. De strafbare feiten hebben plaatsgevonden in de periode van augustus 2009 tot en met augustus 2010 in Rotterdam en omgeving. De twee slachtoffers verrichtten de werkzaamheden veelal onder invloed van verdovende middelen. Een 25-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor het meermalen plegen van mensenhandel samen met anderen. De strafbare feiten hebben zich voor een groot deel afgespeeld in de woning van deze verdachte. De rechtbank in Rotterdam legde in eerste aanleg dezelfde straf op. Een 65-jarige man is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk voor het meermalen plegen van mensenhandel samen met anderen en het met anderen vanuit zijn woning verstrekken van heroïne en cocaïne. De Rotterdamse rechtbank legde in eerste aanleg een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De 20-jarige vrouw is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van in totaal 20 maanden voor het meermalen plegen van mensenhandel samen met anderen. De twee slachtoffers waren haar schoolgenootjes. De vrouw heeft de beide meisjes uitgenodigd in de woning van haar partner, de 25-jarige verdachte, en hen overgehaald om in de prostitutie te gaan werken. Deze verdachte kreeg van de rechtbank in Rotterdam een gevangenisstraf van in totaal 30 maanden opgelegd. Het hof heeft de straf van de vrouw gematigd, omdat zij voor een deel van de feiten minderjarig was, haar leven een wending ten goede heeft genomen en zij moeder is van twee jonge kinderen.' |
13 november 2012 Celstraffen voor grootschalige BTW-fraude in handel tweedehands auto’s 'De rechtbank Maastricht heeft op 13 november 2012 negen verdachten veroordeeld die zich jarenlang schuldig hebben gemaakt aan grootschalige BTW-fraude in de handel in tweedehands auto’s. De verdachten zijn veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen variërend van 10 maanden tot 5 jaar. Stromannen De verdachten hebben gebruik gemaakt van allerlei schijnconstructies zoals zogeheten plofbedrijven met nietsvermoedende zaaksvoerders, stromannen in ondernemingen en valse facturen. Elk van de verdachten had daarbij zijn eigen rol, variërend van directeur van één of meer bedrijven tot stroman en administrateur. Plofbedrijven Op slinkse wijze is gebruik gemaakt van diverse buitenlandse plofbedrijven en valse bescheiden. Daardoor konden hoofdzakelijk in het buitenland aangekochte auto’s uit het zicht van de Belastingdienst verdwijnen. Door deze werkwijze werd zwarte winst gemaakt en wordt de (internationale) markt van de autohandel ontwricht omdat sprake is van oneerlijke concurrentie. Belastingmoraal Door het niet doen van een juiste aangifte omzetbelasting is de Belastingdienst bovendien niet in staat geweest de juiste belastingverplichtingen vast te stellen en aanslagen op te leggen. De goede werking van het systeem voor de heffing van omzetbelasting staat of valt bij de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van facturen. Dit systeem wordt door de frauduleuze praktijken van verdachten volledig ondergraven. Dit doet afbreuk aan de belastingmoraal en brengt de overheid en daarmee de hele samenleving nadeel toe. Celstraf Het handelen van verdachten was duidelijk gericht op geldelijk gewin. Door de transacties van verdachten zijn grote sommen geld aan niet betaalde omzetbelasting aan de Staat der Nederlanden onttrokken. De verdachten zijn voor de bewezen verklaarde feiten (valsheid in geschrift, het doen van onjuiste belastingaangiftes) en hun aandeel in de criminele organisatie(s) veroordeeld tot celstraffen vanaf 10 maanden tot 5 jaar.' |
12 november 2012 Celstraf, werkstraf en rijontzegging voor dodelijke 'taxirit' 'De militaire kamer heeft een man uit Terneuzen veroordeeld tot 1 maand onvoorwaardelijke gevangenisstraf, 240 uur werkstraf en 3 jaar rijontzegging voor het veroorzaken van een dodelijk ongeluk. Daarnaast is hem nog een half jaar voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Taxi De man, destijds militair, had het op zich genomen om, als een ’taxi’, 5 voor hem onbekende mannen die uit waren geweest tegen betaling naar huis te brengen. De militair verkeerde echter zelf onder invloed van alcohol en reed, naar het oordeel van de militaire kamer, zeer onvoorzichtig. In een bocht is de auto geslipt en is de militair de macht over het stuur verloren. De auto is vervolgens met grote snelheid tegen een aantal bomen gebotst. Eén van de inzittenden, een man van 20 jaar oud, is uit de auto geslingerd en verongelukt. Vertrouwen De militaire kamer rekent het de man zwaar aan dat hij het vertrouwen dat in hem was gesteld om 5 jongemannen na het uitgaan veilig naar huis te brengen met zijn rijgedrag en voorafgaande alcoholgebruik ernstig heeft geschaad. Voor de inzittenden en voor de nabestaanden van de omgekomen man zijn de gevolgen verschrikkelijk, zoals ook is gebleken uit de slachtofferverklaring van de vader van de omgekomen 20 jarige. Ernstige fout De militaire kamer heeft er rekening mee gehouden dat de man na afloop steeds blijk heeft gegeven van groot berouw. En dat het door hem veroorzaakte maar evenmin gewilde ongeluk ook op hem grote psychische impact heeft gehad. Daarnaast is hij hierdoor zijn baan als militair kwijtgeraakt en hij is niet eerder voor soortgelijke feiten met justitie in aanraking gekomen. Toch kan slechts een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf naar het oordeel van de militaire kamer recht doen aan de ernst van de fout van de man en de verschrikkelijke gevolgen daarvan. Eis De opgelegde straf wijkt af van de eis van de officier van justitiein de zin dat naast de rijontzegging geen werkstraf en geen voorwaardelijke gevangenisstraf was geëist maar een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf, van 7 maanden.' |
12 november 2012 Maximale jeugdstraf in zaak Winsie 'De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachten schuldig zijn aan medeplegen van uitlokking van de moord op Winsie. Beide verdachten worden veroordeeld tot 24 maanden jeugddetentie met aftrek van de tijd die de verdachten al vastzitten. Daarnaast vindt de rechtbank het van belang dat de verdachten worden behandeld en zal de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) opleggen. Deze maatregel duurt drie jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Moord op Winsie uitgelokt Het opzettelijk uitlokken van de moord blijkt uit de handelingen die zijn verricht door beide verdachten zoals het benaderen van de uiteindelijke moordenaar, het bij hem aandringen Winsie te doden en het hem voorzien van de benodigde informatie. Het was beide verdachten daarbij ook steeds duidelijk dat het om het doden van Winsie ging. Uiteindelijk is Winsie ook gedood. Samen hebben verdachten de moord bedacht en voorbereid, waarbij ieder een eigen bijdrage had. Zo is er geld geboden en zijn er beloften gedaan. Toepassing jeugdstrafrecht De verdachten waren toen het feit werd gepleegd beiden minderjarig. Het uitgangspunt is dan dat zij volgens het minderjarigenstrafrecht worden berecht. Gelet op hun leeftijd, was het ook mogelijk geweest om het volwassenenstrafrecht toe te passen. De ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit gepleegd is, zouden toepassing van het volwassenenrecht op zichzelf rechtvaardigen. De rechtbank heeft hier gelet op de persoon van de verdachten niet voor gekozen. Bij beide verdachten is sprake van een dreigende persoonlijkheidsstoornis en beide verdachten functioneren op een lager dan gemiddeld sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau. De deskundigen die de verdachten hebben onderzocht, zien goede behandelmogelijkheden als nú met de behandeling wordt begonnen. De deskundigen willen bovendien dat de ouders van de verdachten bij de behandeling worden betrokken. Dit kan allemaal worden gerealiseerd als de verdachten in een jeugdinstelling worden geplaatst. Dit heeft voor de rechtbank de doorslag gegeven om te kiezen voor toepassing van het jeugdrecht. Strafoplegging Verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan een uitzonderlijk ernstig strafbaar feit. Dat vriendschap tussen twee jonge meisjes kan omslaan in diepe haat en uiteindelijk tot uitlokking van moord kan leiden, is schokkend en nauwelijks te bevatten. De gevolgen voor de nabestaanden zijn onbeschrijfelijk. De schok in de samenleving is enorm. De beide verdachten hebben in de lange aanloopperiode meerdere keren de gelegenheid gehad zich te bezinnen en af te zien van het plan. Dit hebben zij niet gedaan. Alles bij elkaar opgeteld vindt de rechtbank alleen de maximale straf passend. Zij veroordeelt de verdachten tot 24 maanden jeugddetentie en legt hen de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) op. De vorderingen van de vader van Winsie worden toegewezen tot een bedrag van ruim 18.000 euro. Op 3 september werd een 15-jarige jongen al veroordeeld tot de maximale straf voor de moord op Winsie en poging tot doodslag op haar vader.' |
9 november 2012 Gemeente moet opnieuw besluiten over gebruik diverse parkeerterreinen nabij Eindhoven Airport 'De gemeente Eindhoven besliste te laat op een aanvraag van Euro-Parking over de exploitatie van parkeerplaatsen in de omgeving van Eindhoven Airport en was niet bevoegd de exploitant een dwangsom op te leggen. Over twee van de vier aanvragen van parkeerbedrijf Masters in Parking vlakbij de luchthaven moet de gemeente een nieuw besluit nemen. Dat heeft de rechtbank ’s-Hertogenbosch vandaag bepaald. Zaak Euro-Parking De gemeente Eindhoven heeft in 2011 geweigerd aan Euro-Parking BV een vergunning te verlenen voor het exploiteren van parkeerplaatsen aan de Luchthavenweg 24, omdat dit in strijd is met het bestemmingsplan. Daarnaast legde de gemeente het bedrijf vorig jaar een dwangsom van 66.000 euro op voor het aanbieden van parkeerplaatsen op de buiten de door Eindhoven Airport geëxploiteerde parkeerterreinen. De gemeente verklaarde de bezwaren van de exploitant ongegrond. Euro-Parking stapte vervolgens naar de bestuursrechter. Volgens de rechtbank is het bedrijfsmatig aanbieden van parkeerplaatsen op die locatie strijdig met het bestemmingsplan. De gemeente heeft kort gezegd echter te laat een beslissing genomen over de gevraagde vergunning en dat heeft als gevolg dat de gemeente niet bevoegd was de vergunning te weigeren. De rechtbank stelt dat de vergunning voor de exploitatie van parkeerplaatsen op die locatie daarmee automatisch wordt verleend. Door deze situatie is er concreet zicht op legalisatie. Dat betekent dat de gemeente een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van de exploitant over de opgelegde dwangsom. De rechtbank heeft de dwangsom geschorst tot en met zes weken daarna. Zaak Masters in Parking Masters in Parking diende vorig jaar bij de gemeente Eindhoven een verzoek in om vier terreinen aan de Luchthavenweg 53 en 67, Jan Olieslagerweg 4 en de Henri Wijnmalenweg 7 in gebruik te nemen als parkeerterrein voor reizigers van de luchthaven. In een tussenuitspraak op 8 juni jl. (LJN BW7877) bepaalde de bestuursrechter dat de gemeente onvoldoende had gemotiveerd waarom zij de aanvragen niet in behandeling had genomen. De gemeente kreeg toen de gelegenheid het besluit beter te motiveren. Voor de percelen aan de Jan Olieslagerweg en de Henri Wijnmalenweg is de rechtbank van oordeel dat de aanvullende motivering nog steeds ontbreekt. Volgens de rechtbank heeft de gemeente onvoldoende uitgelegd waarom deze twee aanvragen van Masters in Parking niet in behandeling zijn genomen. Dat betekent dat de gemeente over die twee bezwaren een nieuw besluit moet nemen. De rechtbank oordeelt kort gezegd dat de gemeente wel voldoende gemotiveerd heeft waarom de aanvragen voor de parkeerterreinen aan de Luchthavenweg niet in behandeling zijn genomen.' |
8 november 2012 Beroepen tegen regulering gastransporttarieven vanaf 2006 ongegrond 'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 8 november 2012 uitspraak gedaan in beroepen van de Vereniging voor Energie Milieu en Water (VEMW), Energie Nederland en Gasuniedochter Gas Transport Services (GTS), tegen besluiten van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). NMa bepaalde in die besluiten alsnog de methode voor het vaststellen van de gastransporttarieven voor de periode 2006-2013. Belangrijk geschilpunt was de waardering van de activa van GTS per 1 januari 2006. NMa bepaalde deze “start-GAW” op 4,8 miljard euro met een afschrijvingstermijn voor pijpleidingen van 55 jaar. Volgens VEMW en Energie Nederland had dit 0,9 miljard (de boekwaarde) en 20 jaar moeten zijn. Zij menen dat NMa heeft gehandeld in strijd met de Europese gasverordening. Het CBb oordeelde dat NMa bij het kiezen van de methode voor het bepalen van de start-GAW en de afschrijvingstermijn beoordelingsruimte heeft. Voor het bepalen van de waarde van activa bestaan meerdere aanvaardbare methoden. Door te kiezen voor waardebepaling aan de hand van geïndexeerde historische uitgaven met een afschrijvingstermijn van 55 jaar is NMa binnen haar beoordelingsruimte gebleven. De gasverordening staat de keuze van NMa toe. GTS meende juist dat de start-GAW om een aantal redenen te laag was vastgesteld, maar ook zij kreeg geen gelijk van het CBb. Daarnaast oordeelde het CBb over de kosten van GTS bij het begin van de regulering in 2006, over de methode tot berekening van de vermogenskosten-vergoeding en het redelijk rendement en over de vraag of bepaalde operationele kosten in de tarieven mochten worden verwerkt. Alle beroepen zijn ongegrond verklaard.' |
7 november 2012 RTL mag programma over overleden Nicole van den Hurk uitzenden 'Omroep RTL mag het programma "Praten met de Doden" waarin aandacht wordt besteed aan Nicole van den Hurk uitzenden. Dat heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald. De vader van de in 1995 om het leven gebrachte Nicole had een uitzendverbod gevraagd van het programma, waarin Derek Ogilvie contact zegt te leggen met overleden personen. De rechter vindt het echter niet zonder meer ongepast om aandacht te besteden aan een overleden persoon in een entertainend televisieprogramma. Ook is er geen sprake van schending van de privacy van de vader, omdat zijn mogelijke betrokkenheid bij de dood van Nicole geen onderwerp is in de uitzending. Dat de uitzending voor de vader mogelijk pijnlijk is, vindt de rechter geen reden voor een verbod: zware psychische en/of andere schade is niet bij voorbaat aannemelijk geworden. De vader heeft bovendien ook zelf de publiciteit gezocht. De rechter deed uitspraak nadat de beide partijen zelf geen overeenstemming konden bereiken tijdens een eerdere rechtszitting. De vader moet de kosten van het geding van meer dan duizend euro betalen.' |
7 november 2012 Verkoop ‘op stam’ is schijnhandeling 'Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag uitspraak gedaan in 54 min of meer gelijke belastingzaken van Noord-Brabantse en Limburgse tuinders. Het hof komt tot de conclusie dat al deze tuinders de opbrengst van de geoogste producten zelf hebben ontvangen en daarover belasting moeten betalen. Daarnaast zijn ze ook een boete verschuldigd. Deze wordt wel verlaagd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Schijnhandeling In deze zaken stellen de tuinders dat zij de geteelde producten niet zelf hebben geoogst, maar dat voor ze die voortijdig (‘op stam’) hebben doorverkocht aan een Poolse vennootschap. Dit zou blijken uit overeenkomsten die zij onderling hierover hebben gesloten. De producten zijn vervolgens geoogst door Poolse arbeiders. Daarna zijn ze doorverkocht aan de veiling en andere afnemers. Dit gebeurde voor een hogere prijs dan het bedrag dat de Poolse vennootschap aan de tuinders heeft betaald. Belasting over de gehele opbrengst Het hof oordeelt dat de tuinders hun oogsten niet hebben verkocht aan de Poolse vennootschap. Het sluiten van de overeenkomsten is een schijnhandeling geweest. De tuinders hebben zelf de volledige opbrengst van de verkoop van hun producten ontvangen en zijn daarom over de gehele opbrengst belasting verschuldigd.' |
7 november 2012 Heerlen mag doorgaan met herstructurering van 'Maankwartier' 'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (7 november 2012) het bestemmingsplan 'Maankwartier' van de gemeente Heerlen in stand gelaten. Dit betekent dat het bestemmingsplan definitief is geworden en dat het stationsgebied in Heerlen kan worden geherstructureerd. NSI Winkels B.V. en Corio Nederland B.V. waren tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Raad van State. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk. Bezwaren NSI, dat eigenaar is van winkelcentrum 't Loon in Heerlen, vindt dat er geen behoefte is aan nieuwe winkel- en kantoorpanden en vreest leegstand in het gebied als deze nieuwe panden worden bijgebouwd. Volgens het bedrijf is het bestemmingsplan bovendien economisch en financieel niet uitvoerbaar. Corio Nederland is eigenaar van het Corio Center, dat recht tegenover het stationsgebied ligt. Dit bedrijf vreest dat door de ligging van het nieuwe station minder mensen het Corio Center zullen bezoeken. Transformatie De Raad van State heeft de bezwaren van beide bedrijven ongegrond verklaard. 'De gemeenteraad heeft de politiek-bestuurlijke afweging kunnen maken dat een doorslaggevend gewicht toekomt aan de transformatie van het verouderde en gefragmenteerde stationsgebied naar een gebied met kwalitatief goede winkel- en horecavoorzieningen en een hoogwaardig werk- en woonmilieu', aldus de hoogste bestuursrechter. Maankwartier Het 'Maankwartier' omvat een nieuw station met bijbehorende voorzieningen, kantoren, klein- en grootschalige detailhandel, ongeveer 110 woningen, een hotel en een horeca/congresvoorziening in het stationsgebied van Heerlen. Daarnaast komen er ondergrondse parkeervoorzieningen.' |
7 november 2012 Vragen Raad van State aan Hof van Justitie over verbreding A2 Den Bosch-Eindhoven 'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de zaak over het tracébesluit A2 's-Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Het tracébesluit van de minister van Infrastructuur en Milieu maakt de verbreding mogelijk van rijksweg A2 tussen de aansluiting Veghel op de A2 en de aansluiting Ekkersrijt op de A58. De Raad van State wil van het Hof in Luxemburg uitleg over de Europese Habitatrichtlijn. Vragen De Raad van State ziet zich voor de vraag gesteld of de wegverbreding de 'natuurlijke kenmerken' aantast van het nabijgelegen Natura 2000-gebied 'Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek'. Vaststaat dat de verbreding van de A2 als gevolg van de stikstofuitstoot negatieve gevolgen heeft voor de beschermde blauwgraslanden in het Natura 2000-gebied. Omdat het tracébesluit eveneens voorziet in de aanleg van nieuwe blauwgraslanden in datzelfde gebied, wil de hoogste bestuursrechter van het Hof in Luxemburg weten of in dat geval ook sprake is van een aantasting van de natuurlijke kenmerken. Geen voorlopige voorziening De Raad van State heeft besloten het tracébesluit niet te schorsen in afwachting van een definitieve uitspraak in deze zaak. De Raad van State is er niet van overtuigd dat het gebruik van de weg in deze periode een zodanig kwaliteitsverlies van de blauwgraslanden in het Bossche Broek en de Moerputten tot gevolg heeft dat deze niet meer omkeerbaar is. Daarbij is van belang geacht dat uit onderzoek is gebleken dat 'mogelijkerwijs een kleine versnelling van het kwaliteitsverlies' optreedt bij de blauwgraslanden in de Moerputten als de verbrede weg in gebruik wordt genomen. Uit het onderzoek is ook gebleken dat de kwaliteit van de blauwgraslanden in het Bossche Broek goed is. Het feit dat de Raad van State het tracébesluit niet heeft geschorst, laat onverlet dat het aan de minister is om te bepalen of in deze tussenliggende periode gebruik mag worden gemaakt van de extra rijstroken. Overige beroepsgronden Omwonenden van het tracé en verschillende organisaties, waaronder Stichting Overlast A2, hadden tegen het tracébesluit bezwaren ingediend op het gebied van verkeersgegevens, tracékeuze, geluid, luchtkwaliteit en veiligheid. Nagenoeg alle bezwaren kunnen naar het oordeel van de Raad van State niet slagen. Procedure De behandeling van de beroepszaak bij de Raad van State wordt aangehouden in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Dit duurt naar verwachting ongeveer een jaar tot anderhalf jaar. Daarna zal de Raad van State de behandeling voortzetten en een definitieve uitspraak doen in deze zaak. Wegverbreding Het tracébesluit A2 's-Hertogenbosch-Eindhoven maakt het mogelijk de A2 tussen de aansluiting Veghel op de A2 en de aansluiting Ekkersrijt op de A58 te verbreden van tweemaal twee naar tweemaal drie rijstroken. Met de verbreding wil de minister op dit traject de files terugdringen en het verkeer op de A2 en de vernieuwde rondweg van 's-Hertogenbosch en de randweg van Eindhoven beter laten doorstromen.' |
6 november 2012 Hof Den Haag gelast beperkt getuigenverhoor in zaak Alphens schietincident 'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 6 november 2012 in hoger beroep uitspraak gedaan in een zaak, waarin twee slachtoffers van het schietincident te Alpen aan den Rijn hebben verzocht een voorlopig getuigenverhoor te houden. Zij willen door het horen van getuigen kunnen beoordelen of zij bepaalde partijen voor de door hen geleden schade aansprakelijk kunnen stellen. Het gerechtshof heeft dat verzoek voor een deel toegewezen. Op 9 april 2011 heeft zich te Alphen aan den Rijn een schietincident in en rond winkelcentrum de Ridderhof voorgedaan. Daarbij heeft Tristan van der V. door het afschieten van in zijn bezit zijnde vuurwapens zeven personen (waaronder zichzelf) gedood en zestien anderen verwond. Twee slachtoffers van het schietincident (hierna: verzoekers) hebben een verzoek ingediend tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Door het houden van een voorlopig getuigenverhoor kunnen personen als verzoekers, nog voordat een procedure aanhangig is, nagaan of er voldoende bewijs is om een of meer partijen voor de geleden schade aansprakelijk te stellen. De verzoekers hebben het voornemen de Staat, de ouders van Tristan van der V., een GGZ-instelling, een medeverdachte, een schietvereniging en de Politie Hollands-Midden tot het betalen van schadevergoeding aan te spreken voor hun rol in het (niet voorkomen van het) schietincident. Verzoekers willen daartoe de volgende getuigen horen: de minister van Veiligheid en Justitie, de vader van Tristan van der V., een directeur van de GGZ-instelling, de medeverdachte, de voorzitter van de schietvereniging, de Korpschef van de Politie Hollands-Midden, een hoogleraar informatietechnologie en verzoekers zelf. De rechtbank had het verzoek in zijn geheel afgewezen. De rechtbank was het eens met het verweerdat al zoveel onderzoek was gedaan naar het schietincident, dat het horen van getuigen niet nodig is voor de beoordeling van de bewijspositie van verzoekers. Het hof is in hoger beroep tot een andere beslissing gekomen, omdat het van oordeel is dat de bedoelde onderzoeken niet gericht zijn geweest op het vaststellen van aansprakelijkheid en verzoekers daarbij ook geen rol hebben kunnen spelen. Het hof heeft in hoger beroep dan ook het horen van een beperkt aantal getuigen toegestaan, namelijk: de vader van Tristan van der V., de medeverdachte, de voorzitter van de schietvereniging en de twee slachtoffers zelf. Het verzoek tot het horen van de overige getuigen heeft het hof afgewezen, in hoofdzaak omdat deze getuigen niet uit eigen wetenschap omtrent het incident zullen kunnen verklaren. Het voorlopig getuigenverhoor waarin deze getuigen zullen worden gehoord zal plaatsvinden bij de Rechtbank Den Haag.' |
6 november 2012 Opnieuw vijftien jaar cel voor gewapende roofoverval in Gennep 'Ook in hoger beroep is een 38-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien jaar voor doodslag op een man in Gennep. Gewapende roofoveral De man pleegde in april 2006 met twee mededaders een gewapende roofoverval op de woning van twee bejaarde broers. Direct na binnenkomst is de oudste broer meerdere keren met de kolf van een revolver op zijn hoofd en in het gezicht geslagen waardoor hij is overleden. Straf Het hof sluit zich bij het opleggen van de gevangenisstraf van vijftien jaar volledig aan bij het oordeel en de motivering van de rechtbank Roermond op 22 oktober 2010. Naar aanleiding van nieuwe standpunten van de verdediging vult het hof onder meer de strafmotivering nog aan. Spijt De verdediging heeft in hoger beroep een aantal omstandigheden aangevoerd die tot strafvermindering zouden kunnen leiden. Zo zou de man in hoger beroep niet alleen volledige openheid van zaken hebben gegeven over zijn rol, maar ook oprecht berouw hebben getoond. Het hof is van oordeel dat de spijtbetuiging door de man een weinig doorleefde indruk maakt en lang op zich heeft laten wachten (van 2006 tot april 2012). Ook de rest van de aangevoerde omstandigheden leiden volgens het hof niet tot strafverlaging, daar heeft ook eerste rechter al genoeg rekening mee gehouden. Mededaders De verdachte is degene geweest die de dodelijke slagen heeft toegebracht. Daarom heeft hij een aanzienlijk hogere gevangenisstraf opgelegd gekregen dan zijn twee mededaders. Die werden door de rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraffen van 116 maanden en zeven jaar voor een gekwalificeerde diefstal met geweld de dood ten gevolge hebbende.' |
2 november 2012 Beroep tegen toeristische vrijstelling gemeente Zoetermeer afgewezen 'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vandaag (2 november 2012) het beroep van de Zoetermeerse Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling tegen de gemeenteraad van Zoetermeer afgewezen. De gemeenteraad vindt dat er in Zoetermeer sprake is van autonoom toerisme met substantiële omvang en heeft vrijstelling verleend van het verbod op zondagopenstelling. De Stichting vindt dat de zondagopenstelling de autonome toeristenstroom in Zoetermeer niet ondersteunt en dat daarom die openstelling in strijd is met de Winkeltijdenwet. Volgens het College is niet relevant of bezoekers van toeristische attracties daadwerkelijk op zon- en feestdagen een bezoek zullen brengen aan de winkels. Verder heeft de gemeenteraad zich voldoende op de hoogte gesteld van de belangen van de kleine winkeliers en werknemers en voldoende die belangen afgewogen. Deze uitspraak is definitief: hoger beroep is niet mogelijk, het CBb is de eindrechter in dit soort zaken. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.' |
-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.
Uwwet.nl
Uwwet.nl